De 15 Joodse kinderen van bureau Haagseveer

We schrijven 1943. In een periode van enkele maanden worden vijftien kinderen in hun onderduik gearresteerd en overgebracht naar dit beruchte politiebureau. Ze zijn vrijwel allemaal jonger dan 12 jaar, ze zijn allemaal wees, of in ieder geval op het moment van de arrestatie zonder ouders.
De Sicherheitsdienst wordt omgekocht en de Rotterdamse kinderpolitie mag de kinderen onderbrengen in pleeggezinnen met als voorwaarde dat het een gemengd gezin is. Vader Joods, moeder niet-Joods of andersom. De kinderen konden daar blijven tot de nazi’s besloten dat ze alsnog gedeporteerd moesten worden. Joop van Vlies (Rotterdam, 26 februari 1931) was een van de kinderen, en hij werd ondergebracht bij tandarts Jozef Johan Pool op de ‘s-Gravendijkwal 43. Joop woonde oorspronkelijk op de Walenburgerweg 91b.

Jozef Johan Pool (Rotterdam, 16 juli 1909) was gehuwd met de katholieke Elizabeth Katharina Barsony (Boedapest, 6 april 1905). Zij hadden een dochter Maria Irene (Rotterdam, 7 februari 1939).

Van de vijftien kinderen waren na een paar maanden er nog drie over. De rest was op transport gesteld. Joop zat bij de tandarts en verkeerde in grote onzekerheid. Of een kind op transport werd gesteld was volledig afhankelijk van de luimen van een of andere SD’er. De kinderpolitie trachtte de SD in toom te houden. De illegaliteit vond dat de kinderen er niet veilig waren en wilde ze elders onderbrengen. De pleegouders verzetten zich daartegen, bij vermissing van de kinderen zouden zij immers gestraft gaan worden – wellicht met deportatie.

Bij tandarts Pool had Joop het goed, en hij kreeg er zelfs onderwijs van een leraar die de Pools voor hem lieten komen. Die bijscholing ging door tot de Pools besloten dat het niet meer kon. Op 24 januari 1944, om negen uur ’s avonds, lag Joop al op bed toen er werd aangebeld en er drie gewapende mannen het huis binnenstormden. Ze hielden Pool in bedwang en kwamen Joop halen. Joop werd meegesleurd, maar wist zich op straat los te rukken en rende terug naar huis. De gewapende mannen bleken later van het verzet te zijn, en probeerden zo deze Joodse kinderen voor deportatie te behoeden. Eén van de drie ‘overvallers’ was Rob Korpershoek.

Joop was de zoon van Arie van Vlies (Rotterdam, – Rotterdam, ) en Elisabeth Kloots (Rotterdam, – Auschwitz,

Nu Joop weer ’thuis’ was bleef de situatie voor hem gevaarlijk, zeker omdat de ontvoering van de andere twee Joodse kinderen wel gelukt bleek. Jozef Pool bezocht de SD en zei daar langs zijn neus weg dat hij blij was dat zijn pleegkind op de Weinreb-lijst geplaatst was. Deze lijst, die na de oorlog waardeloos bleek, werd toen nog gezien als een lijst die voor deportatie kon behoeden. Tot het einde van de oorlog bleef Joop bij de tandarts, er kraaide geen haan meer naar hem. Na de oorlog bleken zijn zus en zwager nog in leven, zij hadden de oorlog overleefd in Zwitserland en hadden een kind gekregen – Joop was nu oom.

Joop van Vlies (links) en Rob Korpershoek, die elkaar op 7 april 1987 na 43 jaar ontmoetten in het Rijksmuseum PAROOLFOTO WUBBO DE JONG

Ver na de oorlog werd het Joop duidelijk dat vanuit een pand aan de Nicolaas Witsenkade in Amsterdam de opdracht was gekomen van de verzetsgroep Westerweel om de kinderen te ontvoeren en ze in veiligheid te brengen. Joop kreeg in april 1987 contact met Rob Korpershoek.

Rob Korpershoek was lid van verzetsgroep ‘N V De Strijders’ en kwam in november 1943 in contact met de groep Westerweel. Nadat ze eerst in Amsterdam een Joods meisje van drie jaar, vlak voor ze gedeporteerd zou gaan worden, bij haar pleegouders hadden ontvoerd en in veiligheid hadden gebracht, kregen Rob, samen met Wiebo Florissen en Piet Bruijn de vraag of ze dit ook in Rotterdam wilden gaan doen.
De actie in Rotterdam mislukte, en twee dagen later werd Korpershoek opgepakt, zoals meer leden van ‘De Strijders’. Door gebrek aan bewijs werd hij enkele weken later vrijgelaten. Rob heeft altijd gedacht dat Joop weggevoerd zou zijn, tot hij in 1987 er achter kwam dat hij de oorlog had overleefd.

gezocht
We zoeken de namen van de kinderen die, zoals Joop, op bureau Haagseveer, ingesloten zijn geweest en behoorden tot deze groep van 15 kinderen.

Wandeling
In 1991 liep Joop van Vlies door Joods Rotterdam, waarvan de documentaire ‘Een wandeling om nooit te vergeten’.

 

bron:
Stadsarchief Rotterdam, Pool, 494-03 Archief van de Gemeentesecretarie Rotterdam, afdeling Bevolking: bevolkingsboekhouding van Rotterdam en geannexeerde gemeenten, inventarisnummer 851-378, pagina 403458.
“Weerzien met redder uit oorlogstijd”. “Het Parool”. Amsterdam, 1987/04/08 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 03-07-2020, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010829929:mpeg21:p005
kaart Joodse Raad Joseph van Vlies, via Arolsen Archives, 124200060.
Stadsarchief Rotterdam, Arie van Vlies, 494-03 Archief van de Gemeentesecretarie Rotterdam, afdeling Bevolking: bevolkingsboekhouding van Rotterdam en geannexeerde gemeenten, inventarisnummer 851-507, pagina 548827.

illustratie:
Joop van Vlies (links) en Rob Korpershoek, die elkaar op 7 april 1987 na 43 jaar ontmoetten in het Rijksmuseum PAROOLFOTO WUBBO DE JONG uit “Weerzien met redder uit oorlogstijd”. “Het Parool”. Amsterdam, 1987/04/08 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 03-07-2020, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010829929:mpeg21:p005
kaart Joodse Raad Joseph van Vlies, via Arolsen Archives, 124200060.

documentaire:
‘Een wandeling om nooit te vergeten’, Stichting Anti Racisme Informatie Centrum en Stichting De Wereld van Anne Frank in Rotterdam (1991).

laatst bijgewerkt:
4 juli 2020