Louis Juda van Coeverden werd op 26 maart 1923 in Amsterdam geboren als zoon van restaurateur Abraham van Coeverden (Zwolle, 13 januari 1888) en Lea Cauveren (Amsterdam, 3 juni 1886 – Auschwitz, 7 september 1942) en in Amsterdam woonde het gezin onder andere op de Eerste van Swindenstraat 57-1.
Lea werd in de oorlog vermoord, Louis lukte het om in de onderduik te gaan in de buurt van Meppel bij de familie Weide. Daar werd hij actief voor de illegale pers en kwam moederziel alleen uit de oorlog. Na de oorlog bleken er 125 familieleden, waaronder zijn ouders, vermoord. Louis pakte zijn leven weer op.
Louis was enig kind en trouwde op 13 augustus 1953 met Wilhelmine Meijer (Keulen, 21 juni 1922 – Den Haag, 16 januari 2009). Wilhelmina was een Duitse Jodin die zeer getraumatiseerd uit de oorlog kwam, Louis was haar reddingsboei. Voor Wilhelmine begon de oorlog al in 1933 toen Hitler aan de macht kwam. Omdat ze Joods was mocht ze op 11-jarige leeftijd niet meer naar school, naar het zwembad of naar de speeltuin. Ze bleef bij haar ouders in Keulen wonen tot de Kristalnacht (9 op 10 november 1938).
Na het huwelijk verhuisde het echtpaar naar Rotterdam. Louis was journalist en ging werken bij het Algemeen Dagblad waar hij 35 jaar lang financieel/economisch redacteur was. Daarnaast was Louis actief voor de Joodse Gemeente Rotterdam. Hij was er bestuurder en schrijver en samensteller van het maandblad van de NIG Rotterdam, Van Maand tot Maand.
Louis Juda van Coeverden overleed zeer plotseling op 6 mei 2008 te Boekelo. Hij was daar voor een paar dagen met zijn dochter. Hij werd in Rotterdam begraven op 7 mei 2008.
bron:
Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Abraham van Coeverden
Stadsarchief Amsterdam, persoonskaart Abraham van Coeverden
email Lea van Coeverden 25 juni 2017
Lea van Coeverden, oorlogslezing (per email 26 juni 2017)
Gijsbert van Es, “Ik ben alleen, ik kan alle kanten op” in NRC, 24 augustus 2013.
laatst bijgewerkt:
10 september 2019