Leo Fuld

Leo (Lazarus) Fuld heeft lang in Amsterdam gewoond maar werd op 29 oktober 1912 in Rotterdam geboren. Zijn ouders, Louis Fuld (Den Haag, – Auschwitz, ) en Jeannetta de Winter (Druten, – Den Haag, ), hadden tien kinderen. Hij was de derde en het gezin was arm. Vader was marktkoopman, moeder staat bekend als een zeer vrome vrouw.
Al op jonge leeftijd merkte men in de synagoge al dat Leo talent voor zingen had. Hij kreeg een beurs voor het Nederlands-Israëlitisch Seminarium en de Joodse gemeente in Rotterdam zamelde geld in voor Leo om voorzanger te worden. Op zijn zestiende jaar zong hij al als voorzanger in Synagoges. Dat was ook wat zijn ouders van hem verwachten.

Hij ging ook zingen in cafés en begon in Rotterdam in café De Kool op de Kruiskade als zingende kelner. Hij zong daar 60 liederen voor ƒ 2,50. Dit was een groot succes. In september 1931 kreeg hij een baan bij het Tip-Toptheater in de Amsterdamse Jodenbreestraat. Ook daar had Leo veel succes en dat bracht hem ertoe om auditie bij de radio (VARA) te doen. Hij werd aangenomen en zong naast Louis Davids. Een jaar lang is hij wekelijks (en soms een paar keer per week) live op de VARA radio te horen. Hij trad in die periode ook nog op in Rotterdam, onder andere bij Pschorr aan de Coolsingel, indertijd dé uitgaansgelegenheid van Rotterdam waar alle artiesten van naam (Louis Davids, Koos Speenhof, Fien de la Mar) optraden.
In 1932 ging hij naar Londen en bij de BBC zingen. Hij was de eerste Nederlandse zanger voor de BBC-microfoon. Jack Hylton, een beroemd dansorkestleider, hoorde hem daar en hij nam Leo mee op tournee. Hij gaf Leo een contract voor drie jaar in zijn orkest. Leo zong schlagers, swingende folksong, maar ook Jiddische liedjes in alle belangrijke Britse theaters en op het Europese vasteland. In 1933 maakte Leo zijn eerste plaatopname bij Odeon in Berlijn; vier nummers in het Nederlands en vier in het Jiddisj.

Vlak voordat hier de Tweede Wereldoorlog uitbrak moest Leo naar de Verenigde Staten voor optredens. Dat was zijn geluk want zo overleefde hij de oorlog. Vanuit een radio studio in New York verzorgde hij met schrijver Hendrik Willem van Loon en orkestleider Max Tak uitzendingen die voor Nederland, de Nederlandse koopvaardijvloot en Oost-Indië (Antillen, Suriname) bestemd waren. Langzaam drongen in New York de verhalen over de deportaties en genocide door en zijn familie werd bijna geheel in de oorlog vermoord. Direct na de oorlog, toen het Leo duidelijk werd wat er met zijn familie is gebeurd, wilde en kon hij niet meer zingen.

Tot 1948 blijft Leo in de Verenigde Staten en keerde toen terug naar Nederland. Het Joodse publiek is vrijwel geheel verdwenen. Hij zong dagelijks in het Amsterdamse Tuschinski-theater. De voorstellingen waren maandenlang uitverkocht.

Dan vertrekt hij weer naar Londen en gaat daar zingen in het London Casino en het Palladium.
In Parijs hoort hij een overlevende uit Warschau in het Jiddisj “Wo ahin soll ich Geh’n?” zingen, het wordt vertaald en hij zet het voor Decca op de plaat als “Where can I go?“. Het wordt zijn grootste hit, hij verkoopt er miljoenen platen van.

Leo Fuld werd wereldberoemd en deelde het podium met andere wereldberoemde artiesten als Edith Piaf en Frank Sinatra. Edith Piaf, Al Jolson en Billy Holiday rekent hij tot zijn grootste fans. Hij zingt in het Jiddisch, Engels en ook in het Hebreeuws. Hij toert over de hele wereld en is zelfs graag gezien in de Arabische landen. Hij trad op bij de bruiloft van de dochter van keizer Haile Selassie van Ethiopië in Addis Abeba.

In New York richt hij zijn club Sabrah op (wat overigens geen succes werd) en hij gaat met die club naar Las Vegas.
In 1992 keerde Leo Fuld terug naar Nederland en cabaretier Herman van Veen haalt hem over om voor de televisie met een groot orkest “Wo ahin Soll ich Geh’n” te zingen. De Nederlandse publicist en producent Mohamed el-Fers hoorde het en bracht Fuld in contact met Algerijnse rai-muzikanten, een succesvolle combinatie.
In 1997 verscheen de laatste plaat, de cd The Legend met vertrouwde melodieën in een oriëntaals arrangement. Menigeen, waaronder critici en Fuld zelf, vinden dit zijn beste plaat. Een jaar voor zijn dood trouwt Fuld voor de vierde keer in zijn leven met Alberta Jacoba (Bep) van Laar; eerder was hij getrouwd met Marjorie Gotlib (getrouwd op 6 februari 1935 in Rotterdam – gescheiden in 1936), Adriana (Sjaan) Vasen uit Beverwijk (getrouwd 1937, gescheiden in 1970) en Ilone Rosa Winter (getrouwd 1970). Leo Fuld overleed op 10 juni 1997 op 84-jarige leeftijd in zijn woonplaats Amsterdam aan een hartaanval.

 

bron:
aanvulling 21 nov 2009 jodeninnederland.nl,
gemeentearchief Rotterdam,
aanvulling nov 2012 tetterettet.nl,
aanvulling naar informatie van D Willemse.
aanvulling met dank aan Catharina van Valen
Louis Fuld, Stadsarchief Rotterdam, 494-03 Archief van de Gemeentesecretarie Rotterdam, afdeling Bevolking: bevolkingsboekhouding van Rotterdam en geannexeerde gemeenten, inventarisnummer 851-140.

gepubliceerd:
2 maart 2016

laatste aanpassing:
10 maart 2023