Albert Jappe Alberts

Albert Jappe Alberts werd geboren in Arum op 5 maart 1893 en was tandarts. Op 7 november 1924 trouwde hij in Arnhem met de Joodse Marianna (Jane) Linnewiel, geboren op 4 december 1901 in Arnhem. Ook Marianna was tandarts. Ze vestigden zich in november 1924 op de Eendrachtsweg 33a en kregen twee kinderen; Gerrit Jan op 19 oktober 1925 (overleden Australië ca. 1990) en Annetje (Ans) op 21 januari 1927 (overleden Verenigd Koninkrijk ca. 2006). Marianne overleed op 4 december 1937. Tijdens de oorlog hielp Albert onderduikers.

Een van de kennissen van Albert en eerder ook zijn vrouw Marianna was Dr. Mozes Elzas, de directeur van het Joodse Ziekenhuis op de Schietbaanlaan. Elzas woonde tot eind maart 1931 op de Eendrachtsweg 29 en zij waren dus bijna buren.
Een gedeelte van het gezin van Elzas dook in de oorlog onder, en ander deel, waaronder Mozes, kwam in verschillende kampen terecht. Zijn dochters Erna en Helena (Lenie) doken onder bij Alberts op de Eendrachtsweg. Daar was ook een nicht van Marianna, Liesbeth Cohen – Franken, haar man Ernst Mozes Cohen en hun dochtertje Helene Julia, ondergedoken.
Op 5 december 1944, Sinterklaasavond, werden de onderduikers gearresteerd. De Duitse politie was het onderduikadres door verraad op het spoor gekomen. Zonder problemen vonden ze de onderduikplaats op zolder. De onderduikers werden overgebracht naar de SD-gevangenis aan het Haagseveer waar de ouders van Helene Cohen werden verhoord over de onderduikgevers en de onderduikers. Het vijftal werd na zes weken overgebracht naar de gevangenis in Scheveningen, het ‘Oranjehotel’. Helena werd daar met Lenie, Erna en haar moeder opgesloten in een kleine cel, die in januari erg koud was. Zij overleefden de oorlog.

Ook de onderduikgevers werden gearresteerd en in ieder geval kwam Albert in het Oranjehotel terecht. Albert was na het overlijden van zijn eerste echtgenoot Marianna hertrouwd met Jacomijntje Koek (Amsterdam, 25 februari 1896 – Croydon, 1989) en zij werden verhoord.

NSB-burgemeester
Na Dolle Dinsdag in september 1944 was de NSB’er M. A. Simonis burgemeester van Nieuw-Beijerland, Goudswaard en Piershil geworden. De burgemeester, en zijn zoon die lid was van de SS, maakten zich snel gehaat in de gemeente. Hij zorgde dat de arbeidsinzet strikt werd gehandhaafd en Nederlandse mannen moesten voor Duitsers werken. Op 13 februari 1945 drong het verzet de woning van Simonis binnen en zijn zoon werd mishandeld. Op 15 februari werd in opdracht van Simonis als antwoord op deze gebeurtenis een razzia gehouden waarbij 75 man werd opgepakt die moesten gaan werken voor de Wehrmacht op Schouwen-Duiveland.

‘De Amerikaan Jim Keeffe schreef een boek over de oorlogservaringen van zijn vader en beschreef wat er gebeurde nadat die op 8 maart 1944 landde in Papendrecht en door de families Korteland, Verdoorn en Veth was geholpen. Marinus Veth en Johan Verdoorn, brachten zijn vader naar Dordrecht. Een paar dagen later kwam Marinus terug met Samuel Esmeijer. Ze brachten hem per fiets naar Rotterdam, waar hij 4½ maand bij verschillende Nederlandse families doorbracht.

Tijdens een ontsnappingspoging in België (hij wilde naar Engeland HMvW) is hij door een Belgische verrader aangegeven, door de Duitsers gevangen genomen en kwam in een krijgsgevangenkamp terecht. Hij en zijn medegevangenen werden geëvacueerd naar München, waar ze in april 1945 zijn bevrijd.

Eerder deze 4e mei had hij het monument bij Heinenoord (het Moeder monument HMvW) bezocht om Dokter Jappe Alberts en 19 andere mensen te herdenken, die op die plek gefusilleerd zijn. Dokter Alberts was een van de Nederlanders die zijn vader onderdak bood in Rotterdam. Nadat Jim’s vader daar vertrokken was, werd de familie Alberts opgepakt, evenals de Joodse familie die zij op de zolder van hun huis verborgen hadden gehouden. Dokter Alberts kwam in de gevangenis terecht, werd door de Duitsers meegenomen naar Heinenoord en daar vermoord’.
Bron: Stichting Dorpsbehoud Papendrecht, 28 april 2014

 

Toen Simonis op zijn fiets op de 17e februari naar huis fietste, werd hij door vier mannen van een knokploeg ter hoogte van de Heienoordseweg doodgeschoten. Een represaille bleef niet uit. De bezetter haalde tien man uit de Strafgevangenis in Scheveningen en fusilleerde hen op 18 februari 1945 op de plek waar Simonis was doodgeschoten. Een van de tien was Albert Jappe Alberts.

Oproep: Het is duidelijk dat Arend geholpen is door het verzet. Wie weet daar nog iets over. Gegevens zijn welkom via de mail.

 

bron:
Bas von Benda – Beckman, Het Oranjehotel, een Duitse gevangenis in Scheveningen (Amsterdam 2019), 444 – 446.
mail Dini Heijden ll Museum Hoeksche Waard ll Educatie (10 november 2019).
“Familiebericht”. “Het parool”. Rotterdam, 1945/07/13 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 12-11-2019, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMNIOD05:000107159:mpeg21:p002
Het verhaal achter oorlogsmonument ‘Moeder’ te Heinenoord op https://isgeschiedenis.nl/nieuws/het-verhaal-achter-oorlogsmonument-moeder-in-heinenoord (geraadpleegd 12 november 2019).
Stadsarchief Amsterdam, afgedankte gezinskaarten Koek, Jacomijntje – 25-02-1896 – Amsterdam – OGDA00180000080
Stadsarchief Rotterdam, Albert Alberts, 494-03 Archief van de Gemeentesecretarie Rotterdam, afdeling Bevolking: bevolkingsboekhouding van Rotterdam en geannexeerde gemeenten, inventarisnummer 851-005
aanvulling Stichting Dorpsbehoud Papendrecht met dank aan Will Plooster (email 15 augustus 2021)

illustratie:
“Familiebericht”. “Het parool”. Rotterdam, 1945/07/13 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 12-11-2019, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMNIOD05:000107159:mpeg21:p002

gepubliceerd:
12 november 2019

laatst bijgewerkt:
17 augustus 2021