roof en opslag

Nadat de Joodse bewoners van de huizen daaruit waren weggehaald en overgebracht waren naar Loods 24 werden de woningen verzegeld en volgde het roven van de bezittingen uit die huizen. Hiervoor waren twee Duitse instellingen verantwoordelijk. De algehele verantwoording en organisatie lag voor heel bezet Europa in handen van Einsatzstab Rosenberg.
Deze organisatie liet de Hausraterfassung de inventarisatie maken door twee van haar medewerkers, een medewerker van de Lippmann-Rosenthal bank voor de waardevolle zaken en een agent die erop toezag dat niets ontvreemd werd.

De agent haalde van te voren de sleutels op bij J. J. Schoonus van Groep 10, die belast was met de leiding van het politionele deel van de actie, en leverde na afloop de sleutels weer bij hem in.
De Hausraterfassung was overigens een onderafdeling van de Zentrale für Jüdische Auswanderung in Amsterdam en was voor Rotterdam gevestigd op de Provenierssingel 42.
De Hausraterfassung werd geassisteerd door Groep 10, een speciale dienst binnen het Rotterdamse politiekorps, belast met onder andere het opsporen van Joden. Wanneer men klaar was met de inventarisatie werden de formulieren doorgestuurd naar Amt Rosenberg op de Heemraadssingel 114. Zij zaten overigens in een pand dat gevorderd was van de familie Cohen.

Het daadwerkelijk leeghalen van de woningen geschiedde in Amsterdam door de fa. Puls, waardoor dit in de volksmond al snel pulsen genoemd werd, in Rotterdam geschiedde het door expediteur J. W. Hofmeester met door de Rijksverkeersinspectie gevorderde vrachtauto’s. Hofmeester was voor de oorlog zo arm als de kerkratten, maar had in 1943 al een uiterst luxueuze huishouding.

Gezicht op de Delfshavense Schie, uit het zuiden Rechts panden aan de Aelbrechtskade. 1930. Collectie Stadsarchief Rotterdam Prentbriefkaart 4029_PBK-58

De leiding van het leeghalen lag wel bij Amt Rosenberg en een deel ging met de vrachtauto’s naar Duitsland, een ander deel ging naar schuiten die aan de Aelbrechtskade lagen en waar zaken van weinig waarde aan liefhebbers werden weggegeven. Er was toezicht op diefstal tijdens het leeghalen, zelfs werden er ooit twee leden van Groep 10 een maand voor geschorst, en toch was de diefstal omvangrijk. Daardoor kwam veel van de inboedels terecht bij NSB’ers.
Naast roerende goederen kwamen ook levensmiddelen uit de Joodse huizen Rotterdam vaak niet uit. Agenten van Groep 10, die berooid in dienst gekomen waren, liepen al snel rond in de mooiste en duurste kostuums. De hoofdtaak van Groep 10 werd niet gevormd door de Joodse inboedels, maar was het opsporen van Joden. En dat deden ze ook, tussen maart 1942 en maart 1944 arresteerden ze ruim 3700 mensen, waaronder 857 Joden.

verder lezen:
F. A. M. van Riet, Handhaven onder de nieuwe orde : de politieke geschiedenis van de Rotterdamse politie tijdens de Tweede Wereldoorlog (Zaltbommel 2008) via UvA-Dare

bron:
wikipedia,
Jodenvervolging uit Oorlogsdagboeken over de Jodenvervolging,
F. A. M. van Riet, Handhaven onder de nieuwe orde : de politieke geschiedenis van de Rotterdamse politie tijdens de Tweede Wereldoorlog (Zaltbommel 2008)
Rotterdam in de Tweede Wereldoorlog van J L v d Pauw.

laatst bijgewerkt:
5 oktober 2019