synagoge Godsdienst is ons streven

13 augustus 1870 – inwijding nieuwe Parochet (voorhang)

Godsdienst is ons streven is de Nederlandse naam van de chewresjoel (verenigings-synagoge) Rodéfe Adobath Ellokiem aan de Kipstraat. Deze sjoel werd ingewijd op 11 september 1868 en zat op de derde verdieping van het pand. De officiële oprichtingsdatum van het chewre wordt later op 15 oktober 1865 gesteld en was daarmee een van de oudst bekende chewres in de Maasstad.

Dat de ruimte niet helemaal voldeed bewijst een bericht uit 1871. Vanaf dat moment wordt tot 1880 gezocht naar een betere locatie. In 1879 werd gemeld dat de vereniging in financiële moeilijkheden zat, in 1880 verschijnt het bericht dat men de gemeente niet wil ontbinden. Op 11 juni 1880 kan men een nieuw bidlokaal betrekken in het oostelijk deel van de stad, op de Hoveniersstraat 10. Op 20 augustus 1880 wordt het ingewijd. In 1891 wordt de synagoge aan de Botersloot ingewijd, niet ver van de Hoveniersstraat verwijderd. Vanaf dat moment gaat het bergafwaarts net de sjoel en in 1883 verschijnt hij niet meer in de adresboeken van de stad.

In het Weekblad voor Israëlitische Huisgezinnen wordt op melding gemaakt dat diegene die zitplaatsen wensen te huren (in de synagoge) vóór of uiterlijk op 6 april hun offergelden voldaan moeten hebben. Het bestuur van deze chewre werd gevormd door M. Kalker, E. A. Roos en J. den Arend.

De inwijding aan de Hoveniersstraat
Het Weekblad voor Israëlietische Huisgezinnen van 27 augustus 1880 plaatste een verslag van de inwijding:
ROTTERDAM, 26 Augustus. Vrijdagmiddag den 20 dezer had de plechtige inwijding plaats van het bidlokaal der Godsdienstige vereeniging: „Godsdienst is ons streven” plaats. Deze vereeniging, die vroeger haar Godsdienstoefeningen hield binnen een lokaal aan de Kipstraat, heeft in de jongste jaren een waar lijdenstijdperk doorleefd en scheen menigmaal haar einde nabij. Een nieuw bestuur, bestaande uit de heeren M. Hijmans voorzitter, L. Droomer en I. van Esso was het door een gelukkige omstandigheid, door veel beleid en omzichtigheid gegeven een nieuw leven te scheppen en de overige bestuursleden hebben het hunne daartoe wakker bijgedragen. Voltooid in den eigenlijken zin des woords is het nieuwe gebouw nog niet, maar toch kon de inwijding plaats hebben. De dames S. Hijmans, A. Wolf, L, Hijmans en H. Nathan, hebben wakker geijverd om kerksieraden aan te schaffen, en kwam het ons voor, dat haar oogst vrij groot moet geweest zijn. Evenzoo is het ledental dat zeer verminderd was, weer flink vooruitgegaan, en inderdaad is in dat gedeelte der stad zeer groote behoefte aan een bidlokaal, waarin dagelijks gebeden wordt. En er wordt in het hier besproken lokaal elken ochtend en avond gemeenschappelijk gebeden; dit verschijnsel, wij begroeten het met blijdschap, omdat het getuigt, dat het religieus leven nog niet uitgestorven is. Het lokaal is vrij diep en vrij smal, maar zal, naar wij gelooven uitmuntend voldoen, terwijl de heilige arke, is zij geheel en naar behooren afgewerkt, een fraai effect maken zal. De orde der inwijding was, eenige kleine veranderingen daargelaten, zooals die plaats had bij de inwijding van het bidlocaal in den Oppert en, dank zij de ceremoniemeesters, de heeren G. Philippse, S. Hartogs I.E. zoon, L. van Esso en B. Wolf liep alles recht ordelijk en net van stapel. Het koor onder leiding van den heer E. Andriesse en samengesteld door de heeren Bedding, Bosman, Brandel, van Dam, van Gelderen, Jacobson, de Jong, Jools, van Lier, van Leeuwen, Mindeno en Schintzler, werkte in den regel verdienstelijk en werd dan ook met aandacht gevolgd door talrijk aanwezige dames en heeren.

De Torahrollen werden, toen ze in het bidlokaal waren gedragen, door aanvallige, fraai in het wit gekleede kindertjes, de dametjes Droomer, Eijnveld en van Straten met een regen van bloemen begroet en hield de voorzitter, nadat de Wetrollen, onder begeleiding van koorgezang in de Heilige Arke waren gebracht, een korte toespraak, dank inhoudende voor de medewerking zoo ruimschoots ondervonden. Die dankbetuiging werd gevolgd door een schaalcollecte die, zooals we vernamen, een getuigenis gaf van de offervaardigheid der aanwezigen en werd alstoen bij geopende arke, door den chazzen (voorzanger) der vereeniging, den heer N. M. Kogel, een Hebreeuwsch gebed uitgesproken. Wij spraken de inwijdingsrede uit en mogen wij slechts mededeelen, dat, blijkens de stilte, er naar geluisterd werd, terwijl daarna de 150ste psalm, door het koor werd aangeheven. De gewone dienst op Vrijdagavond en ochtend werd door koorgezang opgeluisterd en mochten wij alleen een stille verzuchting slaken wegens het overgroot aantal personen die voor de Torah geroepen werden. Vermelden wij ten slotte dat, bestuur, koristen, chazzen, eenige dames en onze geringheid bijeenkwamen in een der bovenzalen van Frascatie (Kipstraat), dat aldaar eenige ververschingen werden aangeboden, dat men er een uur gezellig koutte en dat het koor eenige fraaie nommers ten beste gaf, die warm werden toegejuicht. Moge de Hemel verder Zijn zegen schenken aan deze vereeniging en niet minder aan hen, die getuigenis gaven van hun Godsdienstzin, door het schenken van een fraai ner tamied (eeuwig licht) e.d.  als daar zijn, de heeren L. Hijmans, D. Hofstede en hun echtgenooten, benevens de heeren I. van Esso, mitsgaders de heeren S. van den Berg en S. van Gelderen alsmede hun dames.

 

bron:
C. Reijnders, Verenigingssynagogen of Chewresjoelen in Rotterdam tussen 1857 en 1943 in Rotterdams Jaarboekje 1989 (Rotterdam 1989) 200, 201.
verhuizing, Weekblad voor Israëlietische huisgezinnen; uitgegeven vanwege de Vereeniging van Joodsche Wetenschappen te Rotterdam, jrg 11, 1880, no 22, 18-06-1880. Geraadpleegd op Delpher op 01-08-2021, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA15:005396022:00001
inwijding, Weekblad voor Israëlietische huisgezinnen; uitgegeven vanwege de Vereeniging van Joodsche Wetenschappen te Rotterdam, jrg 11, 1880, no 32, 27-08-1880. Geraadpleegd op Delpher op 01-08-2021, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA15:005396032:00001

illustraties:
voorhang, Weekblad voor Israëlietische huisgezinnen; uitgegeven vanwege de Vereeniging van Joodsche Wetenschappen te Rotterdam, jrg 1, 1870, no 25, 22-07-1870. Geraadpleegd op Delpher op 01-08-2021, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA15:005391026:00001

gepubliceerd:
1 augustus 2021

laatst bijgewerkt:
1 augustus 2021