Simon Weijl, Kurt Victor Mayer en Liselotte Drukker

Simon Weijl werd op 6 of 7 februari 1894 in Den Haag geboren als zoon van Isaac Weijl, winkelier, en Naatje de Wind. Hij trouwde op 22 september 1924 met Annie Claire van Thijn (26 november 1905) uit Assen (Beilerstraat 53). In die tijd woonde Simon in Delft op de Voorstraat 38.
Het echtpaar kreeg twee dochters, Lida Erna (Delft, 10 juni 1925) en Mirjam Hermah (Rotterdam, 4 augustus 1928). Het huwelijk werd op 27 april 1931 te Rotterdam ontbonden.
In juli 1919 slaagde Simon voor het semi-arts examen. Simon werd later zenuwarts.

Liselotte Dina Drukker werd geboren op 28 maart 1910 als dochter van Joachim Drukker en Nanette Käthe Goldstein. Zij trouwde op 8 maart 1934 met de Duitse Kurt Maijer uit Keulen.
Kurt Mayer was de zoon van Albert Mayer en Wilhelmina Nathan en werd geboren op 20 mei 1910. Ten tijde van hun huwelijk woonden Liselotte en Kurt op de Graaf Florisstraat 11b.

Door Onbekend – http://www.scheveningen-haven.nl/info/overschepen/zeemanshoop.htm, CC BY-SA 3.0 nl, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=18565744

Zeemanshoop
Van 1925 – 1976 was dit schip een motorreddingboot van de Koninklijke Noord- en Zuid-Hollandse Redding-Maatschappij. Dit schip speelde een belangrijke rol in het leven van Simon Weijl.
Het was kort nadat de Nederlandse regering op 13 mei 1940 naar Londen uitweek en er waren nog meer mensen die probeerden te vluchten uit Nederland. Zo was het in de haven van IJmuiden een drukte van belang en de weinige plekken die nog beschikbaar waren voor vluchtelingen waren bij lange na niet genoeg en velen keerden terug.

Op 14 mei 1940, de dag van de capitulatie van Nederland aan Duitsland, week de Zeemanshoop uit naar Engeland met 46 opvarenden (4 studenten en 42 passagiers). Onder deze passagiers waren 24 Joodse Nederlanders. Deze passagiers werden op 15 mei op volle zee overgenomen door een Engelse torpedobootjager, de HMS Venomous. Onder de passagiers was Dr Simon Weijl. Hij kwam veilig in Engeland terecht.

Vervlochten levens
Ook op de passagierslijst van de Zeemanshoop staan twee andere Joodse mensen, het echtpaar Kurt Victor Mayer, een Duits zakenman en inwoner van Rotterdam en de Rotterdamse Liselotte Drukker.

Liselotte ontmoette Simon al toen ze 14 jaar oud was. Liselotte woonde op de ‘s-Gravendijkwal 98 tegenover de chirurgie van Simon. Liselotte kende de familie Weijl goed. Liselotte werd verliefd op de 16 jaar oudere Simon, en Simon was daar eerst niet van onder de indruk. Hij was al gehuwd en vader van twee dochters.
Liselotte kreeg op haar zestiende TBC en werd naar Zwitserland gestuurd. Toen ze terugkwam op haar achttiende was ze behoorlijk volwassen geworden en rond die tijd ontmoette ze Kurt Mayer.
Kurt’s vader was een staalhandelaar uit Keulen. Kurt had een bevoorrechte jeugd, was muzikaal, kon goed zingen, was goed in wiskunde en tekenen. Kurt en Liselotte werden verliefd en trouwden op 8 maart 1934.

Het huwelijk ging goed totdat Liselotte Simon weer tegen het lijf liep. Kurt, Liselotte en Simon werden daarna vaak samen gezien, wat zeker niet de norm in die tijd was. Tegelijkertijd zat een echtscheiding tussen Kurt en Liselotte er niet in omdat Duitse Joden in die jaren teruggestuurd naar Duitsland konden worden. Het huwelijk beschermde Kurt.
Liselotte ging regelmatig mee met Simon wanneer hij naar bijeenkomsten moest op het gebied van psychoanalyse. Zo gingen ze naar Baden-Baden, naar Parijs, en tijdens deze bijeenkomsten leerde Liselotte Anna Freud (de vrouw van..), Melanie Klein en Eddy Glover kennen. Eddy Glover werd tussen 1940 en 1947 de supervisor van Liselotte op het gebied van didactische analyse.

De vader van Kurt, Albert, en zijn vrouw Wilhelmina, waren in 1937 naar Maastricht gevlucht. Na de invasie stierf Albert aan een hartaanval en Wilhelmina vond een onderduikplaats op een boerderij en overleefde de oorlog.

Toen de oorlog uitbrak woonden Kurt en Liselotte naast de woning van de Britse consul en hij speelde een belangrijke rol in de redding van Kurt en Liselotte. De consul werd vroeg in de ochtend van de 14e mei gebeld en hij wist dat hij snel het land uit moest. De consul waarschuwde Kurt en Liselotte zij gingen ook naar de broer van Kurt en zijn vrouw. Die waren inmiddels dood, ze hadden vergif ingenomen in angst voor de bezetting.
Met Dr. Weijl gingen ze naar de haven van Scheveningen. Toen ze daar aankwamen gingen Kurt en Liselotte aan boord, maar ze raakten Simon kwijt. De Zeemanshoop was al afgemeerd en wilde vertrekken en Simon, die niet kon zwemmen, sprong aan boord maar raakte tussen de wal en het schip.

Hij werd in een reddingsboot gehesen, en drijfnat aan boord gebracht. Hij was de laatste passagier die aan boord kwam.

Na aankomst in Londen ging Dr. Weijl samen met de andere Nederlanders naar het Nederlandse Noodcomité. Liselotte was door haar huwelijk Duits en zij ging naar het politiebureau met andere Duitse onderdanen. Uiteindelijk werden zij geïnterneerd op het Isle of Man.

Gescheiden levens
Op dit moment hadden hun levens een andere richting. Simon reisde al snel door naar de VS, herkwalificeerde daar als arts en kon zijn beroep weer uitoefenen. Toen de VS na Pearl Harbor in de oorlog terecht kwam werd Simon, die Nederlands, Frans, Duits en Engels sprak én psychiater was, een interessante medewerker voor de inlichtingendienst en daar kwam hij terecht en werd Captain Simon Weijl.

Kurt Mayer werd in juni 1940 naar Canada gestuurd. Na aankomst daar werd hij in Minto, New Brunswick, ondergebracht.

Liselotte
Wendy Bradshaw was een jeugdvriendin van Liselotte en zij gebruikte haar invloed als secretaresse van Lord Chandos, voorzitter van de Board of Trade in het oorlogskabinet van Churchill, om Liselotte vrij te krijgen. Ze kwam vrij en kwam in de wijk Richmond te wonen. Ze ging werken bij de opvang van Engelandvaarders en piloten.
Kurt kwam ook terug naar Engeland en vertelde dat hij onder een soort huisarrest geplaatst was in Zuid-Londen. Hij werd nog steeds als een vijandige vreemdeling behandeld. Het is niet duidelijk of Liselotte en Kurt verder gingen met hun huwelijk, maar dat ze elkaar weer zagen is wel zeker.

Na de oorlog
Na de oorlog ging Simon, inmiddels een genaturaliseerd Amerikaan, naar Londen om Liselotte te zien. Ze gingen samen naar Nederland. Holland lag in puin. En men vond hier diegenen die gevlucht waren ook maar niets. Dit alles was teveel voor Liselotte en Simon. De twee dochters van Simon, Liesje en Mirjam, kwamen vanuit Palestina ook naar Nederland terug.

Na het bezoek aan Nederland ging Simon terug naar de VS. Kurt en Liselotte vroegen een greencard aan, en gaven Simon op als hun sponsor. Op 15 februari 1947 vertrokken ze naar de VS. In datzelfde jaar scheidden Kurt en Liselotte. Toen konden Liselotte en Simon trouwen en ze kregen een dochter, Pommy-Naomie. Dr Simon Weijl bleef werken als psycho-analist en het echtpaar woonde op 1049 Park Avenue in New York.

Kurt trouwde in 1950 met Franziska Weiss, een Weense Joodse vrouw die na de Anschluss van Oostenrijk naar Palestina was gegaan.

Simon overleed in New York, zijn laatste woonplaats, op 5 november 1987, 93 jaar oud. Liselotte overleed in 2002, 92 jaar oud. Kurt overleed in 1992, 82 jaar oud en Frances in 2002.

 

bron:
stadsarchief Rotterdam gezinskaart,
Nieuw Israëlietisch Weekblad 5 september 1924,
ibidem, 11 juli 1924
www.genealogieonline.nl – kwartierstaat Van der Sluis en De Oude (geraadpleegd 27 oktober 2014).
Farcy, Pommy, Tangled Lives op holywellhousepublishing.co.uk (geraadpleegd 27 oktober 2007)

illustratie:
foto Zeemanshoop voor WWII (wikipedia)
foto Liselotte en Simon in de zestiger jaren.

gepubliceerd:
29 februari 2016

laatst bijgewerkt:
20 april 2023