Mantelmagazijn Moses Brücker

bruckermantelmagazijnwestew
Moses en Rossetta bovenaan de groep, onder de man met de bril. De vier kinderen staan ook op de foto. © collectie Ellen-Roos Brücker

bruckeradv2Moses Brücker werd op 15 februari 1892 te Putna, Oostenrijk (nu Roemenië), geboren en werd van beroep kleermaker. Nadat hij een tijd in Parijs geweest was, vestigde hij zich in 1914 in Rotterdam waar hij op 5 juli 1917 met Rosetta Eijl (Rotterdam, 11 december 1896) trouwde.

Moses en Rosetta kregen een dochter, Catharina Lea (Rotterdam, 19 december 1917 – Murcia, 28 oktober 2001), een zoon Izaac (Rotterdam, 14 november 1919 – 11 maart 2003), een dochter Hendrika (Rotterdam, 13 december 1921) en een dochter Berta (Rotterdam, 2 maart 1925). Moses Brücker werd op 17 maart 1923 genaturaliseerd tot Nederlander.

Het gezin woonde op verschillende adressen in de stad, waaronder de Pannekoekstraat 2, de Sint Laurensstraat 37 en de Goudsesingel 192. In 1941 woonden Moses en Rosetta op Plein Eendragt 27 te Schiedam. Moses en Rosetta werden op 6 maart 1944 in Auschwitz vermoord.

De zaak
Moses en Rosetta begonnen in Rotterdam een modemagazijn. Het eerste magazijn was gevestigd op de Heerenstraat 3 (oostelijk deel Meent, tussen de Botersloot en de Goudsesingel). In mei 1931 opende Moses de tweede zaak, op de Weste Wagenstraat hoek Laurensstraat.

In “Voorwaarts, sociaal democratisch dagblad” stond een verslag van de opening:

“De firma M. Brücker heeft Vrijdag aan de Weste Wagenstraat, hoek Sint Laurensstraat, haar tweede mantelmagazijn geopend. In het groote pand van vier verdiepingen zijn drie verkoopruimten ingericht. Gelijkvloers is de afdeeling mantels en hoeden; op de 1e etage de „kinderafdeling”, op de 2e een speciale afdeeling voor maatwerk. De verschillende afdeelingen zijn ruim en geriefelijk ingericht. De lichthal zorgt overdag voor uitstekend licht; ‘s-avonds wordt door honderden gloeilampjes langs de balustraden een aardig effect bereikt. Het magazijn is achttien paskamers rijk. Een lift brengt de bezoekers naar de verschillende etages. Op alle verdiepingen is centrale verwarming aangelegd. De derde verdieping zal als woning worden ingericht, terwijl de vierde verdieping als zolder dienst doet. De bewoners van de Weste Wagenstraat toonden zich zeer ingenomen met het feit, dat het groote pand nu zoon keurig aanzien heeft verkregen. Op den openingsdag zonden zij dan ook een groot bloemstuk dat een eereplaatsje kreeg tusschen de 101 overige bloemstukken.”

Westewagenstraat, bij de Sint Laurensstraat, uit het zuiden gezien. 1930. Op de rechterhoek het modemagazijn van M. Brücker. 1930. Collectie Stadsarchief Rotterdam beeldbank 4029_PBK-7198

Tegenspoed
Moses opende zijn tweede zaak midden in de crisis van de jaren dertig. Een gewaagde onderneming. Dat ging niet altijd goed en zo werd op 26 juni 1936 het faillissement uitgesproken. Er kwam een doorstart en bij het begin van de Tweede Wereldoorlog bestonden de zaken nog.

bruckeradvOorlog
Bij het bombardement van 14 mei 1940 gingen de zaken op de Heerenstraat en de Weste Wagenstraat verloren, maar op de Hoogstraat 130 in Schiedam kon een nieuwe zaak geopend worden.
Al in het begin van de oorlog werd Moses als Jood geregistreerd en hij moest zijn winkels sluiten. Hij ging niet bij de pakken neer zitten en schreef op 27 april 1942 een brief aan de Reichskommissar Seyss-Inquart waarin hij betoogde dat hij op 15 februari 1892 in Putna geboren werd uit niet-Joodse ouders. Hij schreef dat hij indertijd in de veronderstelling was dat de meldingsplicht voor Joden op hem, als Roemeen, ook van ook toepassing was en dat hij vanwege dat misverstand als Joods werd aangemerkt. Verder schreef hij dat hij sinds 1914 in Rotterdam woonde en met een Joodse vrouw getrouwd was. De Roemeense consul-generaal (Putna lag in 1942 in Roemenië) bevestigde de brief van Moses. Dit verhaal hebben ze kunnen volhouden tot eind 1942, toen is het gezin in onderduik gegaan, op de Schietbaanlaan 92 in Rotterdam.

Isaac Brücker
bruckerpolitieberichtZoon Isaac had samen met zijn compagnon Kurt Baruch een ceintuurfabriek in de Rochussenstraat. Aan het begin van de oorlog wilden Kurt en Isaac deze fabriek ontmantelen. Er werd door de nazi’s vermoed dat er Joden in de fabriek zaten, en ze hadden mensen in de straat op de uitkijk staan. Hierdoor werden Isaac en zijn compagnon opgepakt. Kurt vroeg na de arrestatie of hij zijn jas mocht pakken, en toen hij toestemming kreeg kon hij vluchten. Isaac rukte zich in de consternatie die daarop volgde los en rende naar de Binnenweg en sprong daar op een rijdende tram. De nazi’s zijn op hem gaan schieten waarbij een Duitse matroos doodgeschoten werd. Dat was de reden voor het opsporingsbevel voor Kurt Baruch en Isaac Brücker.

Het gezin van Isaac is op verschillende plaatsen in onderduik geweest, Isaac zelf ging met zijn ouders in 1943 naar Heemstede en ze gingen er in onderduik. Lang duurde deze onderduik niet, ze werden er verraden en na een weekend in de cel in Heemstede te hebben doorgebracht werden ze de erop volgende maandag naar de Euterpestraat in Amsterdam overgebracht.

Na verhoor op de Euterpestraat moesten ze naar de Hollandse Schouwburg. Onderweg zijn Moses en Izaak van de vrachtwagen afgesprongen op de hoek Hobbemakade / Ruysdaelstraat vlakbij de muziekhandel van Sacksioni. Later werd Moses opgepakt omdat hij zonder ster liep en hij ontsnapte nogmaals, nu uit Westerbork. Hij is toen achter een begrafenis het kamp uitgelopen. Via Assen is hij weggekomen.

Mozes werd door verraad in 1944 opgepakt. Hij werd meteen, op 3 maart 1944, doorgestuurd naar Auschwitz en Rosetta is toen meegegaan. Zij was sinds 6 juli 1943 al in Westerbork. Daar probeerde Rosetta te bewijzen dat ze Arische voorouders had en dan had ze op de Puttkammer-lijst kunnen komen. De gegevens die ze daarvoor nodig had zouden uit Roemenië moeten komen en Rosetta had tussen juli 1943 en maart 1944 keer op keer uitstel weten te krijgen.
Rosetta werd meteen bij aankomst vergast. Moses kwam om tijdens een dodenmars in januari 1945 in buurt van Oranienburg.
Moses heeft in Auschwitz nog als kleermaker gewerkt. De correspondentie over zijn Ariërverklaring ligt in het archief van Schiedam.

 

bron:
stadsarchief Rotterdam, digitale stamboom, gezinskaart
communityjoodsmonument.nl, lemma Mozes Brücker (geraadpleegd 20 april 2015)
Voorwaarts, sociaal democratisch dagblad, 5 mei 1931 (artikel opening)
www.online-familieberichten.nl, catharina lea brucker (geraadpleegd 20 april 2015)
De Tijd, godsdienstig-staatkundig dagblad, 30 juni 1936, faillisementen.
Rotterdamsch Nieuwsblad, 6 maart 1925, advertentie regenmantels.
stadsarchief Rotterdam, digitale stamboom, gezinskaart

illustraties:
foto opening, collectie Ellen Roos-Brücker,
regenmantels “Advertentie”. “Rotterdamsch nieuwsblad“. Rotterdam, 17-12-1925. Geraadpleegd op Delpher op 08-03-2016, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010495654:mpeg21:a0128,
foto Westewagenstraat, prentbriefkaartencollectie Stadsarchief Rotterdam, PBK 7198
“zonder punten”, De Maasbode, 15 nov 1940
advertentie “groote uitverkoop”, Rotterdamsch Nieuwsblad 28 nov 1929 met dank aan Ellen-Roos Brücker
opsporingsbericht met dank aan Ellen Roos-Brücker.
https://collections.arolsen-archives.org/en/archive/12699745/?p=1&s=rossetta%20brucker&doc_id=12699745

laatst bijgewerkt:
21 februari 2020