Benno Durlacher

Benno Durlacher (Baden-Baden, 17 februari 1898 – Amsterdam, 1 januari 1981) en zijn vrouw Henriëtte (Jettie) Cato Cohen (Dirksland, 8 oktober 1900 – 16 oktober 1966) woonden met hun zonen Evan (Baden-Baden, 10 augustus 1925 – 2018) en Leofried (Leo, Baden-Baden, 7 maart 1923 – 27 oktober 1998) in Baden-Baden. Benno had daar een tapijt- en meubelzaak. Kort na de machtsovername door Hitler maakte de familie in Nederland zich zorgen om dit gezin en de Rotterdammer Henri van Leeuwen ging zonder medeweten van zijn Nederlandse familie naar Baden-Baden in nazi-Duitsland om Benno en Jettie ervan te overtuigen dat het beter was om naar Nederland te komen.

Henri kwam met Leofried en Evan naar Rotterdam en de jongens werden eerst bij hun grootouders in Dirksland ondergebracht. Benno liquideerde de tapijt- en meubelzaak en ging met Jettie naar Rotterdam waar ze eind oktober 1933 gingen inwonen op de Mathenesserlaan 287 bij Levie van Creveld (slager, Rotterdam, 11 december 1875), zijn vrouw Jaantje van Leeuwen (Rotterdam, 2 april 1879) en hun zoon Leon (Rotterdam, 17 september 1918). Jettie was een nicht van het echtpaar.
Veel geld mochten Benno en Jettie niet meenemen uit nazi-Duitsland, het gezin moest in Rotterdam financieel ondersteund worden. Benno begon met een nieuw bedrijf en een nieuw product, Taperine, een middel om vloerkleden te reinigen. De eerste productie van het middel vond plaats in de badkuip, en toen dit een succes werd gingen ze produceren in een kleine fabriek. Dag en nacht werkten Jettie en Benno aan de Taperine en ze gaven demonstraties bij de warenhuizen Vroom & Dreesmann en De Bijenkorf. Het werd een succes en zelfs de Holland America Lijn werd een klant. Later werd Benno eigenaar van een agenturenkantoor.

De zonen bezochten de lagere- en de middelbare school tot aan het moment dat dit onmogelijk werd gemaakt door de maatregelen van de bezetter. Al eerder zagen de jongens het bombardement op Rotterdam van 14 mei 1940, staande op het dak van hun huis.

De situatie in Rotterdam werd voor de Durlachers tijdens de oorlog steeds moeilijker en ze verhuisden naar Bennekom. Daar legden ze contact met het Wageningse Studentenverzet. Dat verliep onder andere via de buurman en zijn dochter. De buurman waarschuwde de Durlachers wanneer er een politiecontrole zou plaatsvinden of wanneer er razzia’s op handen waren. Het hele gezin Durlacher trad toe tot de ondergrondse.

Evan leerde daar persoonsbewijzen vervalsen. Maar hoe meer de Durlachers in het verzet zaten, hoe gevaarlijker de situatie in Bennekom werd, ook omdat daar NSB-leden zaten. Het gezin trok naar Heelsum en ging in onderduik. In eerste instantie huurden ze een huis in de buurt van de watertoren. Het eerste dat Evan deed in Heelsum was het vervaardigen van valse persoonsbewijzen voor zijn ouders, zijn broer en zichzelf. Evan werd op het persoonsbewijs Evert Jacobus Havermans, Leofried werd Leonardo Maduro. Hun ouders waren volgens de persoonsbewijzen hun ouders niet.
Leofried werd opgepakt tijdens werkzaamheden voor het verzet – zijn fietslampje brandde namelijk niet – en kwam in Westerbork terecht. Hij kreeg daar roodvonk en werd overgebracht naar het Academisch ziekenhuis in Groningen. Daar is hij geopereerd aan zijn oor en na een langdurig en moeizaam herstel met hulp een arts en van het verzet ontsnapt en daarna bij zijn ouders ondergedoken. In Heelsum maakte het gezin Durlacher eerst nog de Slag om Arnhem mee en later de bevrijding van Nederland. Het hele Joodse gezin Durlacher heeft de oorlog overleefd.

 

bron:
Stadsarchief Rotterdam, archiefkaart Benno Durlacher NL-RtGAR_494-03_851-114_0120181V.jpg
“Advertentie L. van Creveld – Van Leeuwen”. “Nieuw Israelietisch weekblad”. Amsterdam, 1931/10/02 00:00:00, p. 6. Geraadpleegd op Delpher op 20-12-2019, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010874720:mpeg21:p006
Leon B. van Leeuwen, Let me half cry (Lincoln 2007) 100, 101
Durlacher, Evan via https://www.nederlandsekrijgsmacht.nl/index.php/kl/269-officieren-van-het-nederlandse-leger/manschappen-artikelen/infanterie/1252-durlacher-evan (geraadpleegd 21 december 2019).
met dank aan J. Raber – Durlacher

laatst bijgewerkt:
19 juli 2020