Maurits Zilversmit en Sara Goldsmit

Maurits Zilversmit (Hengelo, – Westerbork,

Maurits Zilversmit werd in 1915 een van de directieleden van Zilversmit & Pinto, een onderneming die het vervoer regelde van vee in binnen- en buitenland. Het bedrijf was in eerste instantie in Hengelo gevestigd, werd in 1928 een naamloze vennootschap en Rotterdam de vestigingsplaats. In 1938 werd de onderneming beëindigd.

Maurits zette zich zeer in voor de Joodse gemeenschap in Rotterdam. In 1901 was hij godsdienstonderwijzer geworden, in Rotterdam werd hij voorzitter van het dagelijks bestuur van de Nederlandsch Israëlietische Gemeente. In 1931 zette hij zich in voor geloofsgenoten in het Britse Mandaatgebied Palestina, het doel was financiën beschikbaar te stellen voor de Pesachviering.

Ook Sara was actief in de Joodse gemeente in Rotterdam
Sara was in 1930 lid van een comité dat vanuit de Joodsche Vrouwenraad werd gevormd. Dit comité moest de Joodse huwelijks- en scheidingswetten bestuderen. In 1931 gaf Sara voor de vrouwenraad een cursus voor de Joodse feestdagen in hun historische betekenis.

Bezetting
Maurits werd de contactpersoon van de Joodsche Coördinatie Commissie, een orgaan dat aan het begin van de bezetting door de Joodse gemeenschap werd opgericht. De organisatie wordt wel gezien als voorloper van de Joodsche Raad. Deze raad werd echter opgericht op initiatief van de bezetter en kort na de oprichting werd de Joodsche Coördinatie Commissie verboden. De commissie werd opgericht om spreekbuis te zijn voor de Joodse gemeenschap richting bezetter. Bij de Joodsche Raad liet de bezetter de Joden in de waan dat deze raad de spreekbuis was en invloed kon uitoefenen. Kort na de instelling van de raad werd Maurits ‘Obman’ van de raad, de voorzitter.  Vervolgens werd Zilversmit door de bezetter gebruikt om het Rotterdamse Bureau van de Joodsche Raad Rotterdam samen te stellen. Hij werd daarin bijgestaan dr. Hendrik Cohen, mr. M.
L. van den Berg en mr. J. Slijper. In oktober 1941 werd dr. Hendrik Cohen voorzitter.

Maurits bleef wel actief. Hij was vertegenwoordiger voor Zuid-Holland en lid van de kerkenraad van de Israëlitische gemeente. Derhalve had hij een Sperre (voorlopige uitstel van deportatie). Op 27 februari 1943 werden Maurits en Sara geregistreerd in Westerbork. Op de kaart van de Joodsche Raad is aangetekend dat Maurits daar in het ziekenhuis terecht kwam. Maurits overleed in Westerbork.
Sara werd ook op 27 februari 1943 in Westerbork geregistreerd en gehuisvest in Barak 69. Ze verbleef tot 11 januari 1944 in Westerbork en werd toen gedeporteerd naar Bergen-Belsen, waar ze als een van de ‘Austauschjuden’ werd opgesloten. Ze werd inderdaad uitgewisseld en kwam op 10 juli 1944 in het Britse Mandaatgebied Palestina aan.

 

 

bron:
Pesachviering, Weekblad voor Israëlietische huisgezinnen. 13 maart 1931. Geraadpleegd op Delpher op 14-06-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA15:005426063:00001.
Huwelijkswetten, Ha’ischa. 1 maart 1931. Geraadpleegd op Delpher op 14-06-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMATR01:001924003:00001.
Maurits Zilversmit, kaart Joodsche Raad, Arolsen Archives, 130405505 (Maurits ZILVERSMIT).
Sara Goldsmit, kaart Joodsche Raad, Arolsen Archives, 130405515 (Sara Z ZILVERSMIT GOLDSMIT).

gepubliceerd:
14 juni 2025

laatst bijgewerkt:
14 juni 2025