oorlog, het begin

Veel stukken van Rotterdam bestonden voor de 2e Wereldoorlog nog niet. De stad was kleiner, ook qua aantal inwoners, en tussen deze inwoners woonden tussen de 9.500 en 13.000 Joden. Het grote verschil in aantal is afhankelijk van de bron die men raadpleegt. In Rotterdam woonden in 1940 (inclusief de in 1941 geannexeerde gebieden) 620.000 inwoners dus zo’n 2,1 % van de Rotterdamse bevolking was van Joodse afkomst. Aanmerkelijk minder dan de 10% in Amsterdam.
Het begin van de oorlog in Rotterdam wordt gekenmerkt door het lafhartige bombardement van 14 mei 1940. Daarbij verloor Rotterdam 800 mensenlevens, 24.000 woningen en 80.000 Rotterdammers werden dakloos.
Essentiële gebouwen in dit deel van de stad verloor men maar ook werden een aantal gebouwen gespaard, waaronder het stadhuis, hotel Atlanta, de Beurs, het Erasmushuis en ook de Laurenskerk was te restaureren. Een aantal belangrijke Joodse gebouwen verloor men, waaronder beide belangrijke synagogen, de een aan de Botersloot en de monumentale sjoel aan de Boompjes.
Ook de gehele infrastructuur van de binnenstad was verwoest. Bij de herbouw verdween een deel van de stratenstructuur en straten die qua naam terug kwamen konden op een andere plek liggen dan de oorspronkelijke voorganger. Een filmpje, samengesteld uit oud beeldmateriaal, via deze link.

De capitulatie van Nederland was op 14 mei in Rijsoord ( Johannes Postschool) bij Rotterdam, gemeente Ridderkerk. Om 18.20 trokken de Duitse troepen over de Willemsbrug het noordelijk deel van de stad in. Zoals in alle steden werd de bezetter ook in Rotterdam, ondanks het verwoestende bombardement, door een deel van de bevolking verwelkomd.
Ook in Rotterdam waren de eerste maanden van de bezetting een “rustige” periode. Er was nog niet veel merkbaar van de bezetter en Rotterdam was druk bezig met puin ruimen. Puin wat gebruikt werd voor de aanleg van een deel van de dijk rond de Noordoostpolder (de Rotterdamse Hoek) en voor de demping van een aantal waterwegen in Rotterdam.
Wel werd de Midden-Europese tijd ingevoerd. Op 15 mei 1940 al werd om middernacht de klok 100 minuten vooruit gezet, waarmee Nederland in de pas ging lopen met Duitsland.
Verder werd de pers en de radio onder Duits gezag geplaatst, het ANP al op 15 mei 1940. De Joodse werknemers bij deze instanties werden op staande voet ontslagen. Het ANP werd daarmee een deel van de propagandamachine van de nazi’s. Op 16 mei 1940 werd de persvrijheid aan banden gelegd van het Rotterdams Nieuwsblad, de Nieuwe Rotterdamse Courant, Dagblad van Rotterdam, de Maasbode, de Rotterdammer, Voorwaarts, de Telegraaf en de Banier.
Er was de Rotterdammers veel schrik aangejaagd, en de bombardementen stopten niet op 14 mei 1940 vanwege de strategische ligging van de Rotterdamse haven. Toch kon (een deel) van het dagelijkse leven bij (een deel van) de Rotterdammers zijn normale beloop weer nemen.

Voor de Joodse Rotterdammers was dat anders. Op 21 november 1940 moesten alle Joodse ambtenaren ontslagen worden, op 10 december 1940 moesten alle Joodse gemeenteraadsleden het veld ruimen.
Op 7 januari werd in de dagbladen vermeldt dat de ordeverstoringen in bioscopen te wijten was aan de Joodse bezoekers en vanaf die dag mochten de Joden niet meer de bioscopen bezoeken. Op 10 januari moesten alle personen van Joodse bloede zich aanmelden en daarmee was de toon voor de Endlösung gezet.

Maatregel na maatregel zorgde voor een segregatie van de Joodse bevolking. Bij het invoeren van de persoonsbewijzen (april 1941) werd in juli 1941 besloten dat de Joden een J in hun persoonsbewijs moesten hebben en daarmee werd het oppakken van Joden heel makkelijk.
In augustus 1941 werd een deel van Rotterdam verboden voor Joden, te weten de Coolsingel, Goudsesingel, Binnenweg, West-Kruiskade, de Nieuwe Binnenweg, de Heemraadssingel, de Mathenesserlaan, de Zwart Janstraat, Noordmolenstraat, Noordplein, de Kralingse Plaslaan, de Beijerlandselaan, Groene Hilledijk en Groene Zoom.

laatst bijgewerkt:
3 september 2019