Granaria

granariaHet bedrijf Granaria adverteerde met een advertentie “tarwe voor de choepa” in het Nieuw Israëlietisch Weekblad van 23 december 1960 en richtte zich daarmee op de Joodse markt. Wat was Granaria?

Joden waren oververtegenwoordigd in de vee- en vleeshandel en als een bijna logische spin-off vonden veel Joodse werknemers ook werk binnen de daaraan gerelateerde bedrijfstakken. De leer- en schoenenindustrie is daarvan een logisch voorbeeld, maar aangezien boeren vee verkochten en voedergraan kochten zijn in die laatste bedrijfstak ook Joodse ondernemers te vinden.

Granaria kwam voort uit een onderneming van de belijdende Jood Louis Wijler (Lochem, 7 juni 1890 – Raanana, 20 oktober 1977), zoon van Samuel Wijler en Martha de Groot. Louis kwam uit een gezin van veehandelaren en zijn vader en drie broers deden dit werk.  In 1912 werd Louis commissionair in granen en veekoeken.
In die periode wilden molenaars en boerencoöperaties de tussenhandel passeren en direct inkopen bij de importeurs in Rotterdam en Amsterdam. Zij zochten mensen die hen terzijde konden staan en de naam Wijler stond bij hen goed bekend, door de veehandel van Samuel. Het vertrouwen dat Samuel genoot werd ook aan Louis geschonken. Louis richtte zich voor de graanhandel in eerste instantie in de handel met Duitsland en werd agent van de grootste Duitse landbouwcoöperatie ‘Hauptgenossenschaft Hannover’. Waarschijnlijk werkte Louis Wijler samen met Max Flegenheimer bij de oprichting van dit bedrijf.

Max Flegenheimer
Max Flegenheimer werd in Schwäbische Hall geboren op 26 juni 1898. Op 18 september 1924 trouwde hij met Mathilda Anna Meijer (Rotterdam, 16 december 1895) en kreeg met haar twee kinderen; Lize (Rotterdam, 4 mei 1926) en Hans Gerson (Rotterdam, 31 juli 1927). Vanaf 1933 woonde het gezin op de Dillenburglaan 1.

De Eerste Wereldoorlog brak uit en de graanhandel met Duitsland viel stil. Er ontstonden grote tekorten en de prijzen voor graan liepen sterk op. Alles wat als veevoer verkocht kon worden, werd verkocht. De grenshandel bleek aan het einde van de oorlog verleden tijd en Louis verplaatste zijn bedrijf naar Rotterdam. In 1917 werd Louis ingeschreven op de Beukelsdijk 18a.
Het gezin van Louis bestond uit: zijn vrouw Francina Helena Lansberg (Rotterdam, 25 oktober 1893) en hun kinderen Martha (Rotterdam, 15 december 1918), Greta (Rotterdam, 5 juni 1920), Martin (Rotterdam, 23 december 1921),Henriette (Rotterdam, 30 oktober 1923), Helena (Rotterdam, 9 september 1925) en Johan (Rotterdam, 24 januari 1928 – Adelaide, 27 juli 1964). Johan was arts, werkte in de jungle in Cambodja en liep daar meningitis op en overleed daar of in Adelaide.

De verhuizing naar Rotterdam bleek een goede stap en het bedrijf ontwikkelde zich voorspoedig. Vanaf 1862 was, door de Tariefwet, graan vrijgesteld van invoerrechten maar door de crisis van de jaren dertig kwam deze vrijstelling ten einde. In 1931 werd de Tarwewet ingesteld waarin bepaald werd dat buitenlands meel in een bepaalde verhouding gemengd moest worden met Nederlands meel. Dit is een verkapte invoerbeperking en de graanhandel werd hierdoor ernstig belemmerd. Maar Granaria bleef zich voorspoedig ontwikkelen. Dat duurde tot 1987/1988 toen Granaria betrokken raakte bij een duwbakkenaffaire. De naam bleef er voor altijd aan verbonden en de onderneming Granaria werd rond 1990 verkocht aan de concurrent Schouten-Giesen.

Het huidige Granaria is een bedrijf dat in 1992 werd opgericht en is een voedingsmiddelenbedrijf.
In 1992 was Joël Wijler (zoon van Martin) de drijvende kracht achter de tentoonstelling “Venter, fabriquer, fabrikant, Joodse ondernemingen in Nederland, 1796-1940” in het toenmalige Joods Historisch Museum, het huidige Joods Museum, te Amsterdam.

 

bron:
“Advertentie Granaria”. “Nieuw Israelietisch weekblad“. Amsterdam, 23-12-1960. Geraadpleegd op Delpher op 23-11-2016, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010873021:mpeg21:a0023
www.jodeninnederland.nl, lemma Louis Wijler (geraadpleegd 23 november 2016),
Berg, Hetty, Venter, fabriquer, fabrikant. Joodse ondernemingen in Nederland, 1796-1940, (Amsterdam 1994) p 182-183.
stadsarchief Rotterdam, gezinskaart Louis Wijler,
ibidem, gezinskaart Max Flegenheimer
www.jodeninnederland.nl, lemma Max Flegenheimer
Max Felgenheimer, Stadsarchief Rotterdam, 494-03 Archief van de Gemeentesecretarie Rotterdam, afdeling Bevolking: bevolkingsboekhouding van Rotterdam en geannexeerde gemeenten, inventarisnummer 851-136.

illustratie:
“Advertentie Granaria”. “Nieuw Israelietisch weekblad“. Amsterdam, 23-12-1960. Geraadpleegd op Delpher op 23-11-2016, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010873021:mpeg21:a0023

gepubliceerd:
11 november 2016

laatst bijgewerkt:
8 februari 2024