Joop en Wil Westerweel

Johan Gerard Westerweel werd geboren in Zutphen op 25 januari 1899 en werd gefusilleerd in kamp Vught op 11 augustus 1944. Hij was getrouwd met Willy Westerweel, die de oorlog overleefde.

Joop Westerweel was onderwijzer en geloofde sterk in het pacifisme. Hij weigerde om in dienst te gaan in Nederlands-Indië en werd daardoor veroordeeld tot gevangenschap en moest de kolonie verlaten. In Nederland ging hij werken op de Werkplaats van Kees Boeke in Bilthoven.
In 1940 kwam hij naar Rotterdam, waar hij hoofd van een montessorischool werd.
Hij begon toen met zijn verzetswerk, samen met zin vrouw Wilhelmina Dora Bosdriesz, bewust van het gevaar wat hij en zijn gezin met vier kinderen, daarmee liep.
Het karakter van zijn verzet tegen de bezetter was bijzonder. Zijn humanistische levensvisie zorgde ervoor dat hij geen scheiding wenste aan te brengen tussen Joden en niet-Joden en hij verzamelde een groep mensen uit zijn vrienden- en kennissenkring die na de oorlog de “groep Westerweel” genoemd ging worden. De Joodse deelnemers bestonden uit mensen die Joop in de jaren voor de oorlog als vluchteling naar Nederland had gehaald en uit leden van de Halutzim.
De groep zette vluchtroutes uit en het lukte om – naar schatting – 300 tot 400 mensen naar Zwitserland of via Spanje naar het Britse mandaatgebied Palestina te laten vluchten. De leden van de Halutzim liepen ook gevaar, en de Joodsche Raad tipte de Westerweel-groep op 15 april 1943 en meldde dat de leden van de Halutzim gedeporteerd zouden gaan worden. Voor deze 50 mensen werden onderduikplaatsen geregeld en op 17 augustus waren ze allen in onderduik. 33 van hen zouden de oorlog overleven.
Onder leden van de Westerweel-groep waren zijn vrouw Willy, Joachim Simon, Letty Rudelsheim (Aviva Ben Heled), Giel Salomé, Frans en Henny Gerritsen.

Op 10 maart 1944 eindigde het verzetswerk van Joop, toen hij aan de Belgisch-Nederlandse grens werd opgepakt. Hij kwam terug van een tocht waarin hij Joodse jongeren over de Pyreneeën had geholpen. Hij zat in Rotterdam gevangen aan het Haagseveer en werd uiteindelijk overgebracht naar concentratiekamp Vught. Zijn vrouw, Willy, zat hier ook. Zij was al in december 1943 gearresteerd toen zij een van de meest actieve Halutz leden, Letty Rudelsheim, uit de gevangenis in Scheveningen probeerde te bevrijden. Joop werd met vier anderen van de groep in de buurt van het concentratiekamp gefusilleerd. Willy werd naar Ravensbrück gestuurd en werd later uitgewisseld naar Zweden.
Op 16 juni 1964 erkende Yad Vasjem Johan Gerard Westerweel en Wilhelmina Dora Westerweel-Bosdries als Rechtvaardigden onder de Volkeren.

bron:
wikipedia,
verre verwanten,
yadvasjem.org

laatst bijgewerkt:
10 september 2019