Dr. Leonard Davids

Leonard (Levie, Leonardus, Leon) Salomon Davids (Rotterdam, 23 oktober 1771 – Rotterdam, 7 maart 1820), zoon van Dr. Salomon Davids en Rebecca van Gelderen, was sinds 1793 gemeentearts voor de armen in Rotterdam. Leonard was afstammeling van Elias Davids, die de eerste steen van de synagoge aan de Boompjes had gelegd. Hij werd in zijn studententijd door de Joodse Gemeente beboet, omdat hij op de sabbat naar een toneelvoorstelling was gegaan. Dit besluit van de Rotterdamse Opperrabbijn werd door de burgemeester op 29 september 1788 bevestigd.

Leonardus studeerde in 1793 in Leiden af en was toen doctor in de geneeskunde. Hij vestigde zich in Rotterdam en bleef daar werken tot zijn dood. In 1797 behoorde Leonard tot de commissie ’tot zuivering en verbetering der domestique wetten van het kerkgenootschap’, in Rotterdam, gesticht in navolging van Felix Libertate, de overwegend Joodse organisatie in Amsterdam die door de druk die ze uitoefenden de aanzet gaven tot de Joodse gelijkberechtiging in 1796.
Tijdens koning Willem I weigerde Leonard een benoeming tot Parnas (bestuurder) omdat hij meende de enige te zijn, die waarlijk verlicht was. Het was de tijd van de Verlichting, de achttiende eeuw, en ook van de Joodse verlichting, de Haskala. In 1808 werd hij tot de Rotterdamse vertegenwoordiger benoemd bij het Opperconsistorie dat in dat jaar werd opgericht.

Leonard huwde op 24 juni 1798 met Sophia Bas (1775 – 1845) en zij kregen zes kinderen; Henriëtte Pauline (Rotterdam, 8 september 1801), Salomon (na naamsaanneming Eugenius) (Rotterdam, 4 maart 1803), Abraham (Rotterdam, 10 augustus 1804 – Rotterdam, 4 oktober 1859), Isaac (na naamsaanneming Eduard) (Rotterdam, 20 januari 1806), David (na naamsaanneming Thomas) (Rotterdam, 16 oktober 1808) en Carolina (Rotterdam, 13 maart 1811). Bij de naamsaanneming in 1811 veranderde Leon Davids zijn naam in Leonard Davids. Het gezin woonde toen in de Grote Wijnbrugstraat.

Koepokken
In 1800 deed Eduard Jenner de uitvinding van een vaccin tegen pokken en Davids vertrok op eigen kosten naar Parijs. Hij wilde daar inlichtingen opdoen omtrent het gebruik van het vaccin.
Hij leerde van Jenner zelf hoe het vaccin toe te passen. Hij gaf aan velen de vereiste koepokstof en maakte hen tevens met al de bijzonderheden van het vaccin bekend. Davids kreeg niet veel medewerking van het landsbestuur, maar hij ging door met het vaccineren. Na een aantal proeven richtte hij in 1801 in Rotterdam het ‘Genootschap voor Koepokinenting’ op waarmee hij de koepokinentingen in het hele land wilde verzorgen.
De vereniging deed haar eerste verslag in 1807 waarbij Dr. Davids de vergadering opende met een redevoering, waarin hij pleitte voor het nut van vaccineren.
Leonard was dus degene die ervoor zorgde dat de uitvinding van Dr. Jenner, de koepokinenting, naar Nederland werd gehaald en het in Rotterdam introduceerde. Deze inenting voorkwam zowel de besmettelijke ziekte koepokken, ook voor de mens besmettelijk, als de nog gevaarlijkere ziekte pokken. Het Rotterdamse initiatief werd later door andere steden gevolgd. Het genootschap speelde een belangrijke rol bij onderzoek, vaccinatiecampagnes en de invoering van landelijke vaccinatie.

Erkenning
Het werk van Davids bleef niet onopgemerkt. Napoleon schonk hem een gouden erepenning tot een blijk van zijn tevredenheid, Koning Willem I benoemde hem in 1817 tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. De Koninklijke Jenner Maatschappij te Londen benoemde hem tot erelid en al eerder werd hij door de Société Académique des Sciences te Parijs tot corresponderend lid benoemd.
In 1807 vertaalde Davids het werk van Jenner over het vaccin.

Onderwijs
Dr. Leonard Davids zette zich op veel fronten in voor de Joodse gemeenschap van Rotterdam. Hij was voorzitter van de Vereniging tot Verbetering van het Israëlitisch onderwijs. In het begin van de negentiende eeuw werden Joodse kinderen niet toegelaten tot de armenscholen van de stad en in 1808 wendden de Parnassijns zich tot het stadsbestuur met een verzoek om dit mogelijk te maken. Er kwam geen reactie. Op 29 augustus 1811 herhaalde Leonard dit verzoek en in 1812 werden de Joodse kinderen wel toegelaten. Een goed resultaat in het oog van de gelijkberechtiging, maar de meeste Joodse kinderen hielden het niet uit op deze scholen en zaten binnen vijf jaar weer op de Joodse godsdienstige scholen in de stad.

© Mark Davids, met vriendelijke toestemming (FB20200913)

Trivia
In 1819/1820 woonde het gezin van Leonard op de Glashaven.
In Rotterdam is de Davidsstraat naar Leonard vernoemd. Dit werd op 10 april 1908 vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders.
Dochter Henriëtte Pauline Davids trouwde met een heer Dentz en woonde op de Herengracht 347 en later op de Prinsengracht 392 in Amsterdam. Op de Herengracht woonde haar zus Carolina bij dit gezin.

 

bron:
J. Michman, De stichting van het opperconsistorie (1808), een keerpunt in de geschiedenis van de Nederlandse Joden III in Studia Rosenthaliana, vol 9 nr. 2 (oktober 1985) 130.
Bevestiging boete door burgemeester: E. Slijper, „Een merkwaardig proces over de haardracht der vrouwen bij de Joden te Rotterdam”, Rotterdams Jaarboekje, 8 (1910) 25-49
Stadsarchief Rotterdam, Leonard Davids, 999-09 Burgerlijke Stand Rotterdam, overlijdensakten , inventarisnummer 1820A, folio a108.
“Advertentie overlijden”. “Rotterdamsche courant”. Rotterdam, 1820/03/09 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 11-09-2020, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010976578:mpeg21:p003
koepokken website Wikipedia. https://nl.wikipedia.org/wiki/Koepokken, 11 september 2020
Halekaḥ, jaarjang 1, 1910-1911. Geraadpleegd op Delpher op 11-09-2020, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMUBA15:005776001:00005
adres Leonard 1819 Rotterdams Jaarboekje
www.inghist.nl, lemma Leonard Davids
Stadsarchief Rotterdam, Abraham Davids, 999-09 Burgerlijke Stand Rotterdam, overlijdensakten, inventarisnummer 1859F
Stadsarchief Rotterdam, huwelijk, 1-01 Oud Archief van de Stad Rotterdam (OSA), inventarisnummer 1075
Stadsarchief Amsterdam, Henriette Pauline Dentz, Bevolkingsregister 1851-1853, archiefnummer 5000, inventarisnummer 620, blad pagina 918
Stadsarchief Amsterdam, Henriëtte Pauline Dentz, Bevolkingsregister 1853-1863, archiefnummer 5000, inventarisnummer 561

illustratie:
“Advertentie overlijden”. “Rotterdamsche courant”. Rotterdam, 1820/03/09 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 11-09-2020, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010976578:mpeg21:p003
Foto Davidsstraat © Mark Davids, met vriendelijke toestemming (FB20200913)

gepubliceerd:
10 september 2010

laatst bijgewerkt:
23 maart 2023