Samuel van den Bergh

Samuel van den Bergh (Oss, 6 april 1864 – Nice, 4 februari 1941), ondernemer van Van den Bergh en Jurgens – later opgegaan in Unilever, vierde in 1934 zijn zeventigste verjaardag. Ter gelegenheid daarvan werd er uitgebreid aandacht aan zijn verdiensten besteed in het Weekblad voor Israëlietische Huisgezinnen.

Groot zakenman, Bekwaam politicus, Filantroop en vooraanstaand figuur in Neêrlands Jodendom.

Vrijdag a.s. wordt het bekende lid van de Eerste Kamer en oud-lid van de Tweede Kamer, de vroegere President-directeur der N.V. van den Bergh’s Fabrieken en Directeur van de Margarine-Unie, de heer Samuel van den Bergh Jr., zeventig jaar. De heer van den Bergh is een van de weinigen onder onze grootindustriëlen, die naast het zakenleven, waarin hij met zulk een buitengewoon succes gedurende meer dan een halve eeuw werkzaam is geweest, in welk tijdvak hij met zijn broers een der grootste Nederlandse industriële ondernemingen, die haar vertakkingen over heel Europa heeft, heeft opgebouwd, ook actieve belangstelling toonde voor de politiek. Reeds kort na zijn komst in Rotterdam in 1869, werd hij daar tot liberaal lid van de Gemeenteraad gekozen voor welk lidmaatschap hij bedankte, toen hij in 1905 tot lid van de Tweede Kamer werd gekozen. Tijdelijk legde het zakenleven te zeer beslag op zijn werkkracht, maar in 1923 keerde hij terug in het actieve politieke leven als lid van de Eerste Kamer. Jarenlang maakte hij lid uit van het Dagelijks Bestuur en het Hoofdbestuur van den Vrijheidsbond, waarvan hij penningmeester is. Als liberaal en vrijhandelaar in hart en nieren heeft hij steeds op de bres gestaan voor de belangen van het vrije ruilverkeer tussen de volkeren en in de openbare lichamen met kracht gestreden tegen elke vorm van protectie. Ook in de vergaderingen van de Rotterdamse Kamer van Koophandel, waarvan hij lange jaren lid is geweest heeft zijn stem vaak geklonken in een krachtig pleidooi voor de voortzetting van de politiek die Rotterdam groot heeft gemaakt.

De heer van den Bergh beeft zich bovendien op velerlei gebied van weldadigheid, in den ruimste zin des woords, bewogen. Zoo is hij, niettegenstaande hij zich sedert jaren metterwoon te Wassenaar heeft gevestigd, nog altijd voorzitter van het Israëlietisch Weeshuis te Rotterdam. Ook op het gebied van de tuberculosebestrijding is hij sinds langen tijd actief werkzaam en was hij gedurende een aantal jaren President-commissaris van het Sanatorium Oranje-Nassaus Oord te Renkum, waarvan hij de administratie gereorganiseerd heeft en van welks College van Commissarissen hij nog steeds lid is. Hij was mede bestuurslid van ‘Het Apeldoornsche Bosch’ te Apeldoorn. Van het Comité voor Bijzondere Joodse Belangen is hij tevens lid, die zijn invloed in Den Haag reeds meermalen voor de Duitse Joodse vluchtelingen aanwendde. En met succes!

Veel en goed werk heeft de heer van den Bergh verricht voor den opbouw van Palestina. Sedert de oprichting is hij lid van het Curatorium van het Nederlands Palestina Opbouwfonds en tevens de enige vertegenwoordiger van Nederland in de Jewish Agency, het semi-officiële lichaam, dat geroepen is om met de Mandaat-Regeering samen te werken voor den opbouw van het Joodsch Nationaal Tehuis in Palestina. Steeds heeft de bloei van de wetenschap de intense belangstelling van den heer van den Bergh gehad. Hij was een van de oprichters der Nederlandsche Handels-Hoogeschool en maakt nog steeds deel uit van het Algemeen Bestuur van deze instelling. Ook is hij Curator van de Hebreeuwse Universiteit in Jeruzalem.

In Rotterdams grote dagen stak de heer van den Bergh steeds gaarne de helpende hand toe, om tot de oprichting te geraken van instellingen van openbaar belang. Mede aan zijn initiatief is b.v. de oprichting van de eerste overdekte Baden Zweminrichting te Rotterdam in de Tuindersstraat, nu meer dan een kwarteeuw geleden, te danken.

Geen wonder, dat de Regering zijn grote verdiensten voor liet Nederlandsche volk heeft erkend door zijn benoeming tot Ridder in de Orde van den Nederlandse Leeuw en vervolgens, bij zijn afscheid uit het zakenleven, tot Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau. Het behaagde H.M. de Koningin hem te benoemen tot Officier in de Huisorde van Oranje, in verband met zijn grote verdiensten voor Oranje Nassaus Oord. De Italiaanse Regering schonk hem de onderscheiding van Commandeur in de Kroonorde van Italië. Er is alle reden voor den heer van den Bergh zijn zeventigste verjaardag, aan de zijde van zijn echtgenote en te midden van zijn kinderen en kleinkinderen, met vreugde te vieren, terugblikkend op een leven, dat grote verdiensten voor het cultureel en economisch leven van ons land heeft gehad. Vele zijn de monumenten, die van hem getuigen, die zijn initiatief huldigen; talrijker nog zijn de monumenten in de harten van hen, wie zijn weldoende hand redding bracht, wanneer de nood soms groot was geworden! Wij wensen dezen sympathieke figuur in ons Nederlandse Jodendom van harte den oud-Joodse wens: ngad meio wengesriem sjono toe, temidden van zijn dierbaren in den besten gezondheidstoestand!

De jubilaris recipieert te zijnen huize ‘Wiltzang’, Wassenaar, op zaterdag 7 april van 3 tot 5 uur.

 

 

bron:
Weekblad voor Israëlietische huisgezinnen, 3 april 1934. Geraadpleegd op Delpher op 08-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA15:005427066:00001

illustratie
Weekblad voor Israëlietische huisgezinnen, 3 april 1934. Geraadpleegd op Delpher op 08-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA15:005427066:00001

gepubliceerd:
8 april 2021

laatst bijgewerkt:
8 april 2021