Isaac van Creveld

foto-ies-van-creveldIes van Creveld was kunstverzamelaar, kunsthandelaar, intellectueel, bankbeambte, talenkenner, pacifist, Spanjestrijder, homoseksueel, enorm onhandig en een aardige man met een zacht gemoed.

Ies werd in Rotterdam geboren op 14 januari 1898 als zoon van de slager Meijer van Creveld (Rotterdam, 9 februari 1853 – Rotterdam, 29 mei 1916) en Roosje van Straaten (Rotterdam, 25 maart 1857 – Rotterdam, 23 oktober 1935). Het was een groot gezin waar Ies de jongste zoon was. Er waren 15 kinderen:
Levie (Rotterdam, 11 december 1875), Elizabeth (Rotterdam, 30 oktober 1877), Sara (Rotterdam, 14 september 1879 – Auschwitz, 15 oktober 1942), Clara (Rotterdam, 26 maart 1881), Esther (Rotterdam, 27 juni 1882 – Rotterdam, 25 september 1949), David (Rotterdam, 29 augustus 1883 – Rotterdam, 25 februari 1884), Louis (Rotterdam, 20 september 1885 – Rotterdam, 12 januari 1886), Sophia (Rotterdam, 9 april 1887 – Rotterdam, 12 maart 1943), Rebecca (Rotterdam, 10 augustus 1888), Louisa (Rotterdam, 9 april 1890), Wilhelmina (Rotterdam, 3 maart 1892 – Rotterdam, 18 januari 1938),
Samuel (Rotterdam, 16 december 1893 – Sobibor, 9 juli 1943), Abraham (Rotterdam, 13 september 1895 – Auschwitz, 25 januari 1943), Isaac (Rotterdam, 14 januari 1898 – Bergen-Belsen, 24 februari 1945) en Judith (Rotterdam, 28 maart 1899).

Een beschrijving van Ies danken we aan “Vanter”, een pseudoniem van Gerard van het Reve senior. In 1939 verhaalde hij over Ies in de brochure “Nederlanders onder commando van Hollander Piet” die in dat jaar bij Uitgeverij Pegasus te Amsterdam werd gepubliceerd. Hij beschreef daarin een groep Hollanders die onder het commando van Piet Laros in Spanje vocht. Van het Reve noemde in de brochure naam en toenaam van de leden van het commando. Niet iedereen was daar gelukkig mee, als je al niet betrapt werd op deelname bij een legeronderdeel in Spanje had nu de Centrale Inlichtingendienst je naam te pakken en op het vechten in vreemde krijgsdienst staat het verlies van het Nederlanderschap.  De gezinskaart van Ies in Rotterdam laat inderdaad zien dat hij stateloos was. In de brochure komt Ies er in Spanje – waar hij op 9 juni 1937 aankwam – verder niet zo goed van af, Van het Reve portretteert Ies als een sulletje.

meijervancreveldslagerHet gezin en de slagerij
Het grote Joodse gezin waar Ies in opgroeide woonde op de Kruiskade.  Eerst op 27a, later op 35. In 1881 zat de zaak op nummer 26, en in dat jaar werd Meijer veroordeeld tot een geldboete van ƒ 10,– voor het in de winkel hebben van bedorven vlees.
Een jaar later, in maart 1882, verhuisde de zaak naar nummer 29. In 1893 gaat de zaak naar nummer 27. In 1909 verschijnt de eerste advertentie met nummer 35 als het adres van de slagerij. Op dat nummer bleef de slagerij gevestigd tot aan het bombardement. Daarna werd de zaak in oktober 1940 heropend, op de Stationssingel 38.

Ies
Salomon Frenk, zijn neef en zoon van Sophia, heeft Ies gekend en omschreef hem als zijn lievelingsoom. “Hij ging dikwijls met me zwemmen, in het overdekte zwembad aan de Tuindersstraat. Ook gingen we vaak naar de diergaarde. Hij was een fijngevoelig en kunstzinnig mens met een goede smaak. Hij nam me veel mee naar tentoonstellingen, zoals naar Galerie Van Hasselt op de Schiedamsesingel. Oom woonde op de Leuvehaven 107-2. Hij keek uit op de Wijnhaven, zoals dat door Van Roode getekend werd. Op 9 mei 1940 bracht oom me deze litho en op 10 mei begon de oorlog. Ies was zeer links georiënteerd“.

Ies kon tot 1944 uit de handen van de nazi’s blijven. Zijn laatste onderduikadres was de Buys Ballotsingel 6a in Schiedam (huidige nummering 66a) bij de familie Van der Smit en de onderduik werd verraden. Zoon Peter (Petrus) van het gezin Smit zat in het verzet en had een drukkerij in de buurt. De hele familie Van der Smit werd opgepakt, ook Isaac. Peter werd bij Helvoirt in de val gelokt. Drie leden van het gezin overleefden de oorlog niet; Peter van der Smit is gefusilleerd in kamp Vught in 1944, zijn vader is omgekomen in Dachau, zijn moeder in Ravensbruck. De verraadster werd na de oorlog opgepakt en in 1947 veroordeeld, de eis was 12 jaar.

Op 15 juni 1944 werd Isaac naar Vught gebracht, een maand later, op 15 juli 1944 naar Westerbork en vandaar naar Bergen-Belsen. Uit de trein gooit hij nog een briefje, gericht aan zijn vriend Theo Scholten: “Morgenochtend zal ik naar Zelle (Celle – red) (dat is een plaatsje bij Hannover) vertrekken. Er gaat zoveel in mij om dat ik geen behoorlijke brief kan schrijven. Ik ben altijd vol hoop geweest je nog een keer te zien, maar nu wordt mijn hoop wel heel gering“. Op 24 februari 1945 kwam Ies in Bergen-Belsen om.
Na de oorlog kwam Theo nog over de vloer bij familieleden. Hij hoorde er bij.

In Memoriam
deschakelgalerieOp 11 juli 1945 plaatste “De Waarheid” een In Memoriam voor Ies
Dezer dagen heeft ons het bericht bereikt, dat I. van Creveld in februari van dit jaar in het concentratiekamp Belsen is overleden. Van Creveld, die aanvankelijk alleen kunstverzamelaar was, is naderhand te Rotterdam kunsthandelaar geworden en in zijn kleine tentoonstellingsruimte. „De Schakel” aan de Delftsevaart (nr. 14 – red), heeft hij vooral de jonge kunstenaars gelegenheid gegeven hun vaak door publiek en kritiek niet begrepen werk ten toon te stellen. Hij was een man van uitgelezen smaak en brede schilderkunstige belangstelling, die zijn oordeel met intelligentie wist te motiveren; de liefde voor het kunstwerk en de wens, een talent te steunen, gingen hem vaak boven de commerciële zijde van de zaak. Zo heeft hij voor het werk van Chabot op de bres gestaan toen nog weinigen dit begrepen en ook voor dat van Tinus van Doorn, dat thans in Boymans wordt geëerd,” is hij een warm pleitbezorger geweest. In 1937 trok hij de consequentie uit zijn politieke overtuiging en hij ging vrijwillig naar Spanje; hij werd tot twee keer toe gewond, hij was er administrateur van een groot hospitaal en vaak daarna kon men medestrijders nooit anders dan met de grootste waardering over hem horen spreken. Van Creveld was Jood; het is hem lange tijd gelukt uit de handen van de Duitsers te blijven; tenslotte is hij gegrepen en weggevoerd. In de Rotterdamse schilderswereld laat hij een leegte achter.

 

bron:
Stadsarchief Rotterdam, gezinskaart Meijer van Creveld
“BINNENLAND – veroordeling.”. “De Maasbode“. Rotterdam, 29-03-1881. Geraadpleegd op Delpher op 17-09-2016, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB04:000163412:mpeg21:a0005
“Advertentie”. “Rotterdamsch nieuwsblad“. Rotterdam, 11-03-1882. Geraadpleegd op Delpher op 17-09-2016, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011007260:mpeg21:a0037
“Advertentie”. “Rotterdamsch nieuwsblad“. Rotterdam, 04-11-1893. Geraadpleegd op Delpher op 17-09-2016, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010166779:mpeg21:a0065
“Firma M. van Creveld”. “Rotterdamsch nieuwsblad“. Rotterdam, 31-10-1940. Geraadpleegd op Delpher op 17-09-2016, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011002503:mpeg21:a0191
“TENTOONSTELLINGEN.”. “De Maasbode“. Rotterdam, 03-03-1937. Geraadpleegd op Delpher op 17-09-2016, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB04:000192688:mpeg21:a0083

Scholten, Yvonne, Creveld, Isaac van op www.spanjestrijders.nl (geraadpleegd 17 september 2016)
www.maxvandam.info, lemma Meijer van Creveld (geraadpleegd 17 september 2016)
email Ruth Frenk, 29 september 2016
To van der Smit (overlevende dochter), verhaal over de arrestatie en verraad  in een interview met het Schiedamse culturele tijdschrift  Musis. (april 1996, 100). Te zien bij Gemeentearchief Schiedam. 

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken, Leidsch Dagblad, 27 augustus 1947|pagina 4

illustratie:
“Advertentie”. “Rotterdamsch nieuwsblad“. Rotterdam, 11-03-1882. Geraadpleegd op Delpher op 17-09-2016, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011007260:mpeg21:a0037  “Firma M. van Creveld”. “Rotterdamsch nieuwsblad“. Rotterdam, 31-10-1940. Geraadpleegd op Delpher op 17-09-2016, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011002503:mpeg21:a0191
“TENTOONSTELLINGEN.”. “De Maasbode“. Rotterdam, 03-03-1937. Geraadpleegd op Delpher op 17-09-2016, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB04:000192688:mpeg21:a0083
foto Ies van Creveld met dank aan Ruth Frenk, 29 september 2016.

gepubliceerd:
17 september 2016

laatst bijgewerkt:
25 juni 2021