Emanuel Joachim Löwenstam werd op 14 december 1806 in Leeuwarden geboren als zoon van opperrabbijn Chajim (Joachim) Löwenstam.
Emanuel Löwenstam werd in 1832 in Rotterdam tot rabbijn benoemd en vanaf 1834 was hij opperrabbijn. Dat kon echter pas nadat het ministerie daartoe toestemming verleende. De toestemming kreeg hij pas nadat hij gehuwd was. Hij trouwde op 8 mei 1834 met Henriëtte Esther Jacobson en op 9 mei volgt zijn installatie tot opperrabbijn.
Al in 1833 nam Löwenstam het initiatief tot de oprichting van het weeshuis in Rotterdam en in 1837 tot het gesticht voor Israëlitische Oude Lieden en Zieken en daarmee indirect ook tot het Israëlitisch ziekenhuis.
Löwenstam zag niets in de reformbeweging binnen het Jodendom maar stond wel open voor het verhelpen van de ingeslopen fouten in de eredienst.
Löwenstam overleed op 1 februari 1845, op 38-jarige leeftijd. Hij liet zijn vrouw en vijf kinderen achter, te weten Henderika (31 januari 1835); Lion (27 februari 1836), Rosetta (2 december 1837 – 6 oktober 1843), Bertha (14 oktober 1839). Zijn vrouw, Henriëtte, overleed snel na hem, in 1846. Zij werden begraven op de begraafplaats aan het Toepad. Waarschijnlijk werd Emanuel in eerste instantie begraven op de Joodse begraafplaats aan de Dijkstraat en toen deze moest verdwijnen naar het Toepad overgebracht.
bron:
website JHM 2012,
jizkor,
www.stenenarchief.nl (geraadpleegd 21 juni 2023)
gepubliceerd:
4 maart 2016
laatst bijgewerkt:
21 juni 2023