Isaac Ossendrijver

Isaac Ossendrijver werd geboren als zoon van David Ossendrijver (Rotterdam, 27 oktober 1874 – Auschwitz, 11 december 1942) en Rosetta Querido (Rotterdam, 29 juli 1879 – Auschwitz, 11 december 1942). Zijn ouderlijk huis was in het hart van Rotterdam gevestigd, op de Lange Torenstraat 12^c. Hij trouwde op 23 april 1924 met Barbara Maria Marinus van Gils. Barbara werd op 16 mei 1900 in Roosendaal geboren. Zij was katholiek waardoor dit huwelijk in de oorlog als een gemengd huwelijk werd gezien. Dat gaf soms bescherming tegen deportatie en was de reden waarom Isaac de oorlog kon doorkomen.

Sjaak en Barbara kregen acht kinderen; Greta (Rotterdam, 29 april 1924 – Zoetermeer, 18 januari 1994), Adrianus Josephus (Rotterdam, 17 januari 1926 – Voorburg, 20 mei 1987), Isaac (Rotterdam, 22 maart 1928 – Schiedam, 28 oktober 2010), Adriana Johanna (Rotterdam, 19 oktober 1929 – Den Haag, 5 maart 2003), David (Rotterdam, 16 mei 1931 – Rijswijk, 13 september 2003), Rosetta (Rotterdam, 19 oktober 1932), Simon (Rotterdam, 4 september 1935) en Mathilda. Het gezin woonde op de Mierisstraat 190.

Kok in Hotel Atlanta
Sjaak was kok in Hotel Atlanta. Dit hotel was – en is – een bijzonder hotel. Als een van de weinige gebouwen in het centrum van de stad kwam het door het bombardement van 14 mei 1940 heen. In de meidagen van 1940 was het gebouw nog maar negen jaar oud, het werd tussen 1929 en 1931 gebouwd naar een ontwerp van architect F. A. W. van der Togt (1890-1957), waarna het hotel op 2 mei 1931 geopend werd. Tijdens de bouw had de naam van het hotel Grand Hotel Moderne moeten worden, maar bij de opening was de naam al Hotel Atlanta.
Het Hotel Atlanta “had iets” met de Joodse gemeenschap in Rotterdam. Ook na de oorlog werden er feesten georganiseerd voor Joodse tieners en tot in de zeventiger jaren profileerde het hotel zich voor de Joodse markt door in advertenties de mogelijkheid voor diners Onder Rabbinaal Toezicht aan te bieden.

Sjaak en Josua
In de jaren na de oorlog, wanneer Josua Ossendrijver als Klaas Slegt met zijn pleegmoeder door het centrum van de stad liep, werd er omzichtig rond het hotel gelopen. Dat omdat oom Sjaak er werkte en wellicht de familietrekken zou kunnen zien bij Klaas. Hoe het verder met Sjaak is afgelopen is niet te achterhalen. Hoe lang hij nog in Rotterdam werkte evenmin. Hij overleed op jonge leeftijd, al in 1958 en woonde toen inmiddels in Den Haag.

 

gepubliceerd:
4 maart 2016