Catharina Lea Brücker werd geboren in Rotterdam op 19 december 1917 als dochter in een middenstandsgezin dat in de textiel zat. Haar vader was Mozes (Morit) Brücker die op 15 februari 1892 in Putna, Roemenië werd geboren, haar moeder was Rossetta Eijl die op 11 december 1896 in Rotterdam werd geboren. Het echtpaar Brücker had vier kinderen, Catharina Lea, Isaac (Rotterdam, 14 november 1919 – Amsterdam, 11 maart 2003), Hendrika (Rotterdam, 13 december 1921 – Badhoevedorp, 27 juni 2017) en Berta (Rotterdam, 2 maart 1925). Alle kinderen overleefden de oorlog, Mozes en Rossetta werden op 6 maart 1944 in Auschwitz vermoord.
Het gezin woonde tijdens de bezetting op Plein Eendragt 27a te Schiedam, en hadden een textielzaak op de Hoogstraat 130 te Schiedam. Daarvoor woonden ze in Rotterdam; vanaf 1931 op de Sint Laurensstraat 31, vanaf 1934 op de Goudsesingel 134 en vanaf 1936 op de Bergweg 326a.
Catharina heeft van haar zesde tot haar twintigste dans gestudeerd. Een van haar optredens was tijdens het zevenjarig bestaan van de Joodsche Jeugdkring in Rotterdam, wat op 23 februari 1938 in de Schouwburgzaal van Odeon werd gevierd. Daar maakte Catharina deel uit van een revue, die door de heer W. Khonraad was gemaakt.
Catharina werd verpleegster en ging werken in het Joodse ziekenhuis op de Schietbaanlaan. Op 6 september 1939 trouwde Catharina met Alouis Herman Son (Breda, – Sobibor, ), een huwelijk dat op 31 januari 1941 werd ontbonden. In mei 1941 trouwde ze met Jacques Frank (Amsterdam, 11 april 1912) en kort na de plechtigheid ging het echtpaar in onderduik in Amsterdam. Op 9 december 1942 waren ze weer in de Maasstad en Catharina en Jacques werden gearresteerd op de Beijerlandselaan 154b. Dit was door Groep X, een groep van fanatieke Jodenjagers van de Rotterdamse politie en op 21 december zaten Jacques en Catharina nog steeds gevangen in Rotterdam. Ze werden overgedragen aan de Sicherheitspolizei en op 19 januari 1943 doorgestuurd naar Westerbork. Op die dag werden ze volgens de kaart van de Joodsche Raad ook in Westerbork geregistreerd.
Catharina was toen zes maanden zwanger en in mei 1943 werd haar zoon Clarence in Kamp Westerbork geboren. Zijn vader heeft zijn zoon één keer gezien voordat naar Sobibor gedeporteerd werd waar hij op 28 mei 1943 vermoord werd.
Catharina werd lid van ‘Gruppe Buhne’, het entertainment in het kamp. Een van de voorstellingen werd bijgewoond door Adolf Eichmann. Tijdens zijn aanwezigheid werd een selectie gehouden en Eichmann beloofde Catharina dat zij en haar zoon naar Theresienstadt gezonden zouden worden en daar mochten blijven tot het einde van de oorlog. Dat gebeurde op 25 februari 1944 en Catharina en Clarence kwamen in Theresienstadt aan, zoals te lezen is op de kaart van de Joodsche Raad. Een baby in dat kamp was een grote bijzonderheid.
Bij de voorbereidingen voor een bezoek door het Rode Kruis aan Theresienstadt werd Catharina door schilderes Charlotte Buresova verzocht om te poseren voor een schilderij dat in een van de administratiegebouwen opgehangen zou worden. Toen Eichmann dit schilderij zag, herkende hij Catharina en liet haar en haar zoon overbrengen naar een privévertrek waar ze ook extra voedsel kreeg van Deense gedeporteerden.
Clarence en Catharina overleefden de oorlog. Na de oorlog huwde Catharina met Berti (Berthold) van den Berg (Groningen, 18 december 1921 – Rotterdam, 20 mei 2004) en Clarences officiële naam werd Clarence van den Berg. Catharina overleed op 28 oktober 2001 in Murcia, Spanje. Catharina en Berti werden begraven op de Joodse begraafplaats in Hoofddorp.
bron:
bruckerfamilytree.blogspot.com,
yadvasjem.org,
joodsmonument.nl,
Catharina Brücker, Stadsarchief Rotterdam, 63 Archief van de Gemeentepolitie Rotterdam, inventarisnummer 3761.
Alouis Herman Son, Stadsarchief Rotterdam, 999-06 Burgerlijke Stand Rotterdam, huwelijksakten, inventarisnummer 1939N.
Alouis Herman Son, Stadsarchief Rotterdam, 999-06 Burgerlijke Stand Rotterdam, huwelijksakten, inventarinummer 1941S1.
Jacques Frank, Stadsarchief Rotterdam, 63 Archief van de Gemeentepolitie Rotterdam, inventarisnummer 3763.
Alouis Herman Son, Stadsarchief Rotterdam, 999-09 Burgerlijke Stand Rotterdam, overlijdensakten, inventarisnummer 1950V1.
ondertrouw, Familiebericht. “Rotterdamsch nieuwsblad”. Rotterdam, 09-05-1941, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 13-07-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011002605:mpeg21:p003.
Elise Spetter, De oorlog overleefd door te dansen voor de duivel: SS-baas had zwak voor Catharina in De Stentor, 30 april 2022.
Revue, ROTTERDAM.. “Centraal blad voor Israëlieten in Nederland”. Amsterdam, 28-02-1935, p. 9. Geraadpleegd op Delpher op 14-07-2024, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB19:000582001:mpeg21:p00009.
gepubliceerd:
28 februari 2016
laatste aanpassing:
13 juli 2024