Enoch Italie

italieenochEnoch (Elchanan) Italie werd geboren in Lemmer op 16 januari 1867 en overleed in Rotterdam op 15 januari 1922, slechts 55 jaar oud. Hij was de zoon van Asser Italie, godsdienstonderwijzer, en Sophia Eckstein. Enoch huwde op 30 mei 1889 met Heintje ’t Hart (Amsterdam, 8 maart 1869 – Rotterdam, 22 oktober 1939) en het echtpaar had de volgende kinderen:

Nathan (Leeuwarden, 10 april 1890 – Sobibor, 26 maart 1943),
Arthur (Leeuwarden, 25 november 1891- Den Haag, 8 augustus 1940),
Gabriel (Rotterdam, 13 december 1895 – 28 januari 1956),
Herman (Rotterdam, 10 juni 1904 – Auschwitz, 24 september 1943) en een pleegdochter:
Matle Moscovici (Rotterdam, 17 december 1907 – Auschwitz, 19 november 1943). Matle werd door Enoch en Heintje in het gezin opgenomen toen de moeder van Matle kort na de geboorte overleed.
Het gezin van Enoch stond ingeschreven op de 2e Lombardstraat 92.

Over Herman stond nog iets bijzonders op de gezinskaart: Hij nam dienst in het Frans Vreemdelingenlegioen en verloor daarmee de Nederlandse nationaliteit. Hij kwam later terug naar Nederland en woonde toen op de Folkingestraat 8a in Groningen met zijn vrouw Ruda Adler (Heubach, 4 januari 1912 – Auschwitz, 24 september 1943) en dochter Henny Josette (Groningen, 23 juni 1942 – Auschwitz, 24 september 1943).

Enoch was geen Rotterdammer maar werd van groot belang voor de Rotterdams-Joodse gemeenschap. Hij publiceerde veel over het Rotterdamse Jodendom, maar daarnaast had hij ook een groot aantal functies. Zo was hij secretaris van de Joodse gemeente, mohel (besnijder), voorganger, leraar, sofer (schrijver) en schooldirecteur, hij woonde naast de Israëlitische Kostenlooze Godsdienstschool. Het onderwijs was een vakgebied waar veel leden van de familie Italie werkzaam waren.

Enoch werkte meer dan 25 jaar in Rotterdam als hoofd van de Kostenlooze Godsdienstschool, en was daar de opvolger van B. Hildesheim. Zijn grote liefde was de studie van de Rotterdamse kehille (gemeente). Daarbij gebruikte hij het archief van de Joodse gemeente zelf maar ook het Gemeentearchief van Rotterdam. Zijn belangrijkste werk werd Geschiedenis van de Israëlitische gemeente te Rotterdam, dat als deel 6 verscheen van Rotterdam in de loop der Eeuwen (1906).
In 1907 was hij een van de oprichters van “Mikwe Jisroeil”, een vereniging tegen de christelijke zending onder de Joden (niet alleen de Rotterdamse Joden werden in die tijd lastig gevallen door de christelijke zending, ook de Joden die vanuit Oost-Europa via Rotterdam naar Canada en de Verenigde Staten emigreerden. Ondanks zijn vele functies was het inkomen van Enoch nauwelijks genoeg om een gezin met vijf kinderen te onderhouden, en daarmee stond hij economisch op eenzelfde niveau als de meeste Joden in de Maasstad. Het was voor Enoch daarom hard werken voor het broodnodige geld en in de vrije tijd hard studeren en actieve sociale bezigheden in Joodse kring. Enoch wordt omschreven als een aardige, bescheiden en toegankelijke man. Dat is te lezen in de commentaren die hij kreeg bij zijn 25-jarig ambtsjubileum.
Enoch werd begraven op de begraafplaats aan de Dijkstraat.

 

bron:
stadsarchief Rotterdam, gezinskaart Enoch Italie
www.joodsmonument.nl (geraadpleegd 17 jan 2015)
www.jodeninnederland.nl, lemma Gabriel Italie en Enoch Italie (geraadpleegd 17 jan 2015)
Hausmann, D, Jizkor, platenatlas van drie en een halve eeuw geschiedenis van de joodse
gemeente in Rotterdam van 1610 tot 1960
(Baarn, 1978) pag 97,
Land, de Wally, Oorlogsdagboek van Dr G Italie
begrafenis, Familiebericht. “Nieuwe Rotterdamsche Courant”. Rotterdam, 16-01-1922, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 07-08-2021, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010025871:mpeg21:p008

Illustratie:
Hausmann, D, Jizkor, platenatlas van drie en een halve eeuw geschiedenis van de joodse gemeente in Rotterdam van 1610 tot 1960 (Baarn, 1978), pag 96.

gepubliceerd
29 februari 2016

laatst bijgewerkt:
7 augustus 2021