Haringvliet

Het Haringvliet, voorheen Harinckvliet, is een uit 1590 stammende binnenhaven, genoemd naar de vissers van de haringvloot die hier aanmonsterden. Later lagen hier de schepen van de Admiraliteit van Rotterdam.

Haringvliet 32 – E. E. Visser
In 1890 was op dit adres E. E. Visser gevestigd. Hij was grossier in ruwe suiker, gemalen melis en tabletten onder rabbinaal toezicht van Dr. B. L. Ritter. De producten waren bereid voor paaschgebruik.

Haringvliet 37 – Palais Oriëntal
In 1874 werden er op het Haringvliet 37 door de hiervoor op 1 juli 1874 opgerichte firma “André Quvilin, Pierre Simon, Abram Blum en Louis Xavier” een viertal bouwvallige krotten afgebroken in een arm deel van het Haringvliet. Dit was bij de hoek met de Pauwensteeg. Op deze plek werd een Hotel Meublé gebouwd.
Op 1 september 1874 opende het hotel zijn deuren, en de firmanten spraken af het nieuwe hotel gemeenschappelijk voor een periode van vijf jaar te exploiteren. De Rotterdamse firmant André Quvilin kreeg de dagelijkse leiding, Pierre Simon beheerde de boeken. Er was tussen de firmanten veel wantrouwen en na een klein jaar na de opening verkocht Quvilin zijn aandeel in de firma. Om door te kunnen sloten de overgebleven firmanten een lening af. Het hotel floreerde echter niet. Het hotel werd in 1878 verkocht en de nieuwe eigenaar, Baptiste Albert Navez uit Curgehem bij Brussel richtte het pand als een luxueus bordeel in, Palais Oriëntal. Navez benoemde een manager, de Joodse Nephtaly Edouard Barraine (Nantes, 4 november 1840).

In november 2021 kwam het boek “Palais Oriental’ van de historicus Henk Visscher uit. Met een ongekende precisie ontleed Visscher de vrouwenhandel en beschrijft de achtergrond van de prostitutie van dit bordeel. Hij gaat daarin veel verder dan alleen dit bedrijf aan het Haringvliet maar legt ook relaties met buurten als de Zandstraatbuurt en andere plaatsen in Nederland en daarbuiten. Het boek is goed leesbaar geschreven en door de uitgebreide noten, bronnen en het namenoverzicht is het boek een gedegen werk en een bron voor nieuwe inzichten over deze geschiedenis. ISBN 9789464248944

Palais Oriëntal was een bordeel voor de plaatselijke welgestelden en de verwende vreemdeling; het werd zo door de capabele manager Barraine in de markt gezet. Voor de betaalde liefde legde men hoge bedragen neer omdat de illusie was geschapen dat de mooiste jonge vrouwen uit Frankrijk werden aangetrokken. Palais Oriëntal gold in de Maasstad als de meest exclusieve lusttuin.

Dat was een illusie, zo is in het Rotterdamse politiearchief het verhaal te lezen over Anna Gelhausen, een begeerde kracht die werkte in dit bordeel. Uit Frankrijk kwam ze niet, dat was maar bij zo’n 40% van de dames het geval.
En toen ze in 1881 het gemeentelijk ziekenhuis verliet werd ze opgewacht door een vreemde en werd ze begeleid naar het bordeel “Huize Van Os” aan de Nes te Amsterdam om daar haar werk voort te zetten. Dat was niet haar eigen keus, maar haar schuld aan Palais Oriëntal was voldaan en ze kon nu elders gaan werken.

Ondanks dat het bedrijf floreerde lukte het Navez niet het bedrijf genoeg winst op te laten leveren en in 1885 moest hij een hypotheek afsluiten op het bedrijf. In 1886 moest Navez verkopen en werd Barraine de nieuwe eigenaar.
Barraine bracht het bedrijf tot bloei, mede door een slimme reclamecampagne. Bij die campagnes liet hij een ‘gouvernante’ met enkele aantrekkelijke prostituees de trefpunten van de Rotterdamse bourgeoisie bezoeken. Daarnaast flaneerden de prostituees door de dure winkelstraten van Rotterdam of bezochten de opera. Adverteren doet begeren!

In de plaatselijke kranten leidde dit tot woedende brieven, waarin nette burgers zich beklaagden over de onrust die deze dames veroorzaakten. Er werd op aangedrongen om deze wijze van adverteren te beëindigen.
Barraine maakte van Palais Oriëntal een succesvol bedrijf. Niet alleen was er seks te koop, ook had het bedrijf een voortreffelijke keuken, er waren salons met piano’s en Rotterdamse kunstenaars traden er op. Zo waren Kees van Dongen en Koos Speenhoff er te zien.

Niet alles ging Barraine voor de wind. Zijn gezondheid hield te wensen over en al na een jaar nadat hij het bedrijf in handen had gekregen was hij zo ziek dat hij Rotterdam verliet en in 1888 elders overleed. Zijn echtgenote Rachel Marx (Straatsburg, 1 augustus 1844) was enig erfgenaam en zij keerde in 1890 naar de Maasstad terug.

Er zat echter nog een hypotheek op het bedrijf en de geldschieter Joseph Noelanders eiste zijn geld terug. Rachel Marx kon dit niet voldoen op korte termijn en de hypotheek werd overgedaan aan Fanny Petit uit Parijs op 20 mei 1891. Petit eiste onmiddellijke aflossing van de hypotheek en Rachel Marx kon dat niet betalen. Petit beval inbeslagname van het eigendom en het pand zou bij afslag en finale toewijzing worden verkocht. Op 29 juni 1891 werd alles duidelijk, via slinkse wijze was Fanny Petit de nieuwe eigenaresse van Palais Oriëntal geworden voor een veel lagere prijs dan ooit Barraine betaald had. Fanny, en haar veel jongere echtgenoot Louis Alexis Andereau kwamen in augustus 1891 naar Rotterdam.

Nog geen twee jaar later overleed de jeugdige Louis en Fanny had de touwtjes van het bordeel strak in handen totdat zij in 1897 terugkeerde naar Parijs. Jean Paul Lalin en zijn vrouw leiden toen het bedrijf tot 17 maart 1910, toen het stadsbestuur van Rotterdam het bordeelverbod uitvaardigde. Na het verbod werd het pand verkocht voor een bedrag van ƒ 31.500,- en kwam het in bezit van de Vereeniging “Te Huis”, logement voor Vrouwen te Rotterdam. Dus in het voormalige bordeel kwam een opvanghuis voor jonge vrouwen, opdat “dienstboden en juffrouwen door christelijke hulp en bijstand werden beschermd tegen verlokkingen en dreigingen van zondig Rotterdam”. Dat bleef zo tot mei 1940, het pand werd vernietigd bij het bombardement van 14 mei.

Haringvliet 46 – Jacob Noorthey
Geen Joods huis, maar wel een opmerkelijk oud pand, waarschijnlijk uit 1712. Het behoorde aan Jacob Noorthey, bewindhebber van de Oost-Indische Compagnie.

Haringvliet 65 – De Haaff & Co
De Haaff & Co verkocht in 1930 gedroogde zuidvruchten, koloniale waren en specerijen vanaf dit adres. De artikelen waren voorzien van het rabbinaatzegel en voor ‘paaschgebruik’ geroorloofd.

Haringvliet 96 – Incassobank
De Incassobank was hier in 1900 gevestigd met een filiaal. Het andere filiaal was op de Herengracht 535/537 in Amsterdam. Deze bank adverteerde in het Nieuw Israëlietisch Weekblad.

Haringvliet 100 – Borchard & Kahn
Borchard & Kahn Scheepvaart NV was hier gevestigd in 1968 en verzorgde veertiendaagse afvaarten van Rotterdam naar Israël en Cyprus.

 

 

bron:
Ravesteyn, M G van, Overzicht van de werkzaamheden in 1999, Historisch Genootschap “Roterodamum”.
Visscher, Henk, De affaire Anna Takatz, slavernij en vrouwenhandel in Rotterdam tijdens het fin de siecle
Visscher, Henk, De gestijfde illusie? De prostituees van een luxueus Rotterdams bordeel”, op www.tijdschriftholland.nl (geraadpleegd 2 sep 2015)
Stadsarchief Rotterdam, adresboek 1900, deel 2.
Nieuw Israëlietisch Weekblad, 7 feb 1890, nummer 32
ibidem, 10 april 1903, Incasso-bank, nummer 96
ibidem, 21 feb 1930, De Haaff, nummer 65
ibidem, 2 mei 1968, Botchard & Kahn, nummer 100
www.wikipedia.nl, lemma Haringvliet
www.engelfiet.net, informatie huis Noorthuy, nummer 46
Stadsarchief Rotterdam, Barraine en Marx, 494-03 Archief van de Gemeentesecretarie Rotterdam, afdeling Bevolking: bevolkingsboekhouding van Rotterdam en geannexeerde gemeenten, inventarisnummer 527, pagina 16.
Visser, Onafhankelijk Israëlitisch orgaan voor Nederland. Geraadpleegd op Delpher op 17-09-2023, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA15:005608137:00001.

Afbeelding:
Stadsarchief Rotterdam beeldbank, Haringvliet met o.a. zaal Caledonia en Palais Oriental, XXV-290-01-1,-2 , 1898 – 1902.
Visser, Onafhankelijk Israëlitisch orgaan voor Nederland. Geraadpleegd op Delpher op 17-09-2023, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA15:005608137:00001.

gepubliceerd:
27 februari 2016

Laatst bijgewerkt:
17 september 2023