Wat gebeurt er op sjabbat in de synagoge?
Het eerste dat opvalt in een synagoge is de gescheiden zitplaatsen voor vrouwen en mannen. Dit geldt overigens niet voor alle synagogen, liberale synagoge hebben deze verdeling vaak niet.
De reden hiervoor is dat de traditionele opvatting is dat men in de synagoge samenkomt om met concentratie te bidden en de Tora-lezingen te volgen. Het gemengd samenzitten kan deze concentratie verstoren en daarom ongeoorloofd. Verder dragen de mannen zonder uitzondering een hoofdbedekking. Daar wordt meestal een keppel voor gebruikt, maar een hoge hoed kan ook en ook baseballcaps (Verenigde Staten).
Het eerste deel van de dienst is een voorbereiding op het Sjema Jisra’el (Hoor Israël) en begin met Adon Olam (Heer van de Wereld). Dit is een oeroud gebed dat de eenheid en bijzondere eigenschappen van G’d beschrijft.
Het hierbij noodzakelijke vasthouden van de rol wordt éts chajim genoemd, een overdrachtelijke toepassing van de spreuk dat de Tora een boom des levens is voor wie zich aan haar (inzettingen) vasthoudt. Inmiddels is de maftier begonnen de haftara (Profetenlezing) voor te dragen.
Terwijl de Tora nog in de gemeente aanwezig is, wordt de arke opnieuw geopend en maakt – meestal – de rabbijn de berachot (zegenwensen) voor de Staat Israël, het Israëlische leger en de Nederlandse regering en het koningshuis.
Dan is het stil: tijd voor het Amida. Iedereen staat op en dawwent (bidt) zachtjes voor zichzelf dit gebed. Hierna volgt de herhaling door de Chazan (voorzanger), en hierbij mag men meezingen. Dan wordt de Aron haKodesj (Heilige Arke) geopend voor het Sjir haKawod, het prachtige, in beurtzang gezongen, loflied op Gods majesteit. Centraal in de dienst staat de Tora- en Haftara-lezing. Er wordt begonnen met de voorlezing van het gedeelte-van-de-week uit de eerste vijf Bijbelboeken (Tora of Pentateuch), gevolgd door een stuk uit de Profeten of Geschriften (de andere delen van de Hebreeuwse Bijbel). In optocht wordt de rol waaruit gelezen zal worden naar de biema (verhoging, podium) gebracht.
Het eigenlijke sjachariet (ochtendgebed) is dan afgelopen, waarna nog een toegevoegd gebed wordt uitgesproken, toepasselijk genaamd: moesaf (toevoeging). De instelling van het moesaf-gebed is gebaseerd op de extra offers die werden gebracht in de Tempel bij de nieuwe maan, op sjabbat en de feesten. Nu de desbetreffende offers niet meer gebracht kunnen worden, herinnert moesaf ons aan de bijzonderheden van deze offers.
Iedere sjabbat en feestdag wordt er kiddoesj gemaakt, waarvoor iedereen is uitgenodigd. In de aparte en fraai gerestaureerde kiddoesjruimte begroeten we elkaar en begint een ander aspect van “sjabbat maken”: de zogenaamde oneg sjabbat, het genieten van de sjabbat. Het kiddoesj maken is een wezenlijk onderdeel van de sjabbat, omdat hierin nadrukkelijk het gebod herhaald wordt om de zevende dag apart te zetten van de andere weekdagen en te “rusten”. De voorgeschreven beker wijn wordt door degene die de kiddoesj aanbiedt altijd op ruimhartige wijze aangevuld met koek, cake en andere versnaperingen.
De Gerard Dousynagoge in woord en beeld, Vereniging Hulpe Israëls, Amsterdam.
7 september 2019