Vlaardingen

Rond Vlaardingen vinden we het oudst bekende bewoonde gebied van Holland. In de late steentijd woonden er al mensen in Vlaardingen, en de periode waarin deze nederzetting gedateerd is, is van 3500-2500 voor Christus. In de Romeinse tijd is waarschijnlijk de nederzetting Flenio in de buurt van Vlaardingen gebouwd, aan de zuidelijke heerweg tussen Noviomagus en Lugdunum (Nijmegen-Katwijk). In de tijd van de kerstening, rond 700, heeft een geestelijke genaamd Heribald een kerk gesticht op de plaats van de huidige grote Kerk. Hij schonk de kerk aan Willibrordus, een Angelsaksische missionaris. Graaf Dirk II van Holland liet rond 985 een grafelijk hof aanleggen, Vlaardingen is dan een van de hoofdsteden van zijn graafschap. In 1273 kreeg Vlaardingen stadsrechten van Graaf Floris V; stadsmuren – een recht dat bij de stadsrechten hoorde – zijn er echter nooit gebouwd. Dat was ook de reden dat tijdens de Nederlandse Opstand (1568-1648; de tachtigjarige oorlog) de stad nauwelijks te verdedigen was. Deze opstand vernielde Vlaardingen zo sterk, dat in het begin van de zeventiende eeuw het dorp Maassluis meer huizen had dan de stad Vlaardingen.
In de achttiende eeuw werd de haringvisserij belangrijk voor de stad en Vlaardingen werd een van de belangrijkste havens voor deze bedrijfstak. De aanleg van het Kanaal door Voorne was verder van belang voor de industrie, net zoals de aansluiting van Vlaardingen op het spoor in 1881.

Joods Vlaardingen
De zelfstandige Joodse gemeente in Vlaardingen heeft bestaan van 1862 tot 20 juni 1920. In 1862 werden de eerste synagogediensten gehouden in een kamer in een huis aan de Havenstraat. In dat jaar werd tevens het verzoek bij Koning Willem III ingediend om een eigen gemeente te mogen vormen, het verzoek werd toegewezen op 1 april 1862. Van 1896 tot 1906 was er een eigen synagoge in een zaal in de Zomerstraat. Zeker gedurende de laatste jaren was het erg moeilijk om de kleine gemeente in stand te houden, zoals in een advertentie uit 1903 is te lezen.
Aan de Schiedamseweg was er vanaf 1862 een Joodse begraafplaats, waarover meer op deze pagina. Op deze begraafplaats zijn tussen 1864 en 1900 zo’n 20 tot 30 personen begraven. In 1920 was de gemeente zo klein geworden dat deze werd opgeheven en samengevoegd werd met die van Rotterdam. Zulks werd besproken en besloten in de Vergadering van de Permanente Commissie op zondag 20 juni 1920.

Bezetting
Tijdens de bezetting zijn 22 Joden uit Vlaardingen gedeporteerd en zeven doken onder. Van hen keerden er vijf terug na de oorlog. Voor enkele personen van buiten Vlaardingen werd deze plaats hun onderduiklocatie, zoals de Rotterdamse huisarts Hausdorff en zijn gezin.

L. I. Katan
Een belangrijk persoon voor de Joodse gemeente was L. I. Katan. Hij was godsdienstleraar in de Kille (gemeente), woonde op de Hoogstraat, en overleed, op 36-jarige leeftijd, op 13 november 1901. Het In memoriam dat in het Nieuw Israëlietisch Weekblad verscheen, is duidelijk over hoe hij zich voor de kille inzette: ‘In het naburige stadje Vlaardingen is Woensdag 13 Nov. jl. (2 Kislew) op 36-jarigen leeftijd overleden de heer L I. Katan. Hoewel jeugdig in jaren behoorde hij nog tot die helaas steeds kleiner wordende schare, die met hand en tand vasthoudt aan Bijbel en Codex.
De inrichting eener synagoge was voornamelijk door zijn krachtig streven tot stand gekomen Dikwijls na een vermoeiende dagtaak vond bij nog steeds tijd, om zich aan de belangen dier gemeente te wijden. Een niet in woorden te brengen verlies heeft de Israëlitische gemeente aldaar dan ook door zijn verscheiden geleden. En hoe hij bij andersdenkenden gezien was, kon blijken uit de deelneming, die tijdens het voorbij trekken der begrafenisstoet, zoo algemeen was, dat tal van neringdoenden hun winkels gesloten hielden.
Wat derhalve zijne echtgenoote, zijne drie jeugdige spruiten, zijn grijs ouderechtpaar, zijne broeders en zusters in hem verliezen, kan niet in woorden worden weergegeven. Bij zijne teraardebestelling werden zijn edele daden in herinnering gebracht en er op gewezen, dat menigeen na 70 of 80-jarigen leeftijd niet zooveel gewerkt en gesticht heeft als hij.
Gij Jehoeda — kon op hem toegepast worden.
Gij Jehoeda onderscheidt u gunstig van zoovelen uwer tijdgenooten, hulde en dank brengen uwe broederen u en zullen zij u brengen, zoolang nog één aanwezig is, die u gekend en uw werken heeft gadegeslagen’.

1899

Hartog Frank
Hartog Frank (Goor, 21 november 1874 – Sobibor, 9 juli 1943) vertrok in april 1897 bij zijn gemeente in Heerenveen en kwam naar Vlaardingen. Men plaatste toen een advertentie waarin men een chazan, rabbi en sjochet vroeg (voorzanger, rabbijn en ritueel slager). Frank was al werkzaam geweest in Delden, Ommen, Vorden en Heerenveen en na Vlaardingen zouden Boxmeer (al in oktober 1899), Sittard, Arnhem, Zevenaar en Hilversum volgen. Uiteindelijk werd hij in 1920 voorzanger in Leeuwarden, waar bij tot 1940 actief bleef.

Betty Louise Oppenheim-Santcroos
Betty Oppenheim (Amsterdam, 17 januari 1921) was arts en overleed in Vlaardingen op 28 september 1994.

Leonard Samson van Wessel
Leo van Wessel werd in Vlaardingen geboren op 15 februari 1889. Hij was vertegenwoordiger van beroep en bestuurslid bij het Armbestuur in Rotterdam. Leo werd vermoord in Sobibor op 28 mei 1943.

Maurits Katan
Maurits Katan werd in Vlaardingen geboren op 25 november 1897. Hij trouwde met Anne Rosenberg (1898). Maurits werd zenuwarts en promoveerde in 1946 in Leiden. Na de 2e Wereldoorlog specialiseerde hij zich in de kinderpsychiatrie.

Josef Katan
Josef Katan was directeur en eigenaar van de NV Visscherij Maatschappij Vlaardingen.

Hendrik van Daelen
Hendrik van Daelen werd op 18 februari 1882 in Vlaardingen geboren. Hij was gehuwd met Else Sophia Arnheim (Berlijn, 13 april 1880). Hendrik was penningmeester van de NIG te Rotterdam van 1946-1958. Hij was medestichter van het Rotterdams Joods Hulpfonds. Hij werd onderscheiden tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau en in de Orde van de Kroon van België. Hendrik van Daelen overleed in Rotterdam in november 1958.

Freddy Walvischpad
In Vlaardingen werd de bijna driejarige Freddy Walvisch (Amsterdam, – Sobibor, ) door de Vlaardingse politie op zijn onderduikadres opgehaald. De heer Keizerwaard deed verder onderzoek naar de lotgevallen van deze jongen. In het Stadsarchief van Vlaardingen kon worden achterhaald dat in januari 1943 een Vlaardingse politieman vanuit Den Haag telefonisch opdracht kreeg om een tweejarig Joods jongetje, genaamd Freddy Walvisch, op te halen op zijn onderduikadres in de Prins Hendriklaan 82.

De oma, tante en moeder van Freddy waren ondergedoken in Den Haag en werden daar verraden en opgepakt. De Jodenjagers troffen in deze woning een ansichtkaart aan met een opschrift: “Groeten uit Vlaardingen” en achterop een paar kleine krabbels. Onder dreiging van een pistool moest men bekennen dat dit een kaart was van Freddy die in Vlaardingen zat ondergedoken bij zijn oom Frits van der Eem en diens echtgenote Jetty Egger.

Toen Freddy in Den Haag werd ‘afgeleverd’ was zijn familie al gedeporteerd en via Westerbork naar de concentratiekampen gestuurd, waar zijn moeder en oma onmiddellijk na aankomst werden vermoord. Freddy moest alleen naar Westerbork en heeft daar een aantal maanden in zijn eentje rondgescharreld tot ook hij werd gedeporteerd en in Sobibor, enkele dagen na zijn derde verjaardag, werd vergast.

In samenspraak met de stadsarchivaris en lid van de straatnamencommissie heeft het gemeentebestuur het pad tussen de Julianalaan en de Algemene Begraafplaats Emaus te eren met de naam Freddy Walvischpad.

Tijdens het ophalen van Freddy was de negenjarige Lisa Egger aanwezig. Zij en haar broertje ontsnapten door een moedige actie van hun moeder. Lisa Egger – inmiddels 90 jaar – verrichtte op 6 oktober 2023 de onthulling van het straatnaambord. Aansluitend werd ook een informatiebord onthuld bij het onderduikhuis aan de Prins Hendriklaan 82.

Freddy was een zoon van Sara Jas (Amsterdam, – Auschwitz, ) en Jonas Walvisch (Amsterdam, – Auschwitz, ) en het gezin woonde voor de onderduik op de Magersfonteinlaan 8-1 in Amsterdam.

 

 

bron:
Nieuw Israëlietisch Weekblad, 18 mei 1897, De heer van Daelen
ibidem, 13 okt 1899, Frank Boxmeer
ibidem, 29 nov 1901, Katan
ibidem, 21 juli 1905, weduwe Katan Hoogstraat
www.wikipedia.nl, lemma Vlaardingen (geraadpleegd 23 dec 2015)
Database Joods Biografisch Woordenboek, Lemma Frank, Hartog 1874-1943 (geraadpleegd 23 dec 2015)
ibidem, lemma Oppenheim-Santcroos, Van Wessel, M Katan, J Katan, Van Daelen (geraadpleegd 23 dec 2015)
Jozeph Michman. Pinkas. Geschiedenis van de Joodse gemeenschap in Nederland (ede 1992) 555 – 556.
“Binnenland. 22 September, Frank.”. “Rotterdamsch nieuwsblad”. Rotterdam, 1899/09/23 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 28-08-2020, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010178028:mpeg21:p002
Stadsarchief Rotterdam, Hendrik van Daelen, 494-03 Archief van de Gemeentesecretarie Rotterdam, afdeling Bevolking: bevolkingsboekhouding van Rotterdam en geannexeerde gemeenten, inventarisnummer 851-091.
Freddy Walvisch, Redactie Vlaardingen 24 – altijd nieuws via https://vlaardingen24.nl/artikel/tot-nu-toe-naamloos-pad-vernoemd-naar-kleine-joodse-onderduiker (geraadpleegd 11 oktober 2023)

Illustratie:

Nieuw Israëlietisch Weekblad, 16 april 1897, Frank
ibidem, 10 juli 1903, synagoge-inventaris
“Binnenland. 22 September, Frank.”. “Rotterdamsch nieuwsblad”. Rotterdam, 1899/09/23 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 28-08-2020, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010178028:mpeg21:p002
gepubliceerd:
29 februari 2016
Laatste aanpassing:
11 oktober 2023