Veerlaan 10 – Alle kinderen van Hester van Arend overleven de oorlog

-Hester van Arend
(Rotterdam 28 april 1904 – Sobibor 16 april 1943) – 39 jaar


Het verhaal van Hester van Arend kent vele kanten. Het was complex tijdens het onderzoek. Opmerkelijk is dat al haar acht kinderen de oorlog overleven. Jetje (1924), Josina (1927), Wolf Emanuel (1928), Hubertus Johannes (1932), Lena (1934), Benjamin (1938), Heinrich (1941) en Willem (1942). Ze werden allemaal tijdens de oorlog van elkaar gescheiden. Elk kind had zijn eigen persoonlijke verhaal.

Citaat uit een interview met Marcel Möring,
kleinkind van Hester van Arend, in Trouw door Arjan Visser op 14 december 2019:

Hester van Arend, privecollectie

“Na die ene mededeling van mijn moeder – ‘Je bent zélf Joods!’ ­– kwam de volgende ontboezeming: de mensen die ik opa en oma noemde waren mijn grootouders helemaal niet. Zij waren de onderduikouders van mijn moeder. In de loop der jaren kwam ik erachter dat mijn oma was vermoord in Sobibor, dat de oudere man die op de motor bij ons was langsgekomen – en van wie ik een speelgoed vuilniswagen had gekregen – haar echte vader was en dat ze ook nog een paar halfbroers bleek te hebben”.

De oma die Marcel Möring hier beschrijft is Hester van Arend. Zij woonde op het laatst van haar leven op de Veerlaan 10a op Katendrecht. Na haar arrestatie op dit adres werd ze op 16 april 1943 in Sobibor vermoord. De oudere man die op de motor op zoek was naar zijn dochter en kleinkind, was zijn biologische opa Nicolaas Helleman.

broer van Hester; Nathan Manuel (Niek) als marktkoopman. privécollectie

Je hebt op zijn minst een stamboom nodig om inzicht te krijgen in het roerige maar ook dramatische leven van Hester van Arend. Een van de nazaten; Maaike van Arend, een kleinkind van de broer van Hester; Nathan Manuel (Niek) heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar de familiegeschiedenis. Maaike heeft ook een roman uitgegeven, gebaseerd op de familiegeschiedenis, getiteld; Hester van blonde Mietje. Deze Hester was de oma van de Hester van Arend. In het boek wordt de Zandstraatbuurt beschreven, het leven vanaf halverwege de negentiende eeuw, totdat deze Hester in 1932 overlijdt. Een historische roman over leven en overleven.

De levensloop van Hester van Arend
Hester wordt op 28 april 1904 in Rotterdam in een Joods gezin geboren. Ze is de oudste van zes kinderen en het enige meisje. Haar ouders zijn Wolf van Arend (1868) en Jetje van Vlies (1872).

Vader Wolf van Arend
Wolf zal uiteindelijk koopman in lompen worden maar maakt zich ook verdienstelijk als vrijwillig brandweerman. Zijn broer Levie is diamantslijper en zijn zus Hanna pettenmaakster. Als jongeman tekent hij van zijn zeventiende tot zijn vijfentwintigste (1895 tot 1903) een contract als koloniaal soldaat. Hij is gelegerd in de kazerne in de garnizoensstad Harderwijk. Als men voor een aantal jaren tekende, kreeg men handgeld dat varieerde van 120 tot 300 gulden. Vaak werd dit dan besteed aan genoegens zoals drank en vrouwen. Op dat gebied had Harderwijk in die tijd veel te bieden.
Na een opleidingsperiode van zes weken werden de soldaten onder begeleiding van militaire muziek naar het station gebracht om met de trein naar Rotterdam te gaan en van daaruit met de boot naar de koloniën te reizen.
Na een reis die maanden kon duren en die onderweg vaak de nodige slachtoffers vroeg, bereikte men de bestemming. De periode in Nederlands-Indië liet een diepe indruk na. De vreemde cultuur, de temperatuur, de kruiden en het voedsel maar ook de manier waarop de Nederlandse overheid haar gezag afdwong. Als je als soldaat niet bijtekende, betekende dit in het Europa van de negentiende eeuw vaak een leven van armoede, een leven aan de zelfkant van de samenleving, daar de ex-koloniaal laag in aanzien stond.

Na zijn terugkeer in Nederland treedt hij op 1 juli 1903 in het huwelijk met Jetje van Vlies. Na de geboorte van Hester in 1904 worden er nog vijf kinderen geboren; Benjamin (1905), Nathan Manuel (1907), Benjamin (1911), Levie (1916) en Arie (1918). Er overlijden echter drie van haar vijf broers. Hester is bijna twee als Benjamin overlijdt, elf als Levie overlijdt en veertien jaar als ook haar jongste broer Arie na ruim drie maanden na zijn geboorte overlijdt. Het verdriet moet groot geweest zijn in het gezin.

Een eerste huwelijk en de geboorte van Jetje
Hester gaat al op jonge leeftijd het huis uit. Ze is negentien als ze op 15 augustus 1923 trouwt met Willem Fredrik Kramer (1902). Hester werkt als zakkenstopster. Het is geen gelukkig huwelijk want nog voor de baby geboren is, wordt op 22 augustus 1924 de scheiding uitgesproken. Jetje wordt een kleine drie maanden later geboren op 8 november 1924.

Vanwege de Psychopatennoodwet uit 1933 was er alleen nog plek voor zeer gevaarlijke criminelen, van wie onomstotelijk vaststond dat ze “gek” waren en sterk beveiligd moesten worden. In feite werden ze levenslang opgesloten. Zoals Achterberg al schreef, waren de toestanden in de beginjaren verre van ideaal. Later verbeterde dat gelukkig. De therapie richtte zich op vermindering van het risico op nieuwe delicten, zodat een verantwoorde terugkeer in de maatschappij mogelijk werd. Het asiel heette voortaan Forensisch Psychiatrisch Centrum voor TBS-ers. Het biedt nu plaats aan 220 patiënten.

Willem Fredrik blijkt zich na vier huwelijken en scheidingen te ontwikkelen tot een psychopaat en wordt eind 1937 en 1938 verpleegd in het Rijksasiel voor Psychopaten in Avereest in hetzelfde jaar dat de bekende dichter Achterberg er verbleef. Achterberg kreeg in 1938 TBS voor het vermoorden van zijn hospita en verbleef jarenlang in het Rijksasiel voor psychopaten te Avereest.

Inwoning bij haar ouders en een tweede huwelijk
Na haar scheiding van Willem Fredrik gaat Hester samen met haar dochter Jetje bij haar ouders wonen tot, op 7 mei 1931, haar vader Wolf op 63-jarige leeftijd overlijdt. Tijdens het verblijf bij haar ouders leert ze in de loop van 1926 Nicolaas Helleman kennen. Ze raakt zwanger en op 31 maart 1927 wordt dochter Josina Klasina geboren. Ze ziet vooralsnog af van een huwelijk, maar als zij bijna zes maanden zwanger is van haar derde kind, Wolf Emanuel, besluiten ze op 7 mei 1928 alsnog te trouwen en wordt Josina door Nicolaas gewettigd.
Nicolaas is expeditieknecht, hij werkt onder ander bij de bakkerij Van der Meer & Schoep en Hester werkt in de huishouding. Hester en Nicolaas krijgen samen drie zonen en twee dochters; Josina Klasina (1927), Wolf Emanuel (1928), Hubertus Johannes Helleman (1932), Lena Helleman (1934) en Benjamin Helleman (1938). Bij Kerkgenootschap wordt voor de kinderen eerst ‘geen’ maar later ‘Nederlands Hervormd’ ingevuld, zoals ook bij hun vader staat aangegeven.

In aanloop naar de Tweede Wereldoorlog
Hester en Nicolaas wonen op een elftal verschillende adressen. Het laatst bekende adres is, op 5 augustus 1938, de Hofdijk 36 8a . Het moet haar enigszins boven het hoofd gegroeid zijn, want Hester is vanaf 19 november 1937 zoek en verdwijnt uit het bevolkingsregister. Ze is dan al vanaf september 1937 zwanger.. Ze laat vier kinderen achter bij Nicolaas onder toeziend oog van haar broer Benjamin. Na drie maanden, op 14 februari 1938, wordt Hester weer officieel ingeschreven in het bevolkingsregister, maar ze keert niet terug naar Nicolaas. Ze gaat tijdelijk wonen op het Hang 42a. Vanaf 4 maart 1938 vindt ze een woning in de Lamsteeg 5b, ze is inmiddels vijf maanden zwanger. Op 30 april 1938 scheidt ze officieel van Nicolaas Helleman. Dan heeft Nicolaas al vanaf 4 februari 1938 de voogdij over zijn vier kinderen gekregen.

Op 12 mei 1938 bevalt Hester van een zoon, Benjamin. Op de kaart staat dat ze is bevallen op een kraamzaal, met de notitie O.M. 15 augustus 1938. O.M. staat voor Ouderlijke Macht. Omdat Hester gescheiden is, moet er een en ander geregeld worden voor de kinderen. Op de gezinskaart van Nicolaas Helleman zie je dezelfde afkorting terugkomen voor de andere vier kinderen. De voogdij (V.d.) wordt toegekend aan de vader (Nicolaas Helleman) en als toeziend voogd (T.v.d.) treedt Benjamin van Arend op.

Stadsarchief Rotterdam. beeld en geluid, PBK-3835 Lamsteeg, vanuit het noorden. Op de achtergrond links het kledingmagazijn C&A en het spoorwegviaduct. 1938. Prentbriefkaarten verzameld door het Stadsarchief Rotterdam, toegangsnummer 4029.

Hester blijft wonen op de Lamsteeg 5b, waar ze met de kleine Benjamin staat ingeschreven en wat de persoonskaart ook bevestigt. Hester heeft tot nu toe op zijn minst een zwaar maar ook enerverend leven achter de rug. Even wat feiten op een rij: Haar vader is overleden als ze 26 jaar is, ze trouwt tweemaal, de voogdij voor haar kinderen gaat na de scheiding naar Nicolaas. Haar moeder Jetje overlijdt op 6 februari 1939 op 66-jarige leeftijd. Beide ouders worden begraven op de Joodse begraafplaats aan het Toepad in Rotterdam. In augustus 1939 krijgt Hester een levenloos kind, uit een onbekende relatie, maar dit zou heel goed van Heinrich Tinbergen kunnen zijn, waar ze later mee gaat samenwonen.

De kinderen van Hester komen onder toezicht na de echtscheiding
Op 13 maart 1940 wordt Jetje Kramer door de kinderrechter van Rotterdam onder toezicht gesteld van een gezinsvoogd; mej. B. Austeiczer.

Berta Austeiczer, van oorsprong Russisch (Oekraïens) was actief in Joods Rotterdam en in tal van Joodse organisaties. Ze werd advocaat en procureur in Rotterdam. Lees verder

Jetje is dan 15 jaar. Ze woont bij haar oom Benjamin op de Veerlaan 22b, die toeziend voogd is. Jet werkt als fabriekarbeidster.

Josina Helleman
Op 4 februari 1938, Josina is dan negen jaar, wordt door arrondissementsrechtbank in Rotterdam de voogdij uitgesproken. Vader Helleman wordt voogd en de broer van Hester, Benjamin van Arend, toeziend voogd. Op 14 april 1942, als de Tweede Wereldoorlog al uitgebroken is, Josina is dan 15 jaar, wordt door de kinderrechter te Rotterdam ondertoezichtstelling aanbevolen. Mevrouw M. Moormann – v.d. Ven te Rotterdam wordt tot gezinsvoogd benoemd.
Op 2 mei 1946, een jaar na de bevrijding, wordt de ondertoezichtstelling verlengd tot 14 april 1947. Gezinsvoogd wordt mej. J.E. Smits. Ze is dan twintig jaar.

Wolf Emanuel Helleman
Op 4 februari 1938 wordt Nicolaas Helleman, aangewezen als voogd en Benjamin, de broer van Hester, als toeziend voogd. Wolf is dan negen jaar.

Hubertus Johannes Helleman
Op 4 februari 1938 wordt Nicolaas Helleman aangewezen als voogd en Benjamin, de broer van Hester, als toeziend voogd. Hubertus is dan vijf jaar.

Lena Helleman
Op 4 februari 1938 wordt Nicolaas Helleman, aangewezen als voogd en Benjamin, de broer van Hester, als toeziend voogd. Lena is dan drie jaar.

Benjamin Helleman
Na de oorlog, op 10 november 1948 , wordt door de kantonrechter van Rotterdam bepaald dat Benjamin van Arend, de broer van Hester en zijn vrouw Grietje Schriek beiden toeziend voogd worden. Dit echtpaar woont op dat moment in de Herman Costerstraat 23 in Rotterdam. De broer van Hester heeft zich dus, naast zijn eigen gezin, om alle kinderen van Hester bekommerd.

Dochter Jet wordt opgepakt
Tijdens de oorlog op 4 of 11 augustus 1942 wordt Jetje, de oudste dochter van Hester, vanuit Rotterdam op transport wordt gezet naar Westerbork. Als adres geeft ze Veerlaan 22b op, het adres van haar oom Benjamin, op loopafstand van haar moeder die op dat moment op de Veerlaan 10a woont. Het geluk is met haar want na ± 11 dagen wordt ze vrijgelaten. Door een nazaat wordt beweerd dat de broers van moeder Hester hier een bemoeienis mee zouden hebben gehad.

Een nieuwe relatie met de zeeman Heinrich Tinbergen
Terwijl Hester, net voor de Tweede Wereldoorlog in de Lamsteeg woont met haar zoon Benjamin, krijgt ze een relatie met de zeeman Heinrich Tinbergen(14 mei 1904). Hij is een geboren Middelburger. Zijn vader, Pieter Martinus Tinbergen, touwslager van beroep (1877-1961) en zijn moeder Cornelia Johanna Hendrikse (1879-1960), zijn beiden geboren in Middelburg.
De 28 jarige Heinrich schrijft zich in 1932 in Rotterdam in, waar hij op verschillende adressen woont. Rotterdam is een geschikte uitvalsbasis voor een zeeman. In maart 1939 is hij te vinden op het adres waar Hester woont met Benjamin, in de Lamsteeg 5b.
Heinrich Tinbergen vertrekt op 7 augustus 1940 van de Lamsteeg 5b naar de Veerlaan 22b op Katendrecht. Hij gaat inwonen bij Benjamin, de broer van Hester. Vanwege het bombardement zijn beiden dakloos geworden. Hester verhuist een dag later naar de Veerlaan 10a . Uit de overgeleverde verhalen zou ze op dit adres wonen maar ook werken, er zou een pension zijn geweest. Josina herinnert zich haar bezoekjes aan haar moeder op dit adres.

Op 24 augustus 1940 gaan Hester en Heinrich samenwonen op de Veerlaan 10a . Ze krijgen samen twee zoons. Heinrich van Arend (24 maart 1941) en Willem van Arend (26 maart 1942). Beiden zonen krijgen de naam van hun moeder ‘Van Arend’.
Als de kinderen nog klein zijn, wordt vader Heinrich op 10 februari 1943 gearresteerd door de Sicherheitspolizei en op 24 februari overgebracht naar kamp Vught. Dit is nog voordat Hester op 29 maart wordt ingesloten wegens het ‘schenden van de rassenwetten’.
En daar blijft het niet bij. Op een van de kaarten staat een notitie ‘a-sociaal’. Bij zijn tweede arrestatie wordt ‘werkeloosheid’ genoteerd als reden van arrestatie.

Chronologisch is het volgende over Heinrich te vinden:
Op 10 februari 1943 wordt hij gearresteerd en verblijft in het Huis van Bewaring op de Noordsingel. Op 24 februari 1943 wordt hij doorgezonden naar Kamp Vught, waar hij op 9 juli 1943 wordt ontslagen. Dan wordt hij op 19 april 1944 weer gearresteerd en op 27 april 1944 doorgestuurd naar voormalig Joods werkkamp Kamp It Petgat. Via Zevenaar wordt hij doorgezonden naar Dortmund in Duitsland. Op de arrestatiekaart staat als reden vermeld ‘wegens werkloosheid’, vermoedelijk de grondslag om hem in te zetten bij de Arbeitseinsatz in Duitsland.
Hij komt terecht bij Hoesch AG. Hoesch AG was een groot bedrijf in de staalindustrie in Noordrijn-Westfalen in Duitsland. Nadat de nazi’s in 1933 aan de macht kwamen, diende Hoesch als wapenbedrijf voor de fabricage van tankomhulsels van het type Panther en Tiger II, tankmunitie, kanonlopen en pantserplaten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog maakte het bedrijf veel gebruik van dwangarbeid. In december 1944 was meer dan een derde van de arbeiders van de ijzer- en staalfabriek Hoesch dwangarbeiders. https://denl.xcv.wiki/wiki/Hoesch_AG.

In het Arolsenarchief zit een document d.d. 25 juli 1946 getiteld ‘D. Holländische Zivilarbeiter’ waaruit blijkt dat Heinrich van 26 augustus 1944 tot 12 april 1945 bij AG Hoesch in Dortmund heeft gewerkt. Hij overleeft de oorlog en zou nog tot 1978 geleefd hebben.

De kinderen van Hester en Heinrich komen onder toezicht na de arrestaties

Voogdijkaart Heinrich van Arend (Henk)
Op 2 januari 1946 wordt er voor Heinrich van Arend door de kantonrechter in Enschede een tijdelijke voogd benoemd; Hendrik Jan Neervoort, fabrieksarbeider, wonende te Enschede. Als toeziend voogd wordt benoemd de echtgenoot van Neervoort, Roelofje Stegeman. Ze trouwden in 1931 in Lonneker, een buurtschap van Enschede. Zeer waarschijnlijk zijn Heinrich en zijn broer Willem al tijdens de oorlog in Enschede ondergebracht om onder te duiken nadat beide ouders niet meer voor hun zoons konden zorgen. Ze waren eerst tijdelijk in een kindertehuis in Leiden ondergebracht. Op het moment van de voogdij in 1946 is het lot van Hester nog niet bekend, want achter haar naam staat; ‘vermoedelijk overleden’. Opvallend is wel dat alle kinderen richting Enschede zijn gegaan.

Voogdijkaart Willem van Arend (Wim)
Op 7 oktober 1949, Wim is dan zeven jaar, wordt er voor Willem van Arend door de Arrondissementsrechtbank in Rotterdam een voogd, benoemd; Meindert Hessel Caré met als toeziend voogd zijn echtgenoot , Hermina Caré-Blok, wonende in de Willem de Clerqstraat 31 te Enschede. Op 16 oktober van dat jaar worden ze opnieuw beëdigd als voogd door de kantonrechter van Enschede. Hermina overlijdt op 42 jarige leeftijd in 1959.

Hoe het korte leven van Hester eindigt
Twaalf dagen nadat Heinrich Tinbergen is gearresteerd, wordt Hester op 22 februari 1943 aangehouden en overgedragen aan de Sicherheitspolizei. Het verhaal gaat, dat Tinbergen, zijn partner Hester heeft aangegeven op voorwaarde dat de kinderen gespaard zouden worden. Inderdaad zijn alle kinderen van Hester gespaard gebleven. Vermoedelijk heeft de broer van Hester, Benjamin van Arend, hier een grote rol in gespeeld.

Op 29 maart 1943 wordt Hester overgebracht naar Westerbork. Op de kaart van de Joodse Raad staan nog twee notities. Op 31 maart wordt er een verzoek ingediend op basis van de gezinskaart. De papieren worden verzorgd door haar broer Benjamin, wonende op de Veerlaan 22a. Op 11 april volgt nog een aantekening rond haar huwelijk met Kramer, Doopbewijzen kinderen en Arische papieren vrouw voor grootst gedeelte in bezit; volgen. Waarschijnlijk doet ze een beroep op het feit dat e hulp van haar broer mag niet baten. Op 13 april 1943 gaat ze op transport naar Sobibor. Ze wordt op 16 april 1943 vermoord. Op 15 mei 1943 wordt op haar persoonskaart in Rotterdam de letters VOW genoteerd. Vertrokken Onbekend Waarheen. Die drie letters doen, met de kennis van nu, wrang aan.

Een klein jaar na de bevrijding van Nederland, op 14 maart 1946, plaatst de broer van Hester een advertentie in Het Vrije Volk. Pas dan is hij op de hoogte gebracht van het overlijden van zijn zus door het Nederlandse Rode Kruis.

“Mijn innig geliefde Zuster en van de kinderen zorgzame Moeder”.

Hester wordt 39 jaar en laat acht kinderen na van drie verschillende vaders. De beide broers van Hester; Benjamin(Ben) en Nathan Manuel (Niek) overleven de oorlog. Op deze website is te lezen hoe het hen is vergaan.

Hoe vergaat het vader Nicolaas Helleman tijdens de oorlog
Mogelijk is hij opgepakt voor de Arbeitzeinsatz. Het verhaal binnen de familie gaat dat hij in Noorwegen te werk gesteld is geweest, maar dat kunnen we niet staven. We vinden wel een reisdocument van 7 juli 1945, de dag waarop hij via Brussel terugkeert naar Nederland. Van iedere Nederlander die na de oorlog zonder paspoort terugkwam uit het buitenland werd een AEF DP Registration card ingevuld (Army European Force Displaced Persons). De 200 Kronen die hij op zak had, wijzen er in ieder geval op dat hij uit een Scandinavisch land kwam. Dit kan ook verklaren waarom hij per vliegtuig naar Nederland is teruggekeerd. Vanuit Duitsland kwam men in het algemeen lopend, met de auto of per trein.

Noorwegen was in de Tweede Wereldoorlog ook bezet en in die periode is in opdracht van de Duitsers een 729 km lange niet geëlektrificeerde spoorweg aangelegd tussen Hell in Trøndelag en Bodø in de Noorse provincie Nordland, in een later stadium mede door de inzet van buitenlandse dwangarbeiders, krijgsgevangenen en gevangenen uit concentratiekampen.

Van Marcel Möring weten we dat Nicolaas na de oorlog op de motor zijn dochter Lena en kleinkinderen heeft opgezocht in Enschede of Assen. Ook heeft hij geprobeerd om contact met zijn zoon Benjamin te krijgen, maar deze had geen behoefte aan contact,  zo vertelt zijn dochter. Nicolaas Helleman overlijdt op 8 juni 1964 in Rotterdam op 62-jarige leeftijd.

Hoe het leven zijn beloop neemt en pijn en verdriet generaties doorwerken.
Hoe verging het de kinderen van Hester en Nicolaas?
Als Hester is opgepakt, worden de kinderen die bij vader Helleman woonden in onderduikgezinnen ondergebracht, een aantal in Enschede. Dat gaat om Wolf Emanuel, Hubertus Johannes, Lena en Benjamin. Ze werden allen gescheiden ondergebracht. Josina blijft in Rotterdam tot na de oorlog. Jetje woont eerst bij de broer van Hester Benjamin en later op een aantal andere adressen in Rotterdam. Eenmaal volwassen trouwt ze en krijgt vier zonen. Na de oorlog begint de zoektocht. Josina krijgt van het Rode Kruis de gegevens van haar broers en zussen en na verloop van tijd wordt zo goed als mogelijk is, onderling contact gelegd.

Jetje Kramer
Jetje had als kind al geen contact met haar vader Kramer. Zoals we al aangaven, is hij verschillende keren getrouwd. Het Rode Kruis, wellicht op haar verzoek, heeft na de oorlog bemiddeld bij het terugzoeken van familie. Dat resulteerde erin dat Jetje en haar zus Josina elkaar terugvonden na de oorlog. Ze gaan verschillende keren samen op vakantie. Jetje kan na de oorlog als ze meerderjarig is maar moeilijk aarden op één plek. Ze woont op verschillende adressen in Rotterdam onder andere tegenover de IJssalon Capri aan de Karel Doormanlaan en in het de RVS-flat dicht bij Diergaarde Blijdorp. Jet trouwt op jonge leeftijd met ene Hessler en krijgt vier zonen.

Tante Jet had volgens haar nicht een moeilijk karakter. Mede door haar ervaringen in Westerbork ontwikkelde ze een gruwelijke hekel aan de Duitsers. Ze overlijdt op 10 november 1998 op 74 jarige leeftijd.

Josina (roepnaam Jos) Helleman

Josina bleef tijdens de oorlog in Rotterdam wonen en ging er op school. Ze viel nog steeds onder de kinderrechter en woonde in een tehuis, immers vader was ook naar Duitsland gestuurd om te werken. In juni 1945, zeventien jaar oud liep ze volgens haar nicht naar het station Delftse Poort om de trein te pakken naar Enschede.
Geholpen door het Rode Kruis gaat Josina op zoek naar haar familie. Eenmaal aangekomen in Enschede is ze er blijven wonen. Af en toe bezoekt ze in Rotterdam, op zoek naar de plekken van haar jeugd. Zo komt ze ook op de Veerlaan 10 op Katendrecht. Maar van de herinneringen aan Katendrecht van toen blijft weinig meer over toen ze er was. Ze trouwt en gaat verder als Josina Vis-Helleman door het leven. Iedereen kent haar als Jos. Ze krijgt vier kinderen. Twee dochters en twee zoons. Volgens een kleindochter van Hester vinden Josina en Jetje elkaar na de oorlog als eersten terug. Ook Benjamin en Josina vinden elkaar in Enschede. Bij de anderen kinderen Helleman is dat pas in de jaren zeventig het geval. Josina is inmiddels op hoge leeftijd. Ze is erg verdrietig dat er al broers en zussen zijn overleden. Ze had goed contact met Jetje en met Lenie. En over hun gelijkenis en familietrekken, zegt de nicht: ‘Alle Hellemans lijken op elkaar’.

Ben en Josina, kinderen van Hester. privecollectie

Wolf Emanuel Helleman, roepnaam Dolf en Hubertus Johannes, roepnaam Bertus
Dolf en zijn broer Bertus zijn geplaatst bij twee families van Dijk. Dat waren broers. De ene familie woonde aan de C. Speelmanstraat en de andere aan de Elferinksweg in Enschede. Dolf en Bertus zijn beiden na de oorlog teruggegaan naar Rotterdam. Dolf trouwt twee keer en krijgt twee zoons en twee dochters, Bertus trouwt met Wil Borremans, een weduwe met tien kinderen uit een eerder huwelijk. Dolf is overleden in 2001. Bertus is overleden in 2010.

Lena Helleman, roepnaam Lenie
Lenie woonde bij de familie Scherpenzeel aan de IJsbaanweg. Vanuit dit adres is ze ook getrouwd. Ze hebben drie kinderen gekregen. Twee dochters en een zoon. Zoon Marcel Möring is romanschrijver. Zijn interviews vertellen hoe hij terugkijkt op zijn opvoeding.. Uit een interview met hem uit 2019 blijkt hoe de oorlog heeft doorgewerkt in het gezin waar hij is opgevoed. Dat blijkt ook uit een interview met hem in Trouw in 2019.
Lenie is overleden op 7 februari 2020 te Assen. Haar man Dick overlijdt ruim een jaar later op 27 april 2021.

Op 11 februari 2022 verscheen zijn nieuwe boek Familiewandeling bij de Bezige Bij. In Familiewandeling duikt Marcel Möring, wandelend door het landschap van zijn jeugd, in het verleden en zoekt hij mensen en gebeurtenissen op die bepalend waren. Voor het eerst openbaart hij zijn familiegeschiedenis, die vooral wordt gekenmerkt door vergeten, vergeten en doorgaan.

Benjamin Helleman (roepnaam Bennie)
Bennie was vijf jaar toen hij in 1943 bij de familie Kleinlugtenbeld in Enschede wordt ondergebracht. Later kreeg hij een pleegmoeder die onder andere aan de Lipperkerkstraat woonde. Zijn dochter vertelt dat hij geen herinneringen had aan zijn biologische ouders. Hij heeft zijn vader nooit meer willen ontmoeten. Het overlijden van zijn moeder Hester werd pas na de oorlog bekend. Er zijn geen foto’s van hem als klein kind. Bennie overleed op 16 januari 2001 op 62-jarige leeftijd.

Heinrich van Arend (roepnaam Henk) en Willem van Arend (roepnaam Wim)
De kinderen van Tinbergen kwamen eerst in een kindertehuis in Leiden terecht, volgens een kleindochter van Henk. Vervolgens werden ze van elkaar gescheiden en ook bij families in Enschede ondergebracht. In hun tienerjaren kwamen ze elkaar op het spoor. Ook was er weer contact met Lenie Möring-Helleman. Henk trouwde in 1977. Het echtpaar kreeg vijf kinderen. Opmerkelijk zijn de Joodse namen die ze meekregen. Het huwelijk hield geen stand en in 1988 volgde er een scheiding. Henk overleed op 13 december 2000 in Assen op 59-jarige leeftijd. Volgens een kleinkind heeft vader Heinrich Tinbergen na de oorlog nooit naar zijn zoons gezocht. Over Hesters andere zoon, Willem, is nog weinig bekend. Hij zou op volwassen leeftijd verhuisd zijn naar Amsterdam en in 2015 daar zijn overleden.

In een interview van 9 augustus 2020 door Femmetje de Wind, vertelt Marcel Möring dat er bij hem thuis geen verhalen waren. Femmetje stelde hem de volgende vraag:

Simon Schama schreef: “Wat de Joden in de eerste plaats verbindt, is hun verhalen.” Herkenbaar?

“Ja, in zekere zin. Maar er waren bij mij thuis geen verhalen. Mijn moeder is geboren in Rotterdam, ze is ondergedoken met haar zusje in de buurt van Enschede, in separate gezinnen. Mijn vader is niet-Joods, ja zijn familie wel, maar die hebben zich in de negentiende eeuw laten bekeren. Na de oorlog kwam niemand terug. Mijn moeder was heel jong dus er is eigenlijk geen continuïteit in onze geschiedenis, in de verhalen in onze familie. Het begint eigenlijk allemaal in 1957 als mijn ouders trouwen en ik geboren word. Mijn leven begint dus vanaf nul.
Schama heeft wel gelijk, maar de geschiedenis van het Engelse Jodendom is heel anders dan die van de Europese Joden. Hier is de geschiedenis doorgeknipt, er ontbreken stukken, de verhalen zijn onderbroken en dat werkt nog steeds door.”

 

Bronnen:
https://www.zeeuwsarchief.nl/onderzoek-het-zelf/archief/?mivast=239&mizig=862&miadt=239&milang=nl&misort=last_mod%7Cdesc&mip1=Heinrich&mip3=Tinbergen&mif2=113&miview=tbl

Gezinskaarten, www.stadsarchiefrotterdam.nl 
Voogdijkaarten, Nationaal Archief
Delpher.nl
Graf, broer van Hester Nathan: https://www.online-begraafplaatsen.nl/graf/932139
https://stadsarchief.rotterdam.nl/zoeken/resultaten/index.xml?mizk_alle=Hester%20van%20Arend&mizig=100
https://vanarend.wordpress.com/tag/hester-van-arend/
https://www.online-begraafplaatsen.nl/graf/932139
https://www.canonvannederland.nl/nl/overijssel/salland/hardenberg/van-pedagogisch
https://www.loods24rotterdam.nl/kaddisj/809
https://sites.mensenlinq.nl/mensenlinq/overlijdendwk/site/advertentie/detail?pid=8714815
https://vanarend.wordpress.com/2016/08/06/hoofdstuk-31-benjamin-van-arend/
https://vanarend.wordpress.com/2016/08/06/hoofdstuk-31-benjamin-van-arend/https://vanarend.wordpress.com/2015/06/13/hoofdstuk-30-nathan-manuel-van-arend/
Mensen Linq
https://jonet.nl/mijn-moeder-was-geen-warme-vrouw-interview-met-marcel-moring/ https://www.uitdeoudekoektrommel.com/erkenning-en-wettiging/
https://collections.arolsen-archives.org/en/archive/67336775/?p=1&s=Helleman%20Nicolaas&doc_id=67336775
https://www.zeeuwsarchief.nl/onderzoek-het-zelf/archief/?mivast=239&mizig=210&miadt=239&miaet=1&micode=25&minr=2929861&miview=inv2https://collections.arolsen-archives.org/en/archive/130324585/?p=1&s=Jetje%20Kramer%201924&doc_id=130324585
Gesprekken en emailverkeer met kleindochters van Hester en via hen met haar dochter Josina.
https://vanarend.wordpress.com/tag/hester-van-arend/

illustraties:
Stadsarchief Rotterdam. beeld en geluid, PBK-3835 Lamsteeg, vanuit het noorden. Op de achtergrond links het kledingmagazijn C&A en het spoorwegviaduct. 1938. Prentbriefkaarten verzameld door het Stadsarchief Rotterdam, toegangsnummer 4029.
foto’s privécollectie met vriendelijke toestemming

disclaimer
Wij hebben onze uiterste best gedaan van het materiaal op de website de makers en rechthebbenden te achterhalen. Ook hebben wij ons uiterste best gedaan om de ons aangeleverde informatie op de website zo verantwoord mogelijk te presenteren. Al hoewel wij daarbij zeer zorgvuldig te werk zijn gegaan kan het toch zijn dat een bezoeker, auteur, gebruiker of rechthebbende meent dat publicatie in strijd is met zijn of haar rechten, zoals portretrecht(en) en of auteursrechten. Indien een dergelijk situatie het geval lijkt verzoeken we onmiddellijk contact op te nemen met de projectleiders.

Colofon:
Project: Stichting Kaapse Kringen, Marianne Ketting

Tekst: Stadsatelier Corneel, Cora de Roon
Research: Han de Bruijne, Cora de Roon
Eindredactie: Rob Snijders, historicus (www.joodserfgoedrotterdam.nl)

gepubliceerd:
9 maart 2022

laatst bijgewerkt:
9 maart 2022