Stoffenhuis J. Monnickendam

Voor het bombardement zat op Hoogstraat 351 Stoffenhuis J. Monnickendam. De zaak doorstond de economische crisis van de jaren dertig slecht en moest op zoek naar de verkoop van andere zaken.  Zo begon de Vereenigde Amsterdamsche Kooplieden nv (VAK) in april 1939 met de verkoop van zijden en wollen stoffen alsook regelmantels van ‘de van ouds bekende zaak van Monnickendam‘. De VAK is gespecialiseerd in kredietverstrekking aan en verkoop van voorraden van ondernemingen in financiële moeilijkheden.

1938

De manufacturenzaak is eigendom van de Jacob (Sjaak) Monnickendam (Amsterdam, 15 maart 1874) en werd gerund door zijn echtgenote Jansje Park (Amsterdam, 9 maart 1877). Jansje en Sjaak waren op 24 januari 1906 getrouwd. Jansje werd in de zaak bijgestaan door zoons Eliazer (Leo) – (Rotterdam, 17 november 1906 – Amsterdam, 16 april 1992) en Isaac (Ies) – (Rotterdam, 9 mei 1910). Naast Leo en Ies hadden Sjaak en Jansje ook nog een dochter, Rozalie (Rotterdam, 10 juli 1918 – Amsterdam, 3 juni 2011).
Jansje kwam uit een Amsterdamse familie van kleine middenstanders en het huwelijk met Sjaak werd gearrangeerd door zijn ouders. Zijn ouders behoorden tot de betere kringen – moeder was de dochter van Rozalie Rothschild, een telg uit het rijke geslacht Rothschild – en hadden hun zoon teruggeroepen uit Indonesië waar hij ongetrouwd samenleefde met een Indische vrouw die hij tijdens zijn dienstplicht had leren kennen. Met haar had hij een onwettig kind.

Terwijl Jansje de stoffenzaak bestierde, hield Sjaak zich bezig met de handel in onroerend goed. Het legde hem bepaald geen windeieren. Hij bezat een indrukwekkende vastgoedportefeuille met daarin onder andere het stuk grond aan de Coolsingel waarop na de oorlog de nieuwe Bijenkorf zou verrijzen. Het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen, het toenmalige congres- en evenementencentrum van Rotterdam, maakte er ook deel van uit totdat het in 1936 door brand werd verwoest. Het standsverschil tussen hem en zijn echtgenote leidde soms tot grappige situaties. Zo laat levensgenieter Sjaak zich werkelijk alles smaken tijdens de jaarlijkse zomervakantie van vier weken in het vermaarde Negresco-hotel in de Franse badplaats Nice terwijl Jansje dan overleefde op koosjere witte eieren. Op 14 mei 1940 ontsnapte het gezin aan de dood toen ze in allerijl het woon- winkelpand in de Hoogstraat ontvluchten nadat Rozalie, een nakomertje, de Duitse bommenwerpers heeft zien aankomen. Het bombardement vernietigde de winkel volledig.

Vanwege hun joodse afkomst duiken de Monnickendams tijdens de oorlog onder. Via zoon Isaac, die actief is in het verzet, kwamen ze in Apeldoorn terecht waar ze ook na de oorlog bleven wonen. Sjaak heeft veel geld voor de onderduik moeten betalen ‘maar het is niet voor niets geweest want we leven nog,’ zo vertelt hij achteraf. Na de oorlog kunnen zijn echtgenote en hij rentenieren van de restituties van de vastgoedportefeuille. Een beroerte maakt al snel een einde aan de onbezorgde oude dag. Sjaak raakt verlamd aan een kant van zijn lichaam, moet voortaan met een rekje lopen maar kan nog wel praten. Hij overleed op 28 januari 1951 op 76-jarige leeftijd. Jansje keerde terug naar Amsterdam, waar ze op 16 maart 1963 op 86-jarige leeftijd overleed.

 

bron:
https://www.nrc.nl/nieuws/2016/05/17/hoogstraat-front-special-a1503401 (geraadpleegd 29 juli 2017)
stadsarchief Rotterdam, gezinskaart Jacob Monnickendam
www.maxvandam.info, lemma Jacob Monnickendam (geraadpleegd 29 juli 2017)
stadsarchief Amsterdam, persoonskaart Jansje Park
“Advertentie”. “De Maasbode“. Rotterdam, 28-10-1938. Geraadpleegd op Delpher op 29-07-2017, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB04:000190754:mpeg21:a0154

illustratie:
“Advertentie”. “De Maasbode“. Rotterdam, 28-10-1938. Geraadpleegd op Delpher op 29-07-2017, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB04:000190754:mpeg21:a0154

laatst bijgewerkt:
24 augustus 2020