Leonardus (Leo) Lorjé

Op 12 oktober 1882 werd in Rotterdam Leonardus Lorjé geboren, zoon van ambtenaar bij de belastingen Moses Samson Lorjé (Rotterdam, 6 juni 1835 – Utrecht, 8 april 1919) en Engelina Sanders (Groningen, 19 november 1844 – Utrecht, 7 januari 1924).
Hij was de oudste zoon in een groot gezin en had de volgende broers en zussen: Judith Elisabeth (Schagen, 4 maart 1868), Henriette (Groningen, 1865), Louis Machiel (Groningen, – Utrecht, ), Abraham Willem (Haarlem, – Auschwitz, ), Isaac Henry (Leiden, 20 april 1873  – Utrecht, 1 juli 1936 – bontwerker), Herman George (Leiden, 8 september 1874 – Utrecht, 22 juli 1955 – kleermaker), Sophie Marianne (Leiden, 25 januari 1877 – Utrecht, 16 augustus 1956), Cato Adelina (Goes, 8 april 1879 – Bloemendaal, 7 oktober 1959 – eigenaresse kantoorboekhandel), Leonardus (Rotterdam, 12 oktober 1882 – mede-eigenaar kantoorboekhandel), Constance Eugenie (Rotterdam, 8 juni 1884 – Utrecht, 17 maart 1948) en Benjamin (Rotterdam, 20 januari 1877 – Rotterdam, 7 april 1888).

Line huwde in 1933 met Leon van der Lijn (Amsterdam, – Auschwitz, ) en zij kregen drie kinderen; Elise Eveline Leonie (Groningen, – Auschwitz, ), Carolus Leonard (Groningen, – Auschwitz, ) en Felicie Leonie (Haren, – Auschwitz, ). Ook Line werd vermoord in Auschwitz op . Lees verder

Op 24 februari 1910 trouwde Leo in een synagoge in Utrecht met Elisabeth (Bets) Morpurgo (Amsterdam, 4 januari 1888). Op 28 april 1911 kregen Leo en Bets hun dochter Line Charlotte Leonie.

In 1919 duikt Leo op als een van de ondernemers van het Rembrandt Theater in Utrecht, dat hij samen met Christiaan Adam en David Hamburger jr. leidde. 1919 was het jaar van een grote verbouwing, Lorjé en Hamburger waren al in 1913 met het theater begonnen. In 1921 werd het theater overgenomen.
In 1924 werd zoon Ralph Leonard geboren (overleden in 1983 in Tunesië) en in 1925 verhuisde het gezin van Leo en Bets naar Groningen. In 1926 werd daar volgens de burgerlijke stand in een bericht in de krant nog een dochter geboren, waarschijnlijk was dit Charlotte Engelina Henriëtte. De familie Lorjé werd vooral bekend door de kantoorboekhandels in diverse Nederlandse steden.

Op 14 augustus hadden zich voor de Hema en Lorjé in de Heerestraat te Groningen, twee personen opgesteld met borden, waarop antisemitische rijmpjes voorkwamen. Hierdoor ontstond een volksoploop. Tenslotte hebben eenige personen uit het publiek de borden uit de handen van de dragers gerukt, terwijl één der dragers, zekere Koopman, een klap met een van zijn bord afkomstig stuk hout kreeg. In verband hiermee stond thans de 18-jarige horlogemaker S. terecht. Hem was mishandeling ten laste gelegd. De getuige Koopman, die zich voor deze gelegenheid in het uniform zijner beweging had gekleed, vertelde, dat het plan om met de borden te gaan loopen van hem en zijn kameraad was uitgegaan, niet van de beweging waarvan zij lid zijn. Politierechter: En viel dat nog al in goede aarde bij het publiek? Getuige: Het blijkt wel van niet. Getuige zeide voorts, dat de politie hem had medegedeeld, dat zij er voor zou zorgen, dat er geen oploop zou ontstaan, doch op een gegeven oogenblik was dat toch gebeurd. Voorts vertelde getuige, dat de bedoeling dezer borden was uiting te geven aan het medelijden met den middenstand, die door de warenhuizen wordt gedupeerd. Het was niet de bedoeling geweest de joden te beleedigen. Politierechter: Maar die woorden op dat bord, noemt u die niet antisemitisch? Get.: Het was de bedoeling te demonstreeren tegen warenhuizen, die wij een gevaar achten voor den middenstand. Politierechter: Maar de zaak van Lorjé noemt u toch geen warenhuis? Getuige zeide, dat hij daar post had gevat, omdat de plaats daar z.i. strategisch gunstig was. De verdachte bekende, dat hij met anderen get. een klap had gegeven met het stuk hout, dat er op een gegeven oogenblik van het bord over was. Hij had zich geërgerd aan het opschrift. Als hem was gebleken, dat het alleen de bedoeling was geweest voor den middenstand op te komen, dan zou hij niets hebben gedaan, maar dat bleek niet uit de opschriften. Politierechter tot getuige: Ik vind, dat u uw bedoeling wel beter had kunnen weergeven. Dan zou dat ook op verdachte een andere indruk hebben gemaakt, die zelf een zoon is van een middenstander. De officier, Baron van Imhof, wees er op, dat verdachte zich niet met het geval had mogen bemoeien. Dat lag niet op zijn weg. Spreker wilde echter rekening houden met verdachtes leeftijd en zijn blanco strafregister. Spreker eischte f 15 of vijftien dagen. De politierechter veroordeelde S., eveneens rekening houdend met zijn jeugd en zijn gunstig verleden, tot f 10 of tien dagen.

Ook Leo begon een papier- en kantoorboekhandel op de Heerestraat 42 (1926) in Groningen. In november 1940, dus bij het begin van de bezetting, kwam Lorjé en de HEMA in het nieuws toen er een rechtszaak wegens anti-Joodse teksten bij een demonstratie in augustus 1940 werd gehouden.

Leo en Elisabeth konden in 1940 vluchten naar het Britse mandaatgebied Palestina. Hier vandaan vertrokken ze naar Nederlands Oost-Indië waar ze de rest van de oorlog doorbrachten. Na de oorlog keerden ze terug naar Nederland en woonden in 1950 in Groningen. Leo overleed te Haren op 5 juni 1957. De firma Lorjé in Groningen herdacht met een overlijdensadvertentie in Het Nieuwsblad van het Noorden hun patroon.

 

bron:
Moses Samson Lorjé op http://www.humanitarisme.nl/personen/index.php?m=family&id=I61813 (geraadpleegd 31 januari 2020).
“Familiebericht”. “Nieuw Israelietisch weekblad”. Amsterdam, 1910/02/11 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 31-01-2020, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010859499:mpeg21:p006
“Familiebericht”. “Nieuwsblad van het Noorden”. Groningen, 1926/03/01 00:00:00, p. 11. Geraadpleegd op Delpher op 31-01-2020, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010667730:mpeg21:p011
Line Charlotte Leonie Lorjé op www.joodsmonument.nl (geraadpleegd 31 januari 2020).
“Familiebericht”. “Nieuwsblad van het Noorden”. Groningen, 1957/06/08 00:00:00, p. 4. Geraadpleegd op Delpher op 31-01-2020, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010677156:mpeg21:p004
“Advertentie”. “Nieuwsblad van het Noorden”. Groningen, 1926/07/23 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 31-01-2020, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010669402:mpeg21:p008
“ANTI-JOODSCHE OPSCHRIFTEN LOKTEN OPSTOOTJE UIT.”. “Nieuwe provinciale Groninger courant”. Delfzijl, 1940/11/06 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 31-01-2020, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010693950:mpeg21:p002
Burgerlijke Standsregister gemeente Groningen Huwelijksregister 1933, aktenummer 122
www.joodsmonument.nl, lemmata gezin Lorjé (geraadpleegd 31 januari 2020).
Leonardus Lorje theater: Fransje Emma de Jong, Joodse ondernemers in het Nederlandse film- en
bioscoopbedrijf tot 1940, proefschrift (Utrecht 2013) 31.
“Familiebericht”. “Nieuwsblad van het Noorden”. Groningen, 1957/06/08 00:00:00, p. 4. Geraadpleegd op Delpher op 02-02-2020, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010677156:mpeg21:p004
Rembrandt Theater Utrecht via https://nl.wikipedia.org/wiki/Path%C3%A9_Rembrandt_Utrecht (geraadpleegd 2 februari 2020).

illustratie:
“Familiebericht”. “Nieuw Israelietisch weekblad”. Amsterdam, 1910/02/11 00:00:00, p. 2. Geraadpleegd op Delpher op 31-01-2020, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010859499:mpeg21:p006
“Advertentie”. “Nieuwsblad van het Noorden”. Groningen, 1926/07/23 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 31-01-2020, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010669402:mpeg21:p008

laatst bijgewerkt:
18 februari 2020.