In april 2013 kwam opeens, ter gelegenheid van de onthulling van het Kindermonument in Rotterdam de twaalfjarige Kaatje Pijpeman naar voren.Kaatje, een van de 686 kinderen op dit monument, werd vanuit het weeshuis op de Mathenesserlaan naar Sobibor gedeporteerd. Maar wie was zij? Hoe groeide Kaatje op?
In het gemeentearchief van Rotterdam is de gezinskaart van de familie Pijpeman terug te vinden. Kaatje was de dochter van Hartog Pijpeman. Hartog kwam uit Arnhem en werd daar geboren op 11 oktober 1886. Hij trouwde op 14 augustus 1912 in Amsterdam met Rebecca Cosman (Amsterdam, 20 februari 1892 – Auschwitz, 25 januari 1943). Hartog verdiende het brood met de handel in zeemleer en sponsen. Hartog en Rebecca gingen in september 1912 op de Kruisstraat 29 wonen. Op 7 mei 1914 verhuisden ze naar de Helmersstraat 6b.
Hartog en Rebecca waren anderhalf jaar getrouwd toen ze op 5 mei 1914 een dochter kregen, Rachel. Rachel werd vermoord in Auschwitz op 5 augustus 1942.
Op 15 mei 1917 werd haar broertje Abraham geboren, in Utrecht. Waarschijnlijk wonen ze daar een paar jaar, want ook Lena (Utrecht, 4 april 1924 – Sobibor, 16 juli 1943) werd er geboren. In 1930 is het gezin weer terug in Rotterdam, waar op 26 juli Kaatje wordt geboren. Ze wonen dan op de Gijsingstraat 43b in Bospolder/Tussendijken.
Het gaat met vader niet zo goed vanaf 1928. Op 17 februari 1928 werd zijn bedrijf opgeheven “wegens inactief”. Op 1 november 1930 woont hij op de Zutphensestraat 106 in Apeldoorn, oftewel het “Apeldoornsche Bosch“, een psychiatrische inrichting. Hij werd daar ontslagen en wordt kort daarna tot twee maal toe opgenomen in “Maasoord” in Poortugaal, een soortgelijke inrichting van de gemeente Rotterdam. Op 16 mei 1935 overleed Hartog, 48 jaar oud.
Met Rebecca gaat het na het overlijden van haar man slecht. Ook zij wordt opgenomen in het Apeldoornsche Bosch. In 1943 is zij een van de mensen die bij de ontruiming van Het Apeldoornsche Bosch gedeporteerd werd.
Ze kon niet zorgen voor Kaatje en Kaatje kwam in het weeshuis in Rotterdam terecht. Kaatje werd gedeporteerd bij de ontruiming van het weeshuis op 26 februari 1943. Op 2 maart volgde de deportatie naar Sobibor vanuit Westerbork, waar ze op 5 maart 1943 werd vermoord.
bron:
stadsarchief Rotterdam, gezinskaarten Hartog Pijpeman,
ibidem, verhaal Kaatje Pijpeman (Stichting Loods 24)
www.joodsmonument.nl, lemma’s gezinsleden gezin Pijpeman (geraadpleegd 5 april 2016),
“Opgeheven wegens gebrek aan actief.”. “Tilburgsche courant“. Tilburg, 21-02-1928. Geraadpleegd op Delpher op 05-04-2016, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010193203:mpeg21:a0123.
laatst bijgewerkt:
24 februari 2020