Rechthuisstraat 25b – Een getuigenis

-Moses Bon, vader
(Rotterdam, 15 september 1897 – Midden Europa 31 maart 1944) – 46 jaar.

-Klara Bon – Koster, moeder
(Rotterdam, 29 november 1905 – Auschwitz 19 oktober 1942) – 36 jaar.

-Mietje Bon, dochter
(Rotterdam, 21 oktober 1928 – Auschwitz 19 oktober 1942) – 13 jaar.

-Salomon Bon, zoon
(Rotterdam, 26 september 1931 – Auschwitz 19 oktober 1942) – 11 jaar.

-Geertruida Bon, dochter
(Rotterdam, 9 november 1934 – Auschwitz 19 oktober 1942 – 7 jaar.

-Sara Bon, dochter
(Rotterdam, 11 april 1939 – Auschwitz 19 oktober 1942) – 3 jaar.

-Samuel Bon, zoon
(Rotterdam, 25 maart 1942 – Auschwitz 19 oktober 1942) – 0 jaar.

-Samuel Bon, opa
(Rotterdam, 25 juni 1873 – Auschwitz 15 oktober 1942) – 69 jaar.

-Mietje Bon – de Wolf, oma
(Rotterdam, 22 juli 1872 – Auschwitz 15 oktober 1942) – 70 jaar.


Een getuigenis
Het is aardedonker in de nacht van 2 op 3 oktober 1942 als de 16-jarige Geertruida Niesen wakker wordt van geluiden in de straat. Ze woont met haar vader en haar moeder op de begane grond van een woning in de Rechthuisstraat, schuin tegenover de familie Bon. Ze glipt haar bed uit. Ook haar vader en moeder zijn inmiddels gealarmeerd door de geluiden. Heel voorzichtig kijkt Geertruida door een kier van het  verduisteringsgordijn, dat haar vader voor haar opzij heeft geschoven. Aan de overkant van de straat staat een open vrachtwagen. Mannen in uniform lopen heen en weer.

De spanning loopt inmiddels op bij Geertruida en haar moeder. Wat als ze gesnapt worden! De nieuwsgierigheid wint het van de angst. De zestienjarige Geertruida heeft geen idee waar ze getuige van is.

Dan ziet ze dat een oude vrouw, die moeilijk ter been is, met behulp van geweerkolfslagen door mannen in uniform hardhandig in de vrachtwagen wordt geduwd. Er volgen meer mensen, kinderen, ze ziet zelfs een baby op de arm. Ze worden gesommeerd in de vrachtwagen te stappen. Als de wagen wegrijdt, kijken moeder en dochter elkaar aan en blijft Geertruida vertwijfeld achter. Het zijn een van de herinneringen die ze haar leven lang bij zich draagt. Ook nu nog. Na een lang leven woont de inmiddels 95-jarige mevrouw Rijsdijk – Niesen weer op Katendrecht. Vooral het beeld van de oude mensen blijft op haar netvlies hangen. Wekenlang blijft het stil rond het huis. Hadden ze hun sleutels al ingeleverd? Waar blijft de inboedel? Op een dag is het huis leeg en herinnert er niets meer aan de familie Bon.

De woningkaart
De woningkaart helpt bij onze zoektocht om welke familie het gaat. In het Stadsarchief Rotterdam vinden we tussen alle woningkaarten van de Rechthuisstraat de woningkaart van de familie Bon, die qua samenstelling het meest doet denken aan de beschrijving van mevrouw Rijsdijk-Niesen. Uit deze kaart blijkt dat er vanaf 4 juni 1940 vijftien personen op dit adres zijn ingeschreven. Het gezin van Moses Bon met zeven personen (Moses, zijn echtgenote, twee zonen en drie dochters), David Bon met zijn gezin (David, zijn echtgenote en drie dochters), Leendert Bon (alleenstaand) en Samuel Bon met echtgenote Mietje (grootvader en grootmoeder).

Het gezin Samuel Bon en Mietje de Wolf
Moses, David en Sara stichten als ze volwassen zijn een gezin. Leendert blijft vrijgezel. Ze hebben een hechte familieband en wonen vaak bij elkaar in de buurt. Ze wonen voor het verwoestende bombardement van 14 mei 1940 op de Schiedamsedijk. Samuel  en Mietje op nummer 152b; Moses, de oudste zoon op 164b, David, de op een na oudste zoon op 150a en Leendert, de ongehuwde zoon, op nummer 170b.  Het is de buurt waar veel Joodse ondernemers hun zaken deden, zoals A. E. Nathans met zijn hoeden- en pettenwinkel of J. J. Sanders met een wafelbakkerij en de tapijtenwinkel van Cobie Frank, maar ook de dijk waar danspaleis Alcazar een beroemde uitgaansgelegenheid is en het nachtleven welig tiert.
Dochter Sara, gehuwd met Samuel Hartog Pijpeman, woont in het Oude Westen in de Adrianastraat 67a.

Gedwongen verhuizing
Na het bombardement is een groot deel van de Schiedamsedijk vernietigd en de grootouders met hun drie zonen verhuizen naar eenzelfde adres, de Rechthuisstraat 25b op Katendrecht. Maar broer David vertrekt na twee maanden, op 2 augustus 1940, met zijn gezin naar de Van Speijkstraat 97a. Leendert vaart vanaf 1929 bij de Holland Amerika Lijn en is dus vaak van huis. Tijdens de Duitse inval vaart hij als tremmer op de SS Sloterdijk. Een tremmer is een hulpstoker, hij brengt de kolen van de opslag op het schip naar de machinekamer.

Drie broers, een kleine levensloop

Moses Bon
Moses Bon (1897) is de oudste zoon van Samuel en Mietje. Hij trouwt op 16 november 1927 met Klara Koster. Na hun huwelijk gaan Moses en Klara wonen in de Nadorststraat 5a.
Moses is haringventer en magazijnbediende. Het gezin verhuist in 1932 naar de Baan 148b en in 1936 gaan ze naar de Schiedamsedijk 164b en woont dan dichter bij zijn ouders en broers. Er komt gezinsuitbreiding, Mietje (1928), Salamon (1931) en Geertruida (1934) worden geboren. In 1939 wordt dochter Sara geboren en op 25 maart 1942 wordt zoon Samuel geboren. Dan wonen ze al in de Rechthuisstraat 25b op Katendrecht.

Moeilijke jongens straffen en opvoeden
Misdadige jeugd wachtte eeuwenlang niets anders dan opsluiting. In 1857 nam de overheid met de opening van het Huis van Verbetering en Opvoeding in Alkmaar de verantwoordelijkheid voor de heropvoeding van ontspoorde jongeren op zich. In 1886 waren er drie van deze Rijksopvoedingsgestichten: Alkmaar, Montfoort en De Kruisberg in Doetinchem. Acht jaar later kwam daar een vierde bij, speciaal voor veroordeelde jongens: Veldzicht in Avereest. Na invoering van de Kinderwetten (1905) werden daar ook jongeren geplaatst op basis van kinderbeschermingsmaatregelen.De onvrije bedelaarskolonie.
Op de fundering van de oude vesting werd een (onvrije) bedelaarskolonie gesticht door de Maatschappij van Weldadigheid. In dit typisch Nederlandse fenomeen zou men armlastigen onder lichte dwang heropvoeden en succesvolle burgers van hen maken. Iedere man, vrouw en kind die te Ommerschans te werk gesteld zouden worden, zou arbeidsvreugde, nijverheid en een beroep geleerd worden. Iedere arme zou een tweede kans in het leven krijgen. Een gelijke kans om uit de armoede te komen en weer zinvol deel te nemen aan de samenleving.

David Bon
David Bon(1899) is de op een na oudste zoon van Samuel en Mietje. Zijn levenspad loopt anders dan dat van Mozes. David wordt op 26 mei 1916 op zeventienjarige leeftijd in het Rijksopvoedingsgesticht De Kruisberg in Doetinchem geplaatst. Deze instelling is gericht op de heropvoeding van ontspoorde jongeren. Op enig moment wordt hij overgeplaatst naar het gesticht Veldzicht in Avereest. Waarom David naar deze instellingen moest kon niet worden achterhaald, misschien had het te maken met de moeizame gezinssituatie, waar al vijf kinderen waren overleden en het qua inkomsten geen vetpot was.

Uiteindelijk komt het goed met David. Hij mag op 17 november 1919 na ruim drie jaar ‘Veldzicht’ verlaten. Op 1 augustus 1923 trouwt hij met Leentje van der Sluis. Zij krijgen drie dochters; Mietje, Betje en Sara. David is schoenmaker en magazijnbediende. Na aanvankelijke huisvesting bij broer Moses op Katendrecht in juni 1940 vertrekt hij met zijn gezin naar de Van Speijkstraat 97a.

Leendert Bon
Leendert blijft op de vaart en wordt Amerikaans staatsburger. Zijn aanvraag voor naturalisatie dateert van 26 augustus 1948. Hij woont dan nog steeds in New York City. Daarnaast zijn er verschillende emigratie- en immigratieformulieren van de schepen waarop hij voer. Telkens als hij aankomt in een haven in de USA verschijnt zijn naam op het formulier waarop alle schepelingen van dat schip zijn vermeld. Hij vaart eerst als stoker, veger maar later ook als brandwacht.

Leenderts laatste reizen
In 1956 stapt de filmster Grace Kelly in New York, samen met familie en vrienden, aan boord van het schip S.S. Constitution. Ze gaat op weg naar Monaco in verband met haar voorgenomen huwelijk met Prins Reinier van Monaco, op 19 april 1956.
Leendert is getuige van deze historische gebeurtenis. Hij werkt aan boord van dat schip tijdens deze reis. Het wordt een van zijn laatste reizen. Op 5 november keert hij met het schip terug in New York. Hij is dan bijna 52 jaar. Het is ook het laatste scheepsmanifest dat we van hem vinden. Het formulier laat zien dat hij inmiddels genaturaliseerd is. Hij overlijdt op 28 maart 1974 in Los Angeles, ver weg van waar hij ooit geboren is.

Na de oorlog keerde Leendert nog één keer terug naar Katendrecht. Mevrouw Rijsdijk – Niesen vertelt dat ze op enig moment een man op de stoep van 25b heeft zien zitten. Het hoofd gedoken, tot tranen toe beroerd. Zijn hoop op een weerzien met zijn familie is dan voorgoed vervlogen. Toen hij aanbelde, deden vreemden de deur open. Het huis was allang zijn familiehuis niet meer. Gedesillusioneerd keerde hij terug naar New York. Van de familie Bon overleefde alleen Leendert de Holocaust.

Samuel en Mietje zijn op het moment van de eerste ophaalactie van 2/3 oktober 1942 op Katendrecht 69 en 70 jaar oud. Naast zoon Moses en zijn vrouw Klara worden ook hun drie dochters en twee zonen weggevoerd en vermoord. Sara is drie, Geertruida acht, Salomon elf, Mietje dertien jaar en Samuel nog maar zeven maanden. Samuel en Mietje vertrekken als eersten uit Westerbork met het transport van maandag 12 oktober en worden op 15 oktober 1942 in Auschwitz vermoord.

Moses wordt tijdens het transport naar Auschwitz van vrijdag 16 oktober gescheiden van zijn vrouw en kinderen. Jonge sterke mannen worden geselecteerd voor de werkkampen. Als de trein stopt in Cosel, ongeveer 80 km van Auschwitz moeten 570 personen de trein verlaten. Hen wacht een zware tijd in verschillende kampen. Ze werken aan diverse grote projecten zoals de aanleg van een snelweg tussen Breslau en Krakau en de bouw van een enorme fabriek voor de productie van synthetische brandstof in het werkkamp Blechhammer.
Moses is al die tijd verstoken van berichten over hoe het zijn familie is vergaan. Hij overlijdt ergens in Midden Europa op 31 maart 1944. Klara en de kinderen worden drie dagen na aankomst in Auschwitz op 19 oktober vermoord.

David Bon, de broer van Moses treft hetzelfde lot. Hij wordt met zijn gezin bij de eerste razzia van 2/3 oktober 1942 opgehaald in de Adrianastraat en op 16 oktober op transport gesteld naar Auschwitz. Ook hij wordt bij Cosel uit de trein gehaald en ingezet voor dwangarbeid. De arbeidsomstandigheden zijn zo slecht dat slechts 200 mensen de kampen overleven. David overlijdt ergens in Midden Europa op 31 maart 1944.

Met het gezin van dochter Sara Pijpeman-Bon verloopt het ook dramatisch. Uit de kaart van het Informatiebureau van het Nederlandse Rode Kruis, opsporing Joodsche personen van Samuel Hartog Pijpeman, blijkt volgens lijst 0160 dat hij op 16 juli 1942 naar Kamp Amersfoort is gestuurd en vandaar doorgestuurd is naar Auschwitz.

Samuel Pijpeman (de man van Sara) is twee maal gearresteerd. De laatste keer op 15 mei 1942, waarna hij op 11 juni 1942 is doorgestuurd naar Kamp Amersfoort en vandaar naar Auschwitz, waar hij op 11 augustus 1942 is vermoord.
Volgens de registratiekaarten van Sara Pijpeman – Bon’s kinderen Roosje, Samuel en Mietje, werden zij op 10 april 1943 in Kamp Westerbork geregistreerd. Sara Bon, Roosje en Samuel verbleven in barak 72 (woonbarak) en Mietje in barak 70 (woonbarak). Zij werden gezamenlijk met hun moeder op 27 april naar Sobibor gedeporteerd, waar zij allen bij aankomst direct werden vermoord op 30 april 1943.

 

Bronnen:
https://www.joodserfgoedrotterdam.nl/schiedamsedijk/

https://www.joodsmonument.nl
https://www.canonvannederland.nl/nl/overijssel/salland/hardenberg/van-pedagogisch
https://www.joodsmonument.nl/nl/page/567822/about-samuel-hartog-pijpeman-and-his-family
https://www.ctpveldzicht.nl/historie/
https://www.familysearch.org (scheepsmanifesten, immigratielijsten en overlijdenscertificaat)
https://stadsarchiefrotterdam.nl
https://arolsen-archives.org/en/search-explore/search-online-archive/
http://www.oorlogsbronnen.nl/tijdlijn/David-Bon/01/12706

disclaimer
Wij hebben onze uiterste best gedaan van het materiaal op de website de makers en rechthebbenden te achterhalen. Ook hebben wij ons uiterste best gedaan om de ons aangeleverde informatie op de website zo verantwoord mogelijk te presenteren. Al hoewel wij daarbij zeer zorgvuldig te werk zijn gegaan kan het toch zijn dat een bezoeker, auteur, gebruiker of rechthebbende meent dat publicatie in strijd is met zijn of haar rechten, zoals portretrecht(en) en of auteursrechten. Indien een dergelijk situatie het geval lijkt verzoeken we onmiddellijk contact op te nemen met de projectleiders.

Colofon:
Project:          Stichting Kaapse Kringen, Marianne Ketting

Tekst:             Stadsatelier Corneel, Cora de Roon
Research:       Han de Bruijne, Cora de Roon
Eindredactie: Rob Snijders, historicus (www.joodserfgoedrotterdam.nl)

gepubliceerd:
14 december 2021

laatst bijgewerkt:
14 december 2021