Louis Schnitzler

Pianist Louis Schnitzler (Rotterdam, 28 november 1868 – Scheveningen, 15 mei 1933) werd als Levie Schnitzler geboren en was een zoon van muzikant Abraham Schnitzler (Rotterdam, 2 februari 1829 – Rotterdam, 6 februari 1876) en Mietje van Zanten (Rotterdam, 29 mei 1834 – Rotterdam, 2 februari 1914). Zijn ouders trouwden op 1 februari 1860 in Rotterdam. Abraham en Mietje woonden onder andere op Hang 46 en Hang 66.

Mietje was al vroeg weduwe en verhuisde in 1881 naar de Aert van Nesstraat 18, in 1884 naar de Aert van Nesstraat 28 en in 1890 naar de Kruiskade 27. Abraham en Mietje hadden de volgende kinderen; Sara (Rotterdam, 29 april 1861 – Amsterdam, 18 februari 1941), Rebecca (Rotterdam, 10 juli 1863 – Schiedam, 13 augustus 1942), Sophia (Rotterdam, 3 maart 1865 – Rotterdam, 7 maart 1867), Mozes (Rotterdam, 28 december 1866 – Rotterdam, 13 mei 1868), Levie (Louis, Rotterdam, 28 november 1868), Mozes (Rotterdam, 11 januari 1871 – Rotterdam, 27 december 1872) en Judic (Rotterdam, 26 februari 1873 – Auschwitz, 15 oktober 1942).

Op 7 december 1915 trouwde Louis met Annie Elberta ter Linden (Kenteng, 21 augustus 1896), een huwelijk dat op 3 december 1925 in een echtscheiding eindigde. Op 6 augustus 1926 hertrouwde de inmiddels 57-jarige Louis in Den Haag met de 29-jarige Jacqueline Eduarde Caroline Jeanne Gentil.

Louis volgde zijn opleiding in Rotterdam en studeerde daar viool en compositieleer bij componist Friedrich Gernsheim (Worms, 17 juli 1839 – Berlijn, 10 september 1916) die in die periode directeur van de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst was. In 1887 werd Louis al in de kranten genoemd, en op 22 augustus 1888 werd in het Rotterdamsch Nieuwsblad iets meer over Louis verteld dan alleen het noemen van zijn naam: ‘„Neêrland’s Oogappel” is de naam van een nieuw Princesselied. De woorden van den bekenden Hagenaar, Van Dieren Bijvoet, die in „Kikeriki” zoo menig vers reeds aan onze lezers schonk, en de muziek van den jeugdigen Rotterdamschen componist Louis Schnitzler, zijn reeds waarborgen voor iets goeds, doch nu Chrétienni (die Zaterdagavond voor het laatst bij Pflaging optreedt), het zingt voor de bezoekers van de Place des Pays-Bas, zijn wij zeker dat „Neerland’s oogappel” spoedig in aller handen zal zijn.’

De twee huwelijken met een niet-Joodse vrouw doen vermoeden dat de betrokkenheid bij het Joodse leven in Nederland matig was. Toch nam Louis een aantal keren mee aan benefiet-uitvoeringen ten bate van Joodse doelen. Op 26 februari 1899 was hij begeleider tijdens een avond voor het Israëlietisch Weldadigheidsfonds te Rotterdam dat gehouden werd in de Grote Schouwburg. Al eerder was Louis directeur van de kerkelijke zangvereniging van de ‘nieuwe synagoge’, waarmee de synagoge aan de Botersloot werd bedoeld. In het Weekblad voor Israëlietische Huisgezinnen van 2 oktober 1891 werd gememoreerd dat Louis volkomen berekend was voor de moeilijke taak om dit koor te leiden.

Louis werd bekend als componist, maar nog meer als begeleider. Musici als Isaäc Mossel, Alexander Kosman, Anton van Rooy, Kathleen Parlow, Mischa Elman, Tilly Koenen en Julia Culp maakten gebruik van zijn diensten. Zijn muziekwereld reikte tot in Rusland, alwaar hij als invaller van Coenraad Valentijn Bos een kunstreis maakte met het Hollands Trio

Louis woonde zijn laatste jaren op de Badhuisweg 82 in Scheveningen, alwaar hij na een operatie overleed. Na zijn overlijden verscheen in de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant: ‘Na een ernstige ongesteldheid, die een operatie noodzakelijk maakte, is naar Het Vaderland meldt, te zijnen huize te Scheveningen in den ouderdom van 63 jaar de bekende pianist Louis Schnitzler overleden. Groote bekendheid verkreeg hij door zijn uitstekende hoedanigheden als begeleider. Er was een tijd, dat de kunstenaars uit den vreemde niet buiten hem konden en zoo maakte hij tournee’s met Susan Metcalfe, Birgit Engell, Kathleen Parlow, Mischa Elman, Carl Flesch, Stefan Partos en talloos velen.

Violist Abraham Israël Schnitzler was een oom van Louis; violist Isidore Schnitzler was een neef van hem.

 

 

bron:
Abraham Schnitzler, Stadsarchief Rotterdam, 494-03 Archief van de Gemeentesecretarie Rotterdam, afdeling Bevolking: bevolkingsboekhouding van Rotterdam en geannexeerde gemeenten, inventarisnummer 22.
Mietje van Zanten, Stadsarchief Rotterdam, 999-06 Burgerlijke Stand Rotterdam, huwelijksakten, inventarisnummer 1860a.
Mietje van Zanten, Stadsarchief Rotterdam, 494-03 Archief van de Gemeentesecretarie Rotterdam, afdeling Bevolking: bevolkingsboekhouding van Rotterdam en geannexeerde gemeenten, inventarisnummer 483.
Schnitzler – Gentil, Gemeentearchief Den Haag, 0335-01 Ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ‘s-Gravenhage, inventarisnummer 986.
Annie Elberta ter Linden, Gemeentearchief Den Haag, 0335-01 Ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ‘s-Gravenhage, inventarisnummer 986.
Louis Schnitzler, Stadsnieuws. “Rotterdamsch nieuwsblad”. Rotterdam, 22-08-1888, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 29-05-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011009382:mpeg21:p002.
Huwelijk, Familiebericht. “Het vaderland”. ‘s-Gravenhage; ‘s-Gravenhage, 08-12-1915, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 29-05-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB23:001502186:mpeg21:p00005.
LOUIS SCHNITZLER †. “Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant”. Zwolle, 16-05-1933. Geraadpleegd op Delpher op 29-05-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMHCO01:000086290:mpeg21:p003.
Weldadigheidsfeest.. “Nieuw Israelietisch weekblad”. Amsterdam, 03-03-1899, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 29-05-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010858731:mpeg21:p005.
Zangvereniging, Weekblad voor Israëlietische huisgezinnen. 9 januari 1891. Geraadpleegd op Delpher op 29-05-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA15:005406001:00005.
Leiden koor, Weekblad voor Israëlietische huisgezinnen. 2 oktober 1891. Geraadpleegd op Delpher op 29-05-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA15:005406039:00001.
Louis Schnitzler, Wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Louis_Schnitzler (geraadpleegd 29 mei 2025).

illustratie:
Huwelijk, Familiebericht. “Het vaderland”. ‘s-Gravenhage; ‘s-Gravenhage, 08-12-1915, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 29-05-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB23:001502186:mpeg21:p00005.
Louis Schnitzler, ‘Onze Musici (1911)’ (Q71545438), Nijgh & Van Ditmar (Rotterdam 1911) publiek domein, wikimedia commons.
Zangvereniging, Weekblad voor Israëlietische huisgezinnen. 9 januari 1891. Geraadpleegd op Delpher op 29-05-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA15:005406001:00005.

gepubliceerd:
1 juni 2025

laatst bijgewerkt:
1 juni 2025