Spaanschekade

masarykoudehaven
Herdenkingsplaquette bij Witte Huis

De Spaansekade was de oostelijke kade van de Oude Haven en werd in 1637 zo genoemd. Op 31 januari 1608 zette namelijk de Spaanse afgezant Markies Ambrosio Spinola op het Ouden Hoofd voet aan wal. Hij was onderweg naar de Admiraliteit van de Maze voor de onderhandelingen die tot het twaalfjarig bestand zouden leiden binnen de Nederlandse Opstand (tachtigjarige oorlog).

Spaanschekade 8 – gezin Hertzberger
In 1904 woonde hier de heer en mevrouw H. Hertzberger – Cohen en op 17 oktober van dat jaar werd een zoon geboren. Herman Hertzberger (Eindhoven, 12 mei 1880) was gehuwd met Maria Cohen (Rotterdam, 25 oktober 1880) en deze geboorte betrof hun zoon Edmond (Rotterdam, 17 oktober 1904). Na Edmond werd op 13 april 1906 dochter Henriëtte geboren. In 1910 verhuisde het gezin naar de Voorschoterlaan 135, in 1920 naar de Westersingel 88. Meer over dit gezin via deze link.

Spaansekade met Hotel Weimar, 1930. Collectie Stadsarchief Rotterdam beeldbank 4029_PBK-8186

Spaansekade 12 – Hotel Weimar
Hotel Weimar (foto) was een beroemd hotel aan het Haringvliet – hoek Spaansekade. Er logeerden beroemde gasten, zoals bijkt uit onderstaande foto van een plaquette die aan de overzijde van de Oudehaven bij het Openlucht Binnenvaartmuseum staat.
Nb: Voor de oorlog is hier in verschillende jaren een jaarvergadering gehouden van de Vereniging Israël.
Onder voorzitterschap van den heer mr. J. E. Hillesum is Zondag 14 April (1940 – red) in Hotel Weimar te Rotterdam de jaarlijksche algemeene vergadering gehouden van „Israël”, Nederlandsche Centrale Vereeniging tot steun aan noodlijdende Joden in het Buitenland.

Spaanschekade 12 – de herverkaveling van Europa
Op zaterdag 12 september 1914 meldden zich twee personen aan de balie van Hotel Weimar. Het waren Esperanza Garrigue, die snel terug wilde naar de Verenigde Staten, omdat vijfenhalve week eerder de Eerste Wereldoorlog was uitgebroken, en haar zwager, de filosofieprofessor Tomás Masaryk. Het duurde nog elf dagen voor Esperanza kon vertrekken naar de VS met de Noordam.

Dat leek Masaryk wel goed uit te komen want doordat hij zijn schoonzus “moest” begeleiden kon hij allerlei activiteiten ontplooien waar het Oostenrijks-Hongaarse bewind niet blij mee zou zijn. Masaryk was afgevaardigde in de Weense Reichsrat, maar hij had vergaande plannen ontwikkeld over de toekomst van zijn geboortegrond, Bohemen en Moravië.

Door zijn parlementaire onschendbaarheid kon hij in de eerste maanden van de oorlog nog reizen. En door Esperanza kwam hij in de Maasstad terecht en kon daar vertegenwoordigers van Rusland, Engeland en Frankrijk ontmoeten, de landen waarmee Oostenrijk-Hongarije en Duitsland in oorlog was. Masaryk gokte op een overwinning van de geallieerden en vroeg hun steun bij zijn plannen voor een onafhankelijke Tsjechoslavische staat.

Op maandag 14 september 1914 bezocht Esperanza musea en Masaryk ging aan de slag. Op het Rotterdamse hoofdpostkantoor aan de Coolsingel opende hij een Poste Restante-box onder de naam A. R. Mill. Deze schuilnaam nam hij omdat hij bewust was van de Duitse spionagecel die in het Witte Huis zat. Masaryk was zeer voorzichtig en om argwaan te voorkomen nam hij geen direct contact op met de geallieerde ambassades. Maar dat leidde ook tot geen antwoord op de door hem verstuurde brieven. Hij keerde onverrichterzake terug naar Praag.

In Praag merkte hij hoe ontevreden de Tsjechen waren. Dat zij in het Oostenrijkse leger moesten vechten tegen Russische en Servische broedervolken was voor hen niet acceptabel. Masaryk overlegde met Tsjechische geestverwanten en besloot terug te gaan naar Rotterdam. Hij kreeg een visum en op 14 oktober 1914 betrok bij kamer 106 in het Weimar Hotel, met uitzicht op het Witte Huis.

De Oost-Europaspecialist van The Times, R. W. Seton-Watson, kwam onmiddellijk naar Nederland en nam zijn intrek in de kamer naast Masaryk. Overdag overlegden ze in het hotel, ’s avonds liepen ze langs de kaden om de plannen te bespreken. Masaryk schetste de contouren van de Tsjechoslowaakse staat wanneer Oostenrijk-Hongarije uiteen zou vallen.
Rond 25 september keerde Masaryk terug naar Praag. Praag was echter nog deel van Oostenrijk-Hongarije en Masaryk werd door het regime als landverrader gezien. Hij ging in ballingschap en bleef tot april 1917 in Londen.

Op 21 december 1918 kwam Masaryk terug in Praag, waar hij enthousiast begroet werd als president-bevrijder van de Republiek Tsjechoslowakije, de republiek waarvan hij vier jaar eerder de grenzen had aangegeven tijdens zijn verblijf in hotel Weimar. Hij vestigde een van de weinige democratieën in Midden-Europa tijdens het interbellum, een levenswerk dat in 1939 verwoest werd door Hitler.

verder
In kamer 106 in Hotel Weimar hing het portret van Masaryk. Op 14 mei 1940 werd het hotel bij het bombardement op Rotterdam verwoest. Hotel Weimar gold vanaf de jaren twintig van de vorige eeuw als het voornaamste hotel van Rotterdam.
Tijdens zijn rondreis door Europa in 1930 verbleef Henry Ford in Hotel Weimar.

 

bron:
Nieuw Israëlietisch Weekblad, 19 april 1940, jaarvergadering Israël
ibidem, 21 oktober 1904, familiebericht Hertzberger, nummer 8
stadsarchief Rotterdam, gezinskaart Herman Hertzberger.
Andeweg, Gert, Europa herverkaveld in een Rotterdamse hotelkamer in Trouw, 1 mei 2007.
www.stadsarchief.rotterdam.nl, lemma Rotterdamse hotels (geraadpleegd 23 jan 2016).

illustraties:
foto plaquette © joodserfgoedrotterdam.nl, 8 jan 2016.

gepubliceerd:
5 maart 2016

Laatste aanpassing:
8 oktober 2021