zangkoor Sjierij Jisroeil

sjierijjsroeilIn 1931 werd het kerkelijk zangkoor Sjierij Jisroeil opgericht, een koor dat de diensten opluisterde van de synagoge aan de Botersloot.

Er is nog het nodige te vinden over dit koor. Het zou kunnen zijn dat de dirigent, N. Stranders, muziekleraar/musicus Nathan Stranders (Rotterdam, 29 mei 1906 – Leusden, 8 maart 1945) was. Nathan werd op 8 maart 1945 in Kamp Amersfoort gefusilleerd als represaille voor de aanslag bij de Woeste Hoeve, waarbij SS-kopstuk Rauter zwaar gewond raakte.

Conflict
Het koor werd in 1931 opgericht, en in 1933 was er sprake van een conflict. De uitkomst van het conflict was dat de heer Stranders weer dirigent werd en drie bestuursleden opstapten, zoals te lezen was in het Nieuw Israëlietisch Weekblad:

‘KOORCONFLICT OPGELOST
Naar wij vernemen, is Maandagavond j.l. in een bespreking het conflict van „Sjierei Jisroeil” opgelost. Van af Sjabbos zal het koor weder onder leiding van den dirigent, den heer N. Stranders, zijn medewerking in de Synagoge Botersloot verleenen. Intusschen hebben de heeren B. v. Baren, I. Brandeis en I. Blok ontslag uit het bestuur genomen, omdat zij zich met de houding, thans door het bestuur aangenomen, niet kunnen vereenigen’.

Op 1 november van datzelfde jaar nam Stranders ontslag bij het koor. Er kwam een nieuwe dirigent, zoals te lezen is uit een Nieuw Israëlitisch Weekblad van november 1934.

BINNENLAND KERKELIJK ZANGKOOR SJIEREI JISROEIL
Maandag 12 dezer had vanwege bovengenoemde vereeniging een bijeenkomst plaats ter installatie van den nieuwen dirigent van het Kerkelijk Zangkoor, den heer S. Isaacs. De voorzitter, de heer Fred. de Jong, heette allen welkom, in het bijzonder Rabbijn Cohen, in wiens protectie hij de vereeniging ten zeerste aanbeveelt.
Tevens begroette hij H.H. Kerkvoogden, wier medewerking hij op hoogen prijs stelde. Tot zijn spijt kan hij den eerw. heer Lipschits niet begroeten, die tlans helaas aan het ziekbed gekluisterd ligt en wien hij spoedig een Refoeoh Sjeïeimo wenscht.
Ook brengt spreker dank aan den afgetreden dirigent Stranders voor alles, wat hij in deze 4 jaren gepresteerd heeft. Tot zijn spijt moet hij memoreeren, dat laatstgenoemde dirigent gemeend heeft het bestuur en koor te moeten handicappen, door auteursrechten te eischen. Het bestuur zal zich echter niet laten intimideeren en heeft reeds rechtskundig advies ingewonnen. Thans richt zich de voorzitter tot den heer Izaacs. Er waren voor deze betrekking meerdere sollicitaties ingekomen. De heer B. de Waal was zeer geporteerd door de benoeming des heeren Izaacs.

De voorzitter was aanvankelijk van meening, dat ieder der sollicitanten een proef zou afleggen, doch toen de heer Izaacs een repetitie leidde, was men het in ’t algemeen er over eens, dat de benoeming van den heer Izaacs de gewenschte zou zijn.
Spreker zegt tot de benoemde, dat hij, weliswaar niet de Sjeliach Tsiboer is, doch dat hij naast deze staat en hij dan ook te behartigen heeft de sententie „Dang lifrei mie atloo” enz., welke 4 woorden in getallenwaarde de som uitmaakt van 5695.
Met groot genoegen constateert spreker tevens, dat ook de Opperrabbijn zijn sanctie aan deze benoeming heeft verleend. Wanneer gij u, zegt spreker tot den nieuwen dirigent , dit ,dang” enz. steeds ter harte neemt, dan zal blijken, dat wij in u een goede keuze gedaan hebben.

Hiermede verklaar ik u geïnstalleerd als dirigent van het koor Sjierei Jisroeil. Inmiddels was ook de eerwaarde heer Mak ter vergadering verschenen, die door den voorzitter hartelijk begroet en gecomplimenteerd werd, voor zijn bijzondere medewerking. Speker deelt nog mede, dat de Opperrabbijn door het houden van een lezing elders, verhinderd is de vergadering bij te wonen.

Rabbijn Cohen wijst op de woorden: Laawoud Awoudas Awoudo” en zegt dat volgens Rasjie onder een dienst van een anderen dienst te verstaan is het zingen bij den dienst. De Awoda, die tengevolge van het verlies van den tempel, niet volbracht kan worden is vervangen door het gebed. Wanneer dus de eeredienst voor velen meer aantrekkingskracht kan hebben door de prestaties van ’t koor en begrijpt gij de beteekenis van ’t „Dang” enz., dan zal zonder twijfel het beoogde doel door u bereikt worden; en hoopt hij, dat de vooruitgang van dit koor zoodanig worde, dat het niet alleen van Rotterdam, doch het beste van alle Nederlandse koren worde. De voorzitter brengt den eerwaarde heer Vleeschhouwer dank voor zijn medewerking, die ook nu direct de noodige muziek beschikbaar stelde. De heer Hamburger zegt namens kerkvoogden dank voor de uitnoodiging. Ook persoonlijk als oudkorist ter Synagoge te Amsterdam, voelt hij steeds veel voor een goed koor. Hij heeft alle reden te gelooven, dat men in den heer Izaacs een goede keus heeft gedaan. Wel is hij nog jong, des te meer kan men hem toewensten, dat hij tot in lengte van jaren het zijne moge bijdragen tot stichting van den eeredienst. De heer B. de Waal meent als medewerkend lid van het koor, als tolk van alle koristen den dirigent een hartelijk welkom te mogen toeroepen en te hopen, dat het koor door zijn leiding op hoog peil kome te staan. De heer Stad, als lid van het S-kwartet, onder leiding van dezen dirigent , meent ook een gelukwensen te moeten uitspreken voor den heer Izaacs.

Hij wijst erop, dat er helaas nog veel verdeeldheid en strijd onder Joden is, een tegenstelling met het „Am Echod”, doch wanneer de dirigent door zijn leiding de eenheid bevordert, dan roept spreker hem toe: Boroech attoo besjeim Hasjeim”.
De heer M. Dasberg verheugt zich eveneens met deze benoeming. Hij was vroeger zijn leerling, thans zijn de rollen omgekeerd en moet spr. zich voegen naar zijn leiding. Ook spreker wenscht hem veel succes toe. Ook de heer Mak sluit zich aan bij de vele wenschen, die reeds geuit zijn voor den heer Izaacs. De heer van Essen, als voorzitter van het S-kwartet zegt hij ervaring te weien, wat deze dirigent presteert. Het behalen van ons koor van de Iste en later der 2e prijs, spreekt boekdeelen. Uit sympathie vereert spreker hem namens de leden van het S-kwartet een nieuwe dirigeerstok ten gebruike bij de repetities. De heer de Winter vindt de installatie schitterend en hoopt, dat zijn medekoristen zich mogen scharen onder de leiding van den nieuwen dirigent , zooals zij dit onder de vorigen gedaan hebben. De heer Izaacs dankt voor de vele wenschen. Hij zal het koor van Sjierei Jisroeil tot flet mooiste van geheel Nederland trachten te maken. Hiermede was het officieele gedeelte afgeloopen. Onder het gebruik van allerlei versnaperingen bleef men nog geruimen tijd bijeen, waarbij het gezellig samenzijn nog gekruid werd, door eenige speechen en voortreffelijken zang van het S-kwartet.’

Na dit bericht komt het koor niet meer in de pers voor. Eind oktober 1937 verscheen in het Nieuw Israëlietisch Weekblad het bericht dat de heer Rokach, Eerste Voorlezer, een synagogekoor zou vormen dat na de verbouwing van de Synagoge aan de Botersloot daar zijn diensten zou verlenen. Enkele maanden later verscheen het bericht dat dankzij de medewerking van gazzan Rokach er een koor was samengesteld onder leiding van de heer Slagter. Dit koor droeg dezelfde naam als de voorganger. In augustus 1939 was de heer M. Koekoek de nieuwe dirigent van het koor.

 

 

bron:
Nieuw Israëlietisch Weekblad, 22 jan 1932
ibidem, 17 maart 1933, conflict
ibidem, 19 okt 1934, ontslag
ibidem, 16 nov 1934, nieuwe dirigent
ibidem, 29 okt 1937, zangkoor
ibidem, 1 april 1938, Sjierei Jisroeil
ibidem, 11 aug 1939, M Koekoek

Illustratie:
Nieuw Israëlietisch Weekblad, 22 jan 1932.

gepubliceerd:
26 februari 2016

Laatste aanpassing:
2 januari 2024