Het Boerengat is een uit 1591 stammende binnenhaven, ten oosten van de haven het Haringvliet.
Dit terrein werd in 1589 gekocht door de Admiraliteyt van de Mase en er werd een scheepstimmerwerf gevestigd. In 1665 werd daar het admiraliteitsschip van Michiel de Ruyter, de Zeven Provinciën gebouwd.
Tussen 1855 en 1858 was hier het eindpunt van de spoorlijn Utrecht – Rotterdam gevestigd, en het station heette Halte Boerengat. De spoorlijn werd toen iets doorgetrokken richting stad en het nieuwe station heette Station Rotterdam Maas, oftewel het Maasstation. Aan de noordzijde van het Boerengat ligt de Admiraliteitskade.
Boerengat – Kees Bitter
Het lichaam van verzetsstrijder Kees Bitter (Den Bosch, 15 september 1919) werd op 5 januari 1945 in het Boerengat gedumpt.
Kees studeerde in 1940 economie in Rotterdam aan de Economische Hogeschool. Al aan het begin van de oorlog raakte Kees betrokken bij het verzet. Op 12 augustus 1942 werd hij gearresteerd door de Rotterdamse politie en uitgeleverd aan de Sicherheitsdienst op beschuldiging van hulp aan Joden en wapenbezit. Hij zat tot 10 september 1942 in Rotterdam gevangen en werd toen overgebracht naar Kamp Amersfoort, daar werd hij op 4 december 1942 vrijgelaten.
In juli 1944 nam hij de leiding over van Knokploeg Zuid, op 27 oktober 1944 werd hij weer gearresteerd. Vlak daarna werden verschillende andere leden van diverse Rotterdamse knokploegen opgepakt, waardoor men zich begon af te vragen of Bitter niet was doorgeslagen en collaboreerde met de bezetter. In november werd dit vermoeden nog verder bestendigd toen er nog meer leden van knokploegen, zonder directe aanleiding, werden opgepakt.
Tijdens de Razzia van Rotterdam van 10 en 11 november 1944 werd Bitter op twee verzamelplaatsen en bij de Aussenstelle gezien in een SD-uniform en de leiding van de knokploegen besloot hem op te sporen. Op 27 december 1944 kregen ze Bitter te pakken in Sliedrecht, waar zijn ouders woonden. Hij werd overgedragen aan de Knokploeg Rotterdam Centrum en tijdens een van de verhoren gaf Bitter toe Willy Lages, het hoofd van de SD in Amsterdam, te kennen. Verder bekende hij een SD-uniform gedragen te hebben en verantwoordelijk te zijn voor een dertigtal arrestaties. Hij werd schuldig gevonden door het verzet en geliquideerd. Op 5 januari 1945 werd hij eerst met chloroform bedwelmd en daarna een cyaankali-injectie gegeven. Toen deze onvoldoende werkte werd Kees Bitter door het hoofd geschoten. Zijn lijk werd in een jute zak genaaid, verzwaard met stenen en in het Boerengat gedumpt.
Admiraliteitskade 70 – Em. Herzberger
De confectiefabriek van Emanuel Hertzberger was hier gevestigd in 1910.
Admiraliteitskade 89a – L. A. Rosenthal
L. A. Rosenthal was gevestigd op dit adres in 1920. Dit bedrijf was een confectiefabriek.
Ludwig Alfred Rosenthal werd op 26 juli 1869 in Fürth geboren. Hij trouwde op 1 mei 1901 met Hendrina Cornelia Brons (Rotterdam, 25 maart 1877).
Admiraliteitskade 91b – familie De Beer
In april 1942 woonde op dit nummer het gezin van Morits Leon de Beer (Sappemeer, 21 april 1898 – Auschwitz, 31 maart 1944) en Eva de Beer – Bamberger (Groningen, 17 november 1900 – Auschwitz, 10 september 1943) met hun dochters Henriëtte (Rotterdam, 13 mei 1925 – Sobibor, 2 juli 1943) en Sophia (Rotterdam, 31 mei 1928 – Auschwitz, 10 september 1943). Morits was café/hotelhouder van Hotel De Beer op de Veemarkt 24b.
Admiraliteitskade 93b – firma Cats
Op 93b waren in 1925 een aantal bedrijven gevestigd. Firma M. A. Cats handelde in winkelzakken, pakpapier en dergelijke, S. van Geuns & Co. stond te boek als Duitse Agenturen en Hollandsche papierwaren en I. L. Nathan was commissionair.
illustratie:
© joodserfgoedrotterdam.nl
gepubliceerd:
26 februari 2016
laatst bijgewerkt:
7 april 2022