razzia van Rotterdam

Het Feyenoord Stadion aan de Olympiaweg, gezien uit het westen. 1937. Collectie Stadsarchief Rotterdam beeldbank 4029_PBK-5021

De razzia van Rotterdam was geen gebeurtenis die op de Joodse Rotterdammers was gericht. Zij waren in 1944 grotendeels gedeporteerd of in onderduik. Maar binnen de geschiedenis van de oorlog in Rotterdam hoort dit verhaal wel thuis.
Op 10 november 2010 werd door Burgemeester Aboutaleb van Rotterdam een plaquette onthuld ter herinnering aan de belangrijke rol die het Feyenoordstadion (De Kuip) heeft gehad bij de razzia van 1944 in Rotterdam. Deze razzia was de grootste razzia in Nederland tijdens de bezetting.

De razzia van Rotterdam werd gehouden op 10 en 11 november 1944. Daarbij werden 52.000 (sommige bronnen tot 70.000) mannen door de bezetter als slaven weggevoerd.
De actie werd ingegeven door de vrees dat de Rotterdammers, bij de snelle geallieerde opmars, massaal hulp zouden geven aan de geallieerden. Deze vrees werd ingegeven door de pro-geallieerde houding die de Duitsers al ervaren hadden tijdens de Dolle Dinsdag op 5 september 1944. Om massale hulp te voorkomen was het verwijderen van de mannen uit Rotterdam in de ogen van de bezetter noodzaak.

De oproep die de Rotterdamse mannen ontvingen was zogenaamd voor de Arbeitseinsatz, zoals de gehele oorlog was gebeurd. Nu was het aantal mensen dat opgepakt werd echter zo groot dat men in Duitsland dagenlang met de treinen rondreed om deze mensen nog ergens aan het werk te kunnen krijgen.
Voor deze razzia, met de codenaam Aktion Rosenstock, bereidde de bezetter zich in alle stilte voor en ongeveer 8000 man werd hiervoor ingezet.

Op 9 november 1944 was er nog niets te merken van de op handen zijnde actie in Rotterdam. In de nacht werd een cordon rond de stad gelegd, alle bruggen en pleinen werden afgezet en het telefoonverkeer werd verhinderd. In een bevel dat door de bezetter werd uitgegeven stond te lezen dat alle mannen van 17 tot en met 40 jaar zich moesten melden.
De razzia werd zo systematisch uitgevoerd dat ontsnappen nauwelijks mogelijk was. Op de 10e november in Schiedam, Rotterdam-Zuid, Spangen, Overschie, Schiebroek, Hillegersberg en Kralingen. Straat voor straat en huis voor huis. De bezetter begon om 6 uur ’s ochtends met deze actie. De gevangenen werden tijdelijk ondergebracht op diverse plaatsen in de stad, het grootste deel van hen in De Kuip.
Via verschillende wegen werd men afgevoerd; 20.000 mannen lopend naar Utrecht, 20.000 middels rijnaken en 10.000 per trein. Van hen werden 10.000 man tewerkgesteld in het oosten van Nederland, de rest ging naar Arbeitslagers in Duitsland.
Met de rijnaken werden de Rotterdammers via onder andere Amsterdam en Kampen naar Zwolle vervoerd; daar kwam een aantal van hen, waaronder de zieken, terecht in Lager Wezep (Margrietkazerne). In Wezep was het vooral de plaatselijke bevolking die deze grote groep Rotterdammers van voedsel voorzag, de zieken werden door plaatselijke artsen en verpleegsters geholpen. Er waren vluchtpogingen uit dit Lager, als afschrikking werd onder toeziend oog van een grote groep gevangenen 3 weer opgepakte personen op de hei doodgeschoten.
Deze razzia was op 10 november nog niet klaar. Op 11 november ging de razzia verder in het Oude Noorden, Crooswijk, Blijdorp en het Oude en Nieuwe Westen waarbij de mannen onder andere werden ondergebracht in de tramremise aan de Kootsekade in Hillegersberg.

Een verhaal over de Razzia van Rotterdam staat hier.

bron:
gemeentearchief Rotterdam,
Telegraaf,
NOS,
AD,
wikipedia,

Illustratie:
Het Feyenoord Stadion aan de Olympiaweg, gezien uit het westen. 1937. Collectie Stadsarchief Rotterdam beeldbank 4029_PBK-5021

gepubliceerd:
27 februari 2016

laatst bijgewerkt:
7 april 2022